Wat is dat toch met dat “koninklijken bloede” in Het Parool?
Bestaat dat ‘koninklijk bloed’? Hebben wij mensen niet allen hetzelfde soort bloed, weliswaar onderverdeeld in 4 verschillende ‘bloedgroepen’ (A, B, O, AB, plus nog de Rhesus factor die het aantal verdubbeld tot 8). Een ‘koninklijke bloedgroep’ is daar volgens de medische wetenschap niet bij. Jazeker bloed heeft erfelijke eigenschappen, maar zoals een Wiki voor kids het kort uitlegt: “Een bloedgroep erf je van je ouders. Je krijgt de zelfde als een van je ouders, of een mix.”
Dat ‘koninklijke bloed’ is dus gewoon hetzelfde als van ieder ander mens. Dat wat overerfbaar wordt niet genetisch, maar sociaal en politiek bepaald: bij afspraak vastgelegd in een wet: de grondwet, daar staat dit artikel:
“ARTIKEL 25 – ERFOPVOLGING
Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens erfopvolging over op zijn wettige nakomelingen, waarbij het oudste kind voorrang heeft, met plaatsvervulling volgens dezelfde regel. Bij gebreke van eigen nakomelingen gaat het koningschap op gelijke wijze over op de wettige nakomelingen eerst van zijn ouder, dan van zijn grootouder, in de lijn van erfopvolging, voor zover de overleden Koning niet verder bestaand dan in de derde graad van bloedverwantschap.”
“Derde graad van bloedverwantschap”? Wat mag dat betekenen, lijkt me geen medische term te zijn. De website van het Koninklijk Huis legt het uit:
“Graden van bloedverwantschap geven aan wat de afstand in de bloedlijn is tot de (gemeenschappelijke) voorouder of opvolger. Bij het bepalen van de graden van bloedverwantschap tot het Staatshoofd kan het gaan om een ‘rechte bloedlijn’ of een ‘zijlijn’.”
Weer een nieuwe term in dit bloedig vocabulaire: “rechte bloedlijn” en “bloed zijlijn.” Ook deze bloedlijnen worden nader geduid op deze koninklijke web-site:
“De rechte bloedlijn loopt via de lijn: overgrootouder, grootouder, ouder, kind. De afstand van kleinkind naar grootouder is twee graden in de rechte bloedlijn en de afstand van ouder naar kind is één graad. De Prinses van Oranje is in de eerste graad verwant aan het Staatshoofd.”
Alsook…
“Graden bij zijlijnen zijn als volgt te bepalen: Er wordt terug gerekend naar de gemeenschappelijke voorouder en dan weer naar de bloedverwant in de zijlijn (twee stappen is tweede graad, drie stappen is derde graad).”
Nog even terug naar het begin van dat ‘koninklijken bloeden’, dat gaat maar tot 1814, toen door het Weense Congres onder leiding van Von Metternich die al wat de Franse Revolutie in Europa aan koninklijk bloed had laten vloeien probeerde te repareren door het op de troon heisen van oude en nieuwe vorstenhuizen, kortom ‘restauratie’, maar niet van ‘de oude orde’, maar een nieuw gecreëerde, zoals dat met het Koninkrijk der Nederlanden. Immers dat koninkrijk werd voor het eerst in het leven geroepen door Napoleon die zijn broer Lodewijk tot vorst van het Koninkrijk Holland benoemde (1806-1810, daar zat Limburg niet bij dat was ingelijfd bij het Franse Keizerrijk). Immers daarvoor was er de Patriottenrepubliek (voorlopert van de Franse Republiek trouwens) en weer daarvoor was er die ingewikkelde constellatie van een Republiek met een Prins (Van Oranje) waarbij ‘staatsgezinden’ en ‘prinsgezinden’ voortdurend met elkaar overhoop lagen over wie nu de formele en wie de feitelijke macht had en kon behouden.
Zo vanuit Wenen wordt bedisseld dat een telg van die Prinsen van Oranje wordt ingevaren uit Engeland: Willem Frederik van Oranje Nassau (een man trouwens die al eerder had gepoogd om een onderhands akkoordje met Napoleon te sluiten, door te solliciteren (1801) naar het baantje van ‘consul der Nederlanden.
Nu die Willen Frederik, dei zijn naam veranderd naar Koning Willem I, is de oer-koning en dus het eerste geval van ‘koninklijken bloeden’ in dat wat nu Nederland heet. In de toelichting uit het jaar 1815 op de grondwet waarin die bloedlijn vastgelegd wordt staat dit, over wat de consequenties van het krijgen van een machtspositie op basis van een koninklijken bloedlijn inhoudt:
“Hij zal zelve met plegtigen eede zweren de grondwet te zullen nakomen, het geluk van zijn volk met al zijn vermogen te zullen bevorderen, en alzoo zich te zullen gedragen naar de voorbeelden, door den Stichter onzer nationale onafhankelijkheid en den eersten onzer Koningen gegeven.”
Ja ik lees het goed…
“het geluk van het volk met al zijn vermogen te bevorderen”
… en dat is de sprong terug naar het begin van mijn overpeinzingen over wat er nu kleeft aan dat “van koninklijken bloeden.”

14 september 2011: Opening Prinses Margriet Fonds in Carré (Het Nederlandse Rode Kruis) Op maandag 12 september zaten vele vrijwilligers uit het hele land in Koninklijk Theater Carré in Amsterdam. Het nieuwe fonds krijgt de naam van de erevoorzitter: het Rode Kruis Prinses Margriet Fonds. Dit als dank voor de jarenlange inzet van prinses Margriet aan onze organisatie op nationaal en internationaal niveau. Na 45 jaar voorzitter te zijn geweest zal haar zoon, Prins Pieter Christiaan, haar voorzitterstokje overnemen. Door onder meer de zelfredzaamheid van mensen te versterken en hun bewustzijn van risico’s te vergroten, kan er op deze manier voor gezorgd worden dat minder mensen het slachtoffer worden van rampen.
Bevordert de zoon van Prinses Margriet, Prins Bernhard Jr., “het geluk van het volk” met zijn handel en wandel? Ik waag het te betwijfelen. Hij geeft geen bloed, ondanks het feit dat zijn moeder – Prinses Margriet – ooit vrijwilig-verpleegster bij het Rode Kruis later voorzitster – hij zuigt het, want uiteindelijk is het geld dat door het speculeren op de huizenmarkt verdient wordt – door wie dan ook! – BLOEDGELD.
Die meerwaarde door speculatie, bestaat uit waardevermeerdering zonder waardetoevoeging, die waarde komt niet uit de hemel vallen, maar dient, als ware het de wet der communicerende bloedvaten, elders in het economisch stelsel gecompenseerd te worden. Die gemaakte winsten van onroerend goed speculanten wordt niet enkel ‘betaald’ door hen die op de huizenmarkt actief zijn, het is een factor die meehelpt om de ‘real estate bubble’ verder op te blazen, todat er de noodzakelijke terugval in de economie komt en ‘wij allen’ van regeringswege vanwege ‘de crisis die ons allen raakt, gedwongen worden ‘de broekriem’ aan te halen. De echt slime huisjesmelkers en onroerend goed speculanten hebben dan al weer hun verworven bloedgeld veilig gesteld in een andere branche of buiten de landsgrenzen gebracht.
——
wie het nog eens zelf precies wil nalezen hoe dat zit met dat bloed hierbij de twee belangrijkste bronnen:
– https://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvihlf299q0sr/vi6jejaohotu
Nawoord
Ik ben nog vergeten de idee van ‘verbondenheid’ door bloed in relatie tot ‘koninklijken bloede’ aan te halen. Dan heb ik het natuurlijk over Het Wilhelmus en de tweede regel van het eerste couplet:
“Wilhelmus van Nassaue / ben ik van Duitsen bloed”
Deze verwijzing naar de herkomst van “ons volk” is gebed in de synecdoche (stijlfiguur waarbij het één staat voor het ander) ‘bloed’ dar waar we ‘oorsprong’ of ‘ras’ dienen te begrijpen. Stammen wij dan allen af van de Germanen (Duitschen bloed)? Ik meen van niet, de oorsprong van de Nederlandse bevolking ook die van zes of meer eeuwen terug was meer divers als dat hier gesuggereerd wordt. De dichter Tollens die meedeed aan een prijsvraag voor een volkslied van het Nieuwe Koninkrijk der Nederlander (daarbij hoorde toen ook nog België en Luxemburg) sprak in 1816 nog van:
“Wien Neêrlandsch bloed door d’ad’ren vloeit / van vreemde smetten vrij”
Zijn lied won de eerste prijs!
Die tweede regel werd later door de HuichelHollanders weggepoetst omdat die moeilijk zingbaar was in de Nederlandse gebiedsdelen overzee. De vervangende regel werd:
“Wien ‘t hart klopt fier en vrij.”
Het komt mij over als dat de bloederigheid die te pas komt aan het vader- of moederland gevoel meer dan dubbelzinnig is, zeg maar een vorm van schizofrenie die zich uit in onlogische gedachtepatronen. Aan de ene kant is er de behoefte aan gezamenlijkheid, gedeeld gevoel, geestelijke verwantschap, de idee van ‘het volk’, ‘de natie’. Anderzijds is er de uitsluiting van hen die niet ‘van Duitschen bloed’ zijn, die de zuiverheid van oorsprong aantasten met hun ‘vreemde smetten’. Een ieder wist en weet dat de menselijke soort al voortplantend zich mengt. Hoezeer gebod en verbod dat proberen tegen te gaan. Ook is er vanouds de kennis van de noodzaak van ‘nieuw bloed’, lees ‘van andere oorsprong als die van de eigen gemeenschap, stam, omdat lichamelijke en geestelijke degeneratie, inteelt, het gevolg zijn. Met het staatkundig sterker worden van bepaalde naties, komen ook de tochten tot ‘buiten de grenzen’ tot op het vestigen van koloniale imperia. Dan is er een geen houden meer aan het van vreemde smetten vrij houden van het bloed, zelfs niet onder Apartheidsregimes. Wel worden ‘bevolkingsgroepen ruimtelijk en wat betreft sociale positie van elkaar gescheiden gehouden. Toch is nu vrijwel iedere natie op deze aardkloot mengbloedig, niet in dezelfde mate, niet altijd uiterlijk zichtbaar, maar medisch gezien gemengd. Het is niet voor niets dat het Nederlands Koninklijk Huis er niet aan moet denken dat heel hun stamboom biologisch technisch onderzocht zou worden, DNA stalen van al die hertogen, grafen, prinsen en koningen. Door een DNA onderzoek zou er weinig overblijven van de fraaie stamboom constructie die nog in het jaar 2013 in het bastion van de Huis van Oranje Mythe, de Nieuwe Kerk aan de Dam te Amsterdam, getoond werd.

Wapentableau in De Nieuwe Kerk (dateert uit 1991) ontworpen door Johan Goudeau (1926-) het toont 72 wapens van heerlijkheden (graafschappen, hertogdommen) die het Huis Oranje-Nassau in bezit heeft gehad, en die de koning nog steeds in zijn officiële titulatuur voert. In het tableau staan het koninklijke en het prinselijke wapen centraal. Het geeft verder een overzicht van de bezittingen van het Huis Oranje-Nassau, geografisch gerangschikt van de Franse bezittingen, Orange voorop, via Nederland naar Duitsland, met het Nassau-stamslot Dillenburg.
Bij de dood van de achterkleinzoon van stamvader Willem van Oranje (1533-1584), Stadhouder Willem III tevens Koning van Engeland (1650-1702), hield ‘de rechte bloedlijn’ van het Huis van Oranje al op te bestaan. Het gaat te ver om hier uit te wijden over de verschillende overblijvende familietakken van de Nassaus en hun onderlinge strijd om nalatenschap en machtsposities in de vroege 18e eeuw hier te beschrijven. Er zijn fraaie academische studies over zoals Marijke Brugman en haar “Nassau en de macht van Oranje: de strijd van de Friese Nassaus voor erkenning van hun rechten, 1702-1747“, uitgekomen bij Uitgeverij Verloren in 2007. Zelfs over de bloedlijn van de Nederlandse Koningen sinds 1814 bestaat debat, met name dan over wie de vader van Wilhelmina, aslook van Juiana zou zijn, omdat de voortplantingsvaardigheid van Koning Willem III (1817-1890, beter bekend als Koning Gorilla om zijn losbandige levensstijl) en Prins Hendrik (1876-1934) in twijfel getrokken worden. Dit alles niet omdat mij nu de ‘bloedzuiverheid’ van de leden van het Koninklijk Huis interesseert, maar wel om gebruik van de term ‘van koninklijken bloede’ en de aannames in de nog steeds van kracht zijnde Nederlandse Grondwet met haar regels over ‘troonsopvolging’.
De ‘morele verplichting’ waar de afgelopen week in verband met Prins Bernhard jr. gesproken wordt, zijn gebaseerd op mythes die tot staatsmythes geworden zijn. Er is niets ‘Orange’ aan het Huis van Oranje (de vader des Vaderlands is er zelf, zelfs nooit geweest, het was een erfenisje van een ver familie lid dat ‘prinsdom in het Zuiden van Frankrijk).
[…] ter zake. Wilde jongens die op de rand van legaliteit aan het rommelem zijn op de woningmarkt (zoals Prins Bernhard jr.), ja die zijn er maar slechts als bijkomende uitwas van de huizenspeculatie-bubbel. Zij zijn de […]