Feeds:
Posts
Comments

Archive for the ‘Amsterdam history’ Category

Bevrijdingsmonument-afgetopt_prijsvraag_Dam_Amsterdam

BEVRIJDINGSMONUMENT AFGETOPT op de Dam te Amsterdam, het gebeurde nauwelijks opgemerkt afgelopen maand mei 2019… het onttopte monument is hier te zien op een screenshot dat ik deze middag nam van de gemeentelijke Amsterdamse webcam op de Dam, vergeleken met een opname die de Engelse wikipedia pagina over het monument op de Dam siert.Dit feit is – hoe onbedoeld ook – kan een zekere symbolische waarde niet ontzegt worden. Het is als een castratie, verlies van potentie van denationale heldhaftigheid van de Nederlandse staat. (*)
Ooit maake een cartoonist – zijn naam ben ik vergeten en de prent weet ik (nog) niet terug te vinden – een fraaie spotprent op het monument, in slappe toestand na een zaaduitstorting. Nu weet AT5 te melden dat het gehele monument bouwvallig is en recentelijk onderworpen werd aan een endoscopisch onderzoek waarbij scheuren doorlopend van de binnen- tot de buitenzijde aan het licht zijn gekomen.

Nog niet lang terug (2017) werd het monument op de Dam tot ‘nationaal monument’ in bouwkundig opzicht verklaard, dus we mogen aannemen dat het geval weer rechtop en getopt terug zal komen in het stadsbeeld en het nationaal bewustzijn… of – beter – is het een moment met ongekende kansen voor een verandering van het monument, waarbij de afgetopte fiere kolom gezien kan worden als een sokkel waarop een nieuw te maken kunstwerk geplaatst zal worden…

Ik lanceer hierbij dan ook DE GROTE PRIJSVRAAG AFGETOPTE BEVRIJDING die vanaf de Dam in Amsterdam een nieuwe blik op het verleden en daarmee een nieuwe wending van de toekomst teweeg moet brengen. Inzendingen kunnen als ‘commentaar’ op dit bericht alhier geplaatst worden.

[Iedere inzending wordt vooraf door de beheerder van de Hinkende Bode/Limping Messenger beoordeeld op geschiktheid om publiek gemaakt te worden, immers ‘herdenking van slachtoffers van geweld’ en ‘vrijheid van meningsuiting’ zijn zaken die niet altijd in overeenstemming met elkaar te brengen zijn.]


(*) “De pyloon bestaat uit een bakstenen en betonnen kern waaraan travertin platen zijn opgehangen. De centrale beeldengroep van geketende mannen verbeeldt het lijden van het volk, geflankeerd door beelden die het arbeiders- en intellectuelenverzet symboliseren. Het hierboven geplaatste beeld van moeder met kind gedenkt de bevrijding en kijkt naar een toekomst zonder oorlog. Ook de duiven symboliseren vrijheid. In de twaalf ingemetselde urnen bevindt zich de aarde van fusilladeplaatsen en erebegraafplaatsen uit de Nederlandse provincies en Indonesië.” Tekst ontleend aan de beschrijving in het Rijksmonumentenregister (Monument nummer: 530906)

Read Full Post »

hotel-americain_hard-rock-hotel_utah
Américain op het Leidseplein (formeel American Hotel) verliest haar naam en gaat ‘Hard Rock Hotel’ Amsterdam heten. (*)
hoe ‘merknamen’ tot ‘eigennamen’ worden in een stad met verloop van tijd en de minachting daarvoor van zakenlieden
Het culturele lange termijn geheugen van een stad verdampt mettertijd en ja ik weet heet, ‘Paradiso’ heette vroeger ‘de Vrije Gemeente’ en ‘De Melkweg’ heette vroeger wat het oorspronkelijk was: melkfabriek.
~
Waarom komt dat bericht van naamswijziging dan toch zo onaangenaam over? Is het wellicht de trend van toeristische globalisering en marketing, waarbij het ‘Gemeentemuseum Den Haag’, ‘Kunstmuseum Den Haag’ gaat heten, omdat de Engelse vertaling van die naam – volgens de reclamebureaus die in de hand genomen worden – meer duidelijk maakt wat daar te zien is?
~
What’s in a name? Nu de geschiedenis van de persoon, organisatie, het object, de plek, het gebouw door de tijd heen door velen gekend. Denken we nu aan bijeenkomsten van intellectuele in ‘Americain’ kringen met namen als Harry Mulisch, Jan Hein Donner, Peter Schat, dan is dat zo omdat er al vlak na het opleveren van het gebouw het door de situering en de vormgeving een geliefde plek van samenkomst was. Een kleine zoektocht in de indexen van de Digitale Bibliotheek van Nederland (dbnl.nl) leert dat, zoals:
~
Hij schreef namelijk op 26 mei 1907 aan Lodewijk van Deyssel: ‘Een vrouwelijke bekende van me, Mej. Gosschalk alhier, die zich op het voordragen van poëzie toelegt, zoude gaarne na Uwe jaarvergadering een enkel gedicht van mij zeggen. Bestaat daar mogelijkheid voor?’ Boutens doelde op de jaarlijkse algemene vergadering van de Vereeniging van Letterkundigen op 3 juni 1907 in Hotel Américain te Amsterdam. Uit het verslag van deze vergadering in de Mededeelingen. Officiëel Orgaan der Vereeniging van Letterkundigen (nr. 8, augustus 1907)
~
Curieus toch “Hotel Américain” iets Amerikaans op z’n Frans. Hoeveel verwijzingen zijn er niet te vinden in de geschiedenis van ‘onze stad’ naar die naam en dan met name met die spelling (niet wat het nu formeel heet ‘American Hotel Amsterdam’)? Ja eveneens formeel gesproken heet enkel het café-restaurant ‘Américain’, maar daar trekt de volksmond zich niks van aan. Sinds een eeuw zegt iedereen die daar iets wil afspreken ‘Américain’, niet meer niet minder. Ik laat even achterwege uit te zoeken wat de eventuele officiële naamswijzigingen door de tijd geweest zijn van Américain, de krantenzoekmachine van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher weet mij zo al te vertellen dat de zoeksleutel “Americain, Leidseplein” 818 maal voorkomt. Ik kies er lukraak eentje, uit zoiets ver-gelegens als het dagblad De West van 18 september 1950 waarin Bert Voeten schrijft over “Dichters in Amsterdam, buiten hun werkkamer”:
~
Maar er is ook nog zoiets als een Leidseplein in deze onvolprezen stad, van ouds het punt dat een wonderlijke aantrekkinkskracht bezit voor al les wat kunstenaar is of meent het te zijn- Amsterdam heeft in de loop der jaren vele artistencafé’s zien opkomen en zien verdwijnen. Bijna altijd bevonden zij zich in de omgeving van dit plein, in de onmiddellijke nabijheid van de Stadsschouwburg, een bouwsel zó foeilelijk, dat we het op de duur mooi zijn gaan vinden. Voor de oorlog kon men in Americain, links van de Schouwburg, rondom de leestafel, vele leden van het schrijversgilde aantreffen. Zij hadden daar hun vaste hoek en men zag het bitteruur en, voor wie de lust en de middelen bezit, ook daarna goed toeven is. Ik nodig U uit deze dichterlijke kroegentocht mee te maken, een luchtige odyssee, die ons belanden doet in gelegenheden waar dichters en schrijvers elkaar sinds jaar en dag plegen te ontmoeten, waar zij hun gemeenschappelijke belangen bespreken desnoods met de vuisten op dé wankele tafeltjes hun” literaire veten beslechten.
er naast de goedlachse Anton van Duinkerken, de altijd spitse Victor E. van Vriesland en de jurist-romancier François Pauwels, de avant-garde uit de dertiger jarenEd. Hornik, van Hattum, Hoekstra, Den Brabander en -Bertus Aafjes, – die, men de dichters van De Amsterdamse School pleegt te noemen.
~
Lees het zelf maar verder na hoeveel er in niet-meer–dan een-naam van een hotel aan een plein in een stad kan komen te kleven in de link naar Delpher met al die andere krantenstukjes over AMÉRICAIN van het Leidseplein.
Die naamswijziging is als het wegknippen van een stuk cultureel geheugen van de stad… waarbij voor mijn geestesoog de naam ‘HARD ROCK HOTEL’ opdoemt als een fata morgana in de dorre woestijn van Utah in Amerika…

~
(*) Het Parool 30/1/2019: “American Hotel wordt eerste Hard Rock Hotel in Nederland // Het American Hotel aan het Leidseplein, vanaf april 2020 een Hard Rock Hotel. Eden Hotels Amsterdam krijgt een vestiging van het Amerikaanse Hard Rock Hotels. Het American Hotel aan het Leidseplein, gevestigd in een 117 jaar oud Jugendstilmonument, wordt in april 2020 de eerste Nederlandse vestiging van de Amerikaanse keten. // Dat zegt hoteluitbater Léon Dijkstra. “Met de artiesten die wij hier in het verleden hebben ontvangen – en nog steeds ontvangen – is deze combinatie volstrekt logisch. En een luxehotel met muziekthema past precies in de driehoek DeLaMar, Melkweg en Paradiso.” Eén van de 100 kamers die inmiddels in de stijl van Hard Rock Hotels zijn verbouwd. Onderdeel van de formule is een manshoge spiegel © Eden Hotels Het hotel, in 2005 door het Amsterdamse Eden Hotels overgenomen van InterContinental, is al twee jaar bezig met de omslag. Zo zijn inmiddels 100 kamers en suites in de stijl van de Hard Rock Hotels gebracht. Binnenkort worden de resterende 75 kamers en de openbare ruimten, waaronder de lobby, onder handen genomen.”

Read Full Post »

iHitNews37_Weerp-is-de-zwaan-opgestaan

iHitNews tableau nummer 37 ter ere van het van het verwijderen van de I amSTERDAM letters op het Museumplein in de vroege ochtend van de 3e december 2018; met dank aan Annemarie de Wildt van het Amsterdam Museum voor de foto op de onderste helft van dit tableau, zij was als conservator van Amsterdamse geschiedenis naar het Museumplein getogen om het moment van verwijdering en de situatie pal erna vast te leggen…

AMSnote6658.08

Bijschrift op de Facebook pagina van Annemarie de Wildt: “Historisch moment vastgelegd. De iconische I amsterdam letters zijn weg van het Museumplein. Het Amsterdam Museum heeft het werk van David Veldhoen verworven waarin hij de letters heeft verbeeld als een ruïne omgeven door anonieme toeristen. Veel pers, goed moment om deze actuele aankoop die binnenkort te zien zal zijn in Amsterdam DNA te presenteren. En de laatste foto is de eerste letterloze foto van een groep Indonesische toeristen die zich meteen begonnen te verontschuldigen toen ik zei dat de letters weg moesten vanwege het massatoerisme.
#Iamsterdam

AMSnote6658.09

“Het Amsterdam Museum heeft het werk van David Veldhoen verworven waarin hij de letters heeft verbeeld als een ruïne omgeven door anonieme toeristen.”

De prent van David Veldhoen is te zien op zijn web-site: “Tourists pop up, colonise the city and then vanish in the haze. We don’t know who they are.”

De zwaan is van Jan Asselijn, ca. 1650 geschilderd en hangt in de permanente opstelling van het Rijksmuseum in de Eregalerij met dit bijschrift:

“olieverf op doek, h 144cm × b 171cm // Energiek verdedigt een zwaan haar nest tegen een hond. Het gevecht werd in latere eeuwen politiek geduid: de witte zwaan werd opgevat als de in 1672 vermoorde staatsman Johan de Witt, die het land verdedigt tegen zijn vijanden. Met die interpretatie kwam het schilderij in 1800 als eerste aankoop in de Nationale Kunstgalerij (de voorloper van het Rijksmuseum) terecht.”

Read Full Post »

Ellie-Lust_Panoptes_Panoptos

Een al te lang en uitgekauwd interview met Ellie Lust in HET PAROOL van 22 september 2018 van de hand van Gijs Groenteman… Ellie ‘alziend’ (panoptes) en door de media-aandacht voor haar vertrek bij de politie ‘door allen gezien’ (panoptos). Agente met Argusogen in het oog van de Televisiecamera’s. Zien en gezien worden  past zeker bij de taak va een politieagent, maar als ‘het gezien worden’ met een veelvoud van duizend mediaal vermenigvuldigd wordt, veranderd de kwantiteit de kwaliteit. Politie dient te staan voor ‘onpartijdigheid’ zowel van afzonderlijke ambtenaren als van het apparaat als geheel. Een al te grote constante media-bekendheid van een afzonderlijke politieambtenaar plaatst die ambtenaar – hoe voortreffelijk die zich ook mag gedragen – in een positie waarbij ‘publieke taak’ en ‘publieke bekendheid’ met elkaar in conflict kunnen komen.

Ellie Lust wenst dit laatste niet in te zien en nu wordt haar conflict met de leiding van de politie niet binnenskamers, maar in de media uitgevochten, televisiester tegen politiemannen met sterren op hun uniform.

AMSnote6577.09

“Ik voel me me niet integer behandeld” is de krantenkop in Het Parool van 22/9/2018.

‘INTEGER” dat is ook het kopje boven een verklarende paragraaf in de ‘Beroepscode politie’  waarop politieambtenaren ingezworen worden. Ik citeer hier die paragraaf:

“Integer
Ik ben onafhankelijk in mijn optreden.
Ik handel niet uit eigenbelang,
maar voor de veiligheid van de
burger, mijn collega en mijzelf.
Ik ben mij bewust dat ik als politieambtenaar
24/7 een voorbeeldfunctie vervul.
Ik zorg ervoor dat mijn gedrag – tijdens
de dienst, daarbuiten, maar bijvoorbeeld ook
op sociale media – het imago van
de politie niet schaadt.
Als iets is voorgevallen waarbij ik twijfel over
mijn uitlatingen of handelen, neem
ik hiervoor verantwoordelijkheid en
spreek ik mij hierover uit.”

Het moge duidelijk zijn dat Ellie Lust met haar dubbelrol van politieagent en reality-tv-agent (inclusief een eigen bedrijf ter ondersteuning van haar televisie carrière), grensoverschrijdend was als politieagente in de zin van de politiewet en de daarbij behoren beroepscode. Zij opereerde zowel ‘in het echt’ als niet helemaal echt (politieagente spelend in reality-televisie programma’s). Daar waar zij zelf wellicht niet twijfelde over haar vermogen om beide rollen gescheiden te houden, deelden anderen die zekerheid niet. Het hierboven geciteerde principe van INTEGER zijn keert zich uiteindelijk tegen haar, want ook dat staat in de Beroepscode Politie, dat bij twijfel over het correct (kunnen) functioneren van een politiefunctionaris, deze twijfel ook door collega’s – in welke échelons dan ook – geuit dient te (kunnen)  worden. Dat is wat meermalen gebeurd is en uiteindelijk tot het ende van haar werk bij de politie zelf geleid heeft.

Die kop bij Het Parool interview misstaat dus. Ik ga de inhoud van dit interview hier niet herhalen enkel dit: na vele herhalingen van wat wel al eens eerder gezegd is in de stroom van publicaties over de dubbelrol van Ellie Lust, komt deze kernvraag en is haar antwoord erop haar eigen veroordeling

Vraag Het Parool: “Alleen vindt u het onredelijk dat u moet kiezen.”

Antwoord Ellie Lust: “Ik vind dat het gecombineerd had kunnen worden. Omdat ik Ellie van de politie ben. Op televisie.”

Laten we wel wezen een politie agent dient via de staat de gemeenschap te dienen en dat is een enkelvoudige taak, zonder bijbaantjes welke dan ook… Dat geldt voor de top (daar mag ook wel eens de bezem door), dat geldt voor de basis en eveneens voor uitzonderlijke politieagenten, zelfs voor Ellie Lust.

Ooit was er het oude instituut op dorpsniveau van de ‘onbezoldigde koddebeier’ (kodde is een oud woord voor knuppel en beieren is rondzwaaien). Het behoort tot de uitgestorven beroepen…. wellicht kan Lust dat nieuw leven inblazen inplaats van de knuppel met een microfoon en dan ‘het veld’ in veldwachtertje spelen voor de camera… zoals wij allen gezien hebben op de tv heeft zij zich daar al in geoefend.

Vraag me af of er ook omgekeerde beroepskeuzes gemaakt worden, zoals van tv-persoonlijk naar politieagent… Jeroen Pauw als wijkagent voor de grachtengordel, Eva Jinek als wijkagente op de wallen… Ja daarvoor moeten wel offers gebracht worden, geen bijbaantjes!

De Griekse mythe van de waakzame reus Argus wiens hele lichaam met ogen bedekt was (panoptes) verhaalt hoe Hera, de vrouw van Zeus, Argus als bewaker aanstelt om haar echtgenoot te beletten de door hem begeerde godin Io te bezitten. De waakzame reus wordt echter in slaap gesust door Mercurius als handlanger van Zeus, de god van handel, reizigers en winst. Door diens even aangename als slaapverwekkende muziek op fluit en lier, alsook het slaan van papaverbollen (opium) over de kop van van de reus, valt Argus in slaap en faalt in zijn taak als bewakers. Het panoptos (door allen gezien worden) van de media, de extra verdiensten, de vele reizen naar uitzonderlijke gebieden, strelen het ego en doen de aandacht voor de taak van het bewaken verslappen…

Ellie van panoptes tot panoptos.

Link naar het lange interview in Het Parool, de special: https://www.parool.nl/amsterdam/ellie-lust-over-vertrek-ik-voel-me-niet-integer-behandeld~a4604903/

Naschrift
De affaire Ellie Lust is niet nieuw, denk aan politievoorlichter Klaas Wilting, al weer 18 jaar geleden, ik citeer de Wiki over hem:

“In 1980 werd Wilting voorlichter bij de Amsterdamse politie en kreeg landelijke bekendheid met zaken als de ontvoering van Alfred Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer in 1983. Wilting was regelmatig op de televisie te zien. Ook deed hij veel mee in amusementsprogramma’s met bekende Nederlanders. De Amsterdamse politie verbood hem uiteindelijk nog op te treden in programma’s die niets met zijn ambt als woordvoerder van de politie te maken hadden. Daarop nam hij in 2000 ontslag bij de politie. Sindsdien is hij actief als mediatrainer.”

Ook staat in deze Wiki vermeldt  – het kan verkeren – dat Wiltink na zijn werk als politievoorlichter werkzaam was voor de frauduleuze DSB bank van Dirk Scheringa die hem als ex-poltievoorlichter en Gerrit Zalm als ex-minister voor financiën had ingehuurd om zijn oplichtingspraktijken in de media wit te wassen… Wilting wordt overigens door de Telegraaf in de kwestie Lust aangehaald, hij spreekt schande van het aan Lust aangezegde ontslag… Hadden ze in zijn tijd nog niet die beroepscode bij de politie? Zo ja, heeft er er ooit wel wat van begrepen?

Domheid is troef in deze kwestie… hier een screenshot van een aardige plaat op het net van die goeie tijd ouwe tijd van volksverlakkerij met een ex-politiewoordvoerder… Wiltink & de bankboeven. Het zou goed zijn als de regulier pers deze aardige foto van zich over het domme volk dat zich alles aanpraten laat vermakende oplichters opnieuw eens plaatsen om wat historische diepgang te geven aan de affaire Ellie Roest.
AMSnote6577.08

Read Full Post »

GeertDales
Twitterbericht Harry de Winter van 8 september 2017 over Geert Dales (die als wethouder van Amsterdam de gemeenteraad bezwoer dat de Noord/Zuidlijn van de metro “niet duurder dan 1,3 miljard” zou worden, waarna het uiteindelijk het driedubbele van dat bedrag werd), een algemeen bekend feit dat De Winter geïnspireerd heeft tot de volgende twitter uit het jaar 2017:

‘Hey daar heb je metro oplichter @geertdales weer,’

refererend aan het wethouderschap van Dales, waarin hij verantwoordelijk was voor de aanleg van de Noord/Zuidlijn. Dales diende daarop een klacht in wegens ‘smaad’ die nu in 2018 waardig bevonden wordt om voor het gerecht behandeld te worden.

Voor goed begrip de Noord-Zuidlijn van de metro heeft een lengte van 9,7 kilometer en heeft per strekkende meter 320.000,- euro gekost, dit om het gejuich “ja dan heb je ook wat” enigszins te dempen.

Geert Dales een bestuurlijke brokkenpiloot is nu al meer dan een jaar bezig is met zijn politieke rentrée – lijsttrekker van de ouderenpartij 50+ – waarbij het witwassen van zijn gehavend blazoen  zijn bijzondere aandacht heeft. Zo zie je bij een zoekactie op Google op zijn naam de mededelingen dat meerdere resultaten op grond van de Europese privacy wetgeving verwijderd zijn. Links ook die soms verwijzen naar nadere details, maar de dan aangesproken databases geven bij mij een ‘time-out’… een beetje Kafka dus.(**)

Nu is Geert Dales niet enkel de man van de grootste begrotingsoverschrijding ooit van de Gemeente Amsterdam (destijds als VVD wethouder)… hij was ook verantwoordelijk voor het debacle met super dure containerterminal met emblematische rode hijskranen in het Westelijk Havengebied waarin een grote zak overheidsgeld verdween en die uiteindelijk voor een habbekrats verpatst zijn. Zo ook kwam hij in opspraak bij zijn zijn bestuursrol van een hogeschool in Noord Holland (buiten zijn eigen schuld zo zegt hij keer op keer) en was hij even (2204-2007) – niet succesvol burgemeester van Leeuwarden. Thans is hij partijvoorzitter van 50 plus (een partij die bekend staat om moeite om in het openbaar te rekenen)…

Welnu de tweet van Harry de Winter is behoorlijk incompleet… moet ik mij daarvoor bij de rechter gaan beklagen? Taaltechnisch kun je wel van Dales zeggen met zijn hijskranen in het Westelijk Havengebied dat hij een ‘oplichter’ was…

Bovenstaande prent maakte ik in het jaar 2012… kan me niet herinneren waar ik die gepost hebt, wel zie ik dat de prent verdwenen is als ik via Google zoek… zou Dales daar de hand in hebben gehad? (**) NU ik plaats de prent (keurige plaat zonder smaad) nogmaals… hier!

Dit is wel een moment om maar weer eens eerdere kritische artikelen aan te halen over Geert Dales, die hij niet heeft kunnen laten verwijderen, zoals het stuk van de econoom Arnold Heertjes uit het jaar 2009: “Geert Dales: de grondlegger van de valse voorlichting”… staat nog steeds op de RTL website.

Bestuurskundige Armo Korsten noemt Geert Dales meerdere malen in een academisch geschriftje uit het jaar 2016: “Ontsporen van bestuurders

Wie bewijs wil zien dat bestuurders fouten niet makkelijk toegeven, kan bij voorbeeld terecht bij Geert Dales, en zijn optreden tegenover journalisten van dagbladen en televisieprogramma’s. Dales was een gevierde ‘stevige’ wethouder van Amsterdam in de periode 1998-2004, burgemeester van Leeuwarden in de periode 2004-juli 2007 en bestuursvoorzitter van hogeschool InHolland in de periode juli 2007-oktober 2010. Begin 2005 zat hij een VVD-commissie voor die een nieuw beginselprogramma opstelt, een nieuw zogeheten Liberaal Manifest, dat de titel draagt ‘Om de vrijheid’. Hierin wordt gepleit voor een krachtdadige staat. Dales werd in De Volkskrant op 16 dec. 2009 getypeerd als ‘een regent met lak aan alles’. Deze kwalificatie sloeg op zijn rol als verantwoordelijk wethouder voor de Noord/Zuidlijn in Amsterdam en zijn rol bij InHolland. Over de Noord/Zuidlijn verklaarde hij in Buitenhof: ‘ik heb geen fouten gemaakt’ (verder Soetenhorst, 2011). Op 11 oktober 2010 legde Dales bij hogeschool InHolland zijn functie neer. De officiële reden was een verschil van inzicht met de raad van toezicht en de rest van het college van bestuur over de bestuursstijl die nodig is bij deze onderwijsinstelling. [p.15]

Dan volgt nog een tweede opmerking over Geert Dales en dan met name over het verschil tussen het beeld dat anderen van hem hebben en zijn zelfbeeld:

Geert Dales moest in 2010 opstappen wegens verschil van inzicht over de bestuursstijl na een affaire rond examens. De medezeggenschapsraad had enkele dagen eerder het vertrouwen opgezegd. Dales’ medebestuurders waren ontevreden over het optreden van hun voorzitter in de diploma-affaire. Ingewijde medebestuurders stelden dat Dales zich te veel toelegde op het zuiveren van zijn eigen naam en te weinig betrokkenheid toonde met de hogeschool en de studenten. Ook zouden ze schoon genoeg hebben van wat zij ‘het gemanipuleer’ en ‘de baantjesjagersmentaliteit’ van Dales noemden. Wellicht had Dales zelf een ander beeld van zichzelf maar dat hielp niet; hij moest toch plaatsmaken. [p.65]

Zie ook Het Parool: 19/9/2018: “Harry de Winter voor de rechter na tweet aan Geert Dales” https://www.parool.nl/amsterdam/harry-de-winter-voor-de-rechter-na-tweet-aan-geert-dales~a4604735/

(*) Ruim 15 jaar geleden verzekerde hij als wethouder dat de nieuwe metro niet duurder zou worden dan gepland en trok hij de Amsterdamse gemeenteraad over de streep met de woorden: “Wij gaan niet overschrijden.” Nu betreurt hij dat.

Op een besloten bijeenkomst vorige week vrijdag in de ambtswoning van de burgemeester, verraste de als zeer zelfverzekerd geldende Dales de aanwezige (oud-)bestuurders met deze boetedoening. In het beslissende raadsdebat van 2002 wekte hij naar eigen zeggen verkeerde verwachtingen, door de raad tot twee keer toe te verzekeren dat de begroting toereikend was. Dat rekent hij zichzelf aan.

In 2002 bedroeg de begroting voor de nieuwe metrolijn 1,4 miljard euro. Inmiddels is deze meer dan het dubbele: 3,1 miljard. Naarmate de tegenvallers zich opstapelden kwam de omstreden uitspraak model te staan voor Amsterdamse zelfoverschatting en loze beloften. Dales werd daar de verpersoonlijking van.
https://www.parool.nl/amsterdam/dales-heeft-spijt-van-beloftes-nz-lijn~a4566291/

(**) Oud-VVD’er Geert Dales krabbelt op na de val: ‘Ik heb niet meer de drang erbij te willen horen’, De Volkskrant 8 juni 2018

Zelf is Dales amper actief op sociale media. Via Google Alerts, ingesteld op de naam Geert Dales, kan hij volgen wat er over hem wordt beweerd. Wat komt er zoal op een dag binnen? Dales is een klootzak. Maakt hij zich niet druk over. Dales is een lul. Ze doen maar. Iets anders is als iemand hem strafrechtelijke feiten verwijt. Dales is een fraudeur. Daar gaat hij achteraan. ‘Smaad en laster vergiftigen de maatschappij. Dat moet de kop worden ingedrukt.’

Mediaondernemer Harry de Winter noemde Dales een half jaar geleden in een tweet en daarna meerdere keren op Facebook ‘de metro-oplichter’. Sindsdien is Dales naar hem op zoek. ‘Ik heb vijf keer gemaild, gebeld, maar meneer geeft niet thuis. Een biertje drinken had het kunnen oplossen.’

Dales heeft aangifte van laster gedaan. Het Openbaar Ministerie laat weten dat ‘het dossier momenteel wordt beoordeeld’.
https://www.volkskrant.nl/mensen/oud-vvd-er-geert-dales-krabbelt-op-na-de-val-ik-heb-niet-meer-de-drang-erbij-te-willen-horen-~bc388f7a/

Read Full Post »

Oorspronkelijk geplaatst op mijn Flick news-tableau site op 24 mei 2014
Leerzaam omdat met ons kiesstelsel gebaseerd op “democratische meerderheden” van de helft +1 en je stem mogen uitbrengen op een kandidaat zonder optie om deze binnen een tijdsperiode van anderhalf duizend dagen terug te roepen omdat dee volksvertegenwoordiger (en de bijbehorende partij) iets heel anders aan het doen is dan wat zij/hij eerst voorgaf. destijds geplaatst in een kleine serie ‘onkieswijzer’AMSnote6257.02

“Amsterdams Democratisch Palet 2014: hoe een minderheid met D66 zich opmaakt de meerderheid te regeren”

“Voordeel in de stad op vertoon van stempas” was een gemeentelijke campagne in de dagen voor de raadsverkiezingen van dit jaar. Het resultaat van deze campagne is nihil geweest, of men moet een stijging van het opkomstpercentage van 50,3 naar 51,4% een succes willen noemen.

Zelfs voordat de definitieve uitslag bekend was trompetterden enkele deelnemende partijen al over hun VERKIEZINGSZEGE, daar waar er beter over een NEDERLAAG gesproken had kunnen worden met het nu al decennia lang als ‘normaal’ aangemerkte wegblijven van de helft van het electoraat.

Daar waar het aantal nieuwe te verkiezen partijen sterk is toegenomen is er een afname van het aantal stemmen dat zij krijgen. Het opmerkelijke feit dat maar liefst 11,8% van de geldige stemmen uitgebracht werden op partijen die onvoldoende aanhang wisten te verwerven om de kiesdrempel over te komen (die formeel kiesdeler genoemd wordt, het aantal geldige stemmen gedeeld door het aantal beschikbare raadszetels). Dat waren in het totaal 43.944 stemmen die als VERLOREN beschouwd moeten worden. Daarbij komt dan nog de diffuse groep van stemmen die of blanco waren of ongeldig verklaard zijn door het stembureau (5.193 stuks). (2)

Een goed systeem, om al degenen die vinden dat er onder het aanbod aan partijen & politici niets te kiezen valt, een kans te geven hun standpunt publiek te maken ontbreekt ‘de facto’, daar waar het ‘de jure’ wel mogelijk is.

De helft van het electoraat dat het af laat weten wordt nog wel in de aanloop naar weer een nieuwe verkiezing genoemd, als medeburgers die gemotiveerd zouden moeten worden, maar de dag na de verkiezingen al wordt er over hen (zeker in Nederland en nog meer in Amsterdam) niet meer gerept.

Partijen en politici willen dat onaangename gemis aan vertrouwen, of uitdrukking van burgerlijke luiheid, zo snel mogelijk vergeten.

Vervolgens wordt er met het afgegeven vertrouwen, het kiezersmandaat dat wel gegeven is, omgegaan op een wijze die weinig respect laat zien voor de getalsmatige volkswil. Politici zijn er meester in om hun feitelijk verlies als winst te presenteren.

Het uiterst relatieve gegeven van ‘de grootste’ partij (pal in het zicht van precieze verkiezingsuitslagen die ik hier boven ter overdenking in kaart gebracht heb) wordt dan als ‘ongeschreven voorschrift’ gehanteerd in weerwil van het feitelijke getallen-landschap om een leidende rol te spelen bij de formatie van een gemeentelijke regering. Dit laatste omdat in Nederland vrijwel nooit één enkele partij of zelfs niet twee genoeg stemmen krijgen om de zo gewenst de helft + 1 te bemachtigen.

Niet een ‘consensus’ model dat poogt de stemverhoudingen als resultaat van de laatste verkiezingsuitslag te vertalen in een gemeentelijke regering, maar het meest primitieve element uit ons parlementair stelsel, de regel dat beslissingen genomen kunnen worden met een stemverhouding van de helft + 1, is de gehanteerde maatstaf voor coalitie-onderhandelingen.

Deze vorm van ‘berekenend’ formeren van een regering, vermaalt vervolgens een groot deel van de nog enkele weken terug gedane verkiezingsbeloften tot ‘gehakt’, ‘half om half’, ‘half en twee kwart’, ga zo maar door.

Zo blind en dwaas kan het dan toegaan dat eerdere coalities en vroegere coalitiegenoten niet langer omarmd of gedoogd worden, maar te vuur en zwaard bestreden. Zo ontstond er gisteren nog – als ik de twitters van de stadsjournalistiek mag geloven – (1) , de situatie waarbij voormalig coalitie-genoot van de VVD, de Amsterdamse PvdA zei niet van plan te zijn tot een nieuwe coalitie met D66 + VVD. Onbegrijpelijk, zeker daar waar dezelfde PvdA landelijk, tegen heug en meug, maar toch, een coalitie met de VVD dagelijks gestalte geeft.

Een ieder die kan tellen en ook in staat is om die getallen ook als ruimtelijke elementen te begrijpen, kan toch zien dat buiten het grote zwarte gat van de stemonthouders, de twee partijen die – relatief – de meeste aanhang hebben D66 en de PvdA zijn. Als aan de wil van de kiezer enig belang gehecht zou worden, door de politici en hun partijen die zich nu suf vergaderen in de Stopera, dan is een basis-coalitie van die twee toch de meest voor de hand liggende oplossing? De VVD kan er dan nog wel bij om een riante “meerderheid’ in de parlementaire rekenkunde, te realiseren: 30 van de 45 raadszetels.

Ook voor de buiten zulk een schip-van-gemeente vallende partijen (SP en GroenLinks) is er voordeel te halen met deze uitmonstering, omdat het hen zal behoeden voor een zware afstraffing van hun volgelingen wegens ‘collaboratie’ in het volgende verkiezingsjaar dat al aan de einder daagt: 2018.

Dit alles gezegd zijnde vanuit een positie van iemand die met geen enkele van deze partijen een enige band heeft, die van alles verweten kan worden, behalve op enige wijze ‘parti pris’ binnen de Amsterdamse partijpolitiek te zijn.

De kleuren van het Democratisch Palet van Amsterdam zijn ‘flets’ als je ze percentagegewijs weergeeft volgens een vereenvoudigd schema van BLAUW voor Liberalen (D66 en VVD hadden niets voor niets aan lijstovereenkomst in het jaar 2014) (3) en ROOD voor de Socialen. Deze kleuren geven heel effectief het ‘kiezers-draagvlak’ aan (de primaire kleuren BLAUW en ROOD hebben een transparentiepercentage (op een witte achtergrond) gekregen dat overeenkomt met het hen toegekende percentage van het totaal aantal uitgebrachte stemmen in de stad. BLAUW (D66/VVD) wordt dan tot licht- en lichter-blauw en ROOD (PvdA/SP/GL) wordt tot gradaties van roze. Zouden wij deze kleurpercentages op het grote ZWARTE vlak leggen – dat al diegenen representeert die om wat voor reden dan ook niet gekozen hebben – dan blijven – ik heb het zojuist nog even uitgeprobeerd in Photoshop – enkel D66 en de PvdA heel vaag zichtbaar, de rest verdwijnt uit het zicht.

Partijpigment is zelden lichtbestendig en een zwarte ondergrond dooft de meeste kleuren.

—-

(1) Tweet ontvangen op 23/5/2014
Bas Soetenhorst
‏@bassoetenhorst
@tjebbe PvdA weigert coalitie met VVD en D66 #formatie020
Reply Retweet Favorite More
10:31 AM – 23 May 2014

(2) Tabel 1 Uitgebrachte geldige stemmen, blanco/ongeldige stemmen, kiesgerechtigden en opkomstpercentage bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad, 2010 en 2014 )op pagina 6)
www.os.amsterdam.nl/pdf/2014_gemeenteraad_definitieve%20u…

(2) 17/3/2014: “ONkiesWIJZER aan de “Linkse kiezer”: Lijstverbinding D66 + VVD = asociaal-neo-liberaal VVD66″
https://limpingmessenger.com/2018/03/20/onkieswijzer-aan-de-linkse-kiezer-lijstverbinding-d66-vvd-asociaal-neo-liberaal-vvd66-herhaald-bericht-in-2018-uit-2014/

zie ook:

– 20/5/2014: “TRAMHALTE STOPERA mei 2014 – aangepaste dienstregeling met “En nu vooruit met nieuw elan: D66 Amsterdam”
https://limpingmessenger.com/2018/03/20/tramhalte-stopera-mei-2014-aangepaste-dienstregeling-met-en-nu-vooruit-met-nieuw-elan-d66-amsterdam/

– 20/5/2014: “Jan Paternotte D66 OMKEER of INKEER van de zegevierder: het Canossa aan de Amstel gaat over Paars”
https://limpingmessenger.com/2018/03/20/jan-paternotte-d66-omkeer-of-inkeer-van-de-zegevierder-geen-paars-maar-donker-bruin/

Over het vol optimisme op 18/4/2014 aangekondigde ‘Groene Akkoord met GroenLInks” dat niet bestand bleek tegen andere partners dan D66 + GL; zie mijn commentaar: “D66 + GroenLinks “HET GROENSTE AKKOORD IN AMSTERDAM” = Totale Uitverkoop Van Sociaal Wonen”
https://limpingmessenger.com/2018/03/20/akkoord-d66-groenlinks-totale-uitverkoop-van-sociaal-wonen-ging-niet-door-in-2014-maar-zal-het-gaan-in-2018/

Read Full Post »

AMSnote6254.02

Nee je kunt niet (meer) op Frits Bolkestein stemmen bij de komende gemeentaraadsverkiezingen, de laatste keer dat dat kon in 2006, werd hij gekozen, maar liet verstek gaan, zo a-serieus en anti-parlementair is deze man die niet zonder publiciteit leven kan. Nee wij allen in Europa hebben in 1999 niet kunnen stemmen bij de uitverkiezing van Frits Bolkestein tot Euro Commissaris voor de Interne Markt.
Toch is het deze Bolkestein die iedere keer, voorafgaande aan verkiezingen of na het bekend worden van de uitslagen, zich als ‘maker’ van de reëel bestaande macht aan de media presenteert (en daar steeds een gewillig oor vindt). Zo ook aan de vooravond van de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen van het jaar 2018 zo staat in De Volkskrant van 17 maart op het einde van een interview dit te lezen:

Op wie gaat u straks stemmen?

De VVD Amsterdam is al jaren veel te links

‘Nou kijk, de VVD Amsterdam is veel te links. Al jaren. Die lijsttrekker, Van der Burg, heeft gezegd dat Amsterdam meer asielzoekers moet opnemen. Absurd! Ik vind dat-ie weg moet. Zal ook wel gebeuren, maar jammer genoeg pas na de verkiezingen.


Ik vind dat hij weg moet zegt de nestor van de VVD, dat hebben we eerder van hem gehoord zo noteerde ik 5 jaar geleden, in 2013 dit edict van Paus Bolkestein:

“RUTTE MOET HIERNA STOPPEN”

Nieuwsuur & vele anderen bronnen kopten in deze trant afgelopen week.

Weer sprak de onfeilbare paus in naam van De Grote Liberator die in de Hemel zijt van zijn spreekgestoelte, buiten-parlementair en boven iedere vorm van democratie verheven.


Curieus is dat wat in die hele slotpassage van het Volkskrant interview met Frits Bolkestein gezegd wordt. Ik herhaal het eerste deel en geef daarbij ook zijn uitspraak op wie hij dan wel gaat stemmen:

Op wie gaat u straks stemmen?

De VVD Amsterdam is al jaren veel te links

‘Nou kijk, de VVD Amsterdam is veel te links. Al jaren. Die lijsttrekker, Van der Burg, heeft gezegd dat Amsterdam meer asielzoekers moet opnemen. Absurd! Ik vind dat-ie weg moet. Zal ook wel gebeuren, maar jammer genoeg pas na de verkiezingen. Ik stem deze keer op Hala Naoum, de nummer 5 op de VVD-lijst. Zij is absoluut niet links. Ze is een Syrische christen die op haar 15de naar Nederland is gekomen. Hala is Nederlandse geworden, ze heeft gestudeerd, ook in Parijs. Ik ken haar persoonlijk, ik heb haar gesteund bij haar kandidaatstelling op de lijst. Een heel begaafde jonge vrouw. Voor mij, heren, is Hala de hoop in bange dagen.’

Bolkestein_meer-asielzoekers_Hala

Als verlosser voor Amsterdam wordt hier een Syrische christen, Hala Naoum Néhmé, opgevoerd, die zo begrijpen we uit het eerste deel van Bolkestein’s uitspraken over de door hem beoogde VVD beleidslijn voor Amsterdam ‘tegen het opnemen van meer asielzoekers’ is en bij eventuele verkiezing, zal zijn. Bolkestein suggereert dat de dochter van asielzoekers in Nederland, wier ouders als Syrische christenen in het verleden (1999) de onderdrukking in hun land van oorsprong ontvlucht zijn, zich keert in het heden tegen opname van nieuwe asielzoekers, dus ook die uit Syrië, dit niet enkel als een tot Nederlander genaturaliseerde, maar ook als een christen, zonder enig erbarmen.

In een lang interview in Het Parool van 12 december 2017 onder de kop “Toekomstig VVD-raadslid Hala ­Naoum Néhmé (33) kwam hier vanuit ­Syrië”, wordt door haar hoog opgegeven over “Nederlandse waarden” en het voordeel bij integratie in Nederland door het christelijke geloof van het gevluchte gezin. Ik lees nergens iets over het beperken van asielaanvragen, laat staan met betrekking tot Amsterdam. Dit roept nog meer vragen op. Is er sprake van een verborgen agenda waarbij de geloofsovertuiging van asielaanvragers een rol speelt? Of heeft Frits Bolkestein domweg Hala Naoum Néhmé verkeerd begrepen, of wil hij haar zijn visie op een noodzakelijke beperking van asielzoekers via de media opdringen. Ook kan het zijn dat de helderheid van de geest van Bolkestein – gezien zijn hoge leeftijd – af en toe te wensen overlaat. Nog eens een keer die beide interviews (met Frist Bolkestein en Hala Naoum) overgelezen en het woord “absurd” als diskwalificatie van een streven door VVD wethouder Van der Burg, blijft nagalmen. Ook zie ik dit punt in de reacties in de pers van Van der Burg op het edict van Bolkestein, niet nader genoemd worden.

In een web-bulletin van het lokale nieuws van Zwolle, staat een wat uitgebreider artikel daterend van 27 mei 2016 waarin Hala Naoum aan het woord komt, met name over integratie. De geschiedenis van haar aankomst en de wijze waarop zij kansen kreeg om te integreren zijn leerzaam, zij zegt er zelf over dat wat haar overkomen is een ‘buitenkans’ was (opname in een Nederlands gezin om de taal en cultuur te leren, in haar tiener jaren). Zij weet ook zinnige dingen te zeggen over waarom integratie in andere gevallen niet goed verloopt. Hier een langer citaat:

Over het algemeen doen asielzoekers het beter qua integratie dan die arbeidsmigranten. Het is een heel bekend onderzoeksresultaat. Tegelijkertijd heb je binnen de groep vluchtelingen ook mensen die altijd hele grote uitkeringsafhankelijkheid hebben gehouden zoals Somaliërs. Ik ben nu vrijwilliger in een van de opvangcentra voor Syrische vluchtelingen in Amsterdam. Ik moet optimistisch zijn over hun integratie kansen, maar toch ben ik dat niet. Ze hebben allereerst een ongelofelijk trauma opgelopen in Syrië. Daarnaast zijn ze ook onrustig omdat ze hopen hun familie over te kunnen laten komen. Tot die familie hier is, is al het geld dat je in de integratie steekt weggegooid geld. En zelfs als ze dan blijven, zullen ze altijd rancuneus zijn dat het westen niet heeft ingegrepen in Syrië. Er zullen ook altijd uitzonderingen zijn, maar ik denk dat hun integratie nog slechter zal gaan.

Nergens staat er iets waaruit kan blijken hoe deze dochter van asielzoekers uit 1999, zich in 2018 tegen de komst van asielzoekers zou kunnen gaan richten. Het lijkt erop dat Frits Bolkestein op een schandelijke wijze zijn eigen visie en politieke manipulatiedrift heeft vermengd. Hoe kan het dat dit de twee journalisten die hem een  interview hebben afgenomen, Frénk van der Linden en Pieter Webeling, dat niet nagetrokken hebben?
Dit alles is tekenend voor de oppervlakkigheid en het nabauwen in zowel de reguliere als de sociale media van wat in krantenkoppen staat, zonder enige verdere toetsing.
Is dit dan ook niet een voorbeeld van NEPNIEUWS met als originator de nestor van de VVD?



Hieronder de tekst van het vorige optreden van Paus Bolkestein



(Deze prent heb ik al enkele jaren geleden gemaakt bij eerdere ex-cathedra uitspraken van Bolkestein, maar heb die destijds laten liggen… )

Het is trouwens dringen om de pauselijke stoel van de Liberalen, ook Hans Wiegel de zelf gekroonde koning van het gelijknamige éénmanskabinet (*) en Ed Nijpels de man met de gouden stropdas deden soortgelijke uitspraken.
——

Inspiratiebron Nieuwsuur: “Oud VVD-leider Frits Bolkestein zegt dat het beter is als Mark Rutte na deze periode stopt als VVD-leider. Bolkestein: “Als ik Rutte zou zijn zou ik deze periode afmaken en dan zou ik daarna commissaris in Brussel worden.” Volgens Bolkestein doet Rutte het goed, maar is het onvermijdelijk dat er na tien jaar partijleiderschap ‘metaalmoeheid’ optreedt. ”
nieuwsuur.nl/onderwerp/490283-bolkestein-rutte-moet-hiern…

– extra parlementair = buiten parlementair (tijdens de roerige dagen van activisme in de zestiger tot en met de tachtiger jaren van de vorige eeuw, werden al diegenen die meenden zich buiten het netjes verkozen parlement om met politiek te moeten bemoeien, vaak weggezet als ‘ondemocratische buiten-parlementaire elementen’. Interessant is te constateren dat als ex-politici, die niet langer volksvertegenwoordigers zijn, zich plompverloren als ‘koningsmakers’ in de politiek mengen. Dan wordt dat niet als ‘on-democratisch gezien.

-ex cathedra

Ex cathedra is afkomstig van het Latijn en betekent letterlijk: ‘vanuit de zetel’ (gesproken vanuit de pauselijke zetel). De uitdrukking heeft verschillende betekenissen:
een beslissende en gezagvolle leeruitspraak van de paus.
iets op zeer belerende toon uitspreken.
voor een groep mensen een bepaalde materie doceren.

NB de cathedra van Bolkestein staat in Amsterdam in het buurtje aan de Amstel dat de toepasselijke naam ‘De Omval” draagt, alwaar zijne eminentie zijn kathedraal bewoont.

“Wanneer de Bisschop van Rome met het hoogste leergezag (ex cathedra) spreekt, dat wil zeggen, wanneer hij zijn ambt van herder en leraar van alle christenen uitoefent en met het hoogste apostolische ambtsgezag definitief beslist, dat een leer over geloof of zeden door de gehele Kerk gehouden moet worden, dan bezit hij op grond van de goddelijke bijstand, die hem in de heilige Petrus is beloofd, die onfeilbaarheid, waarmede de goddelijke Verlosser zijn Kerk bij definitieve beslissingen in zaken van geloofs- en zedenleer wilde zien toegerust. Deze definitieve beslissingen van de Bisschop van Rome zijn daarom uit zichzelf (ex sese) en niet op grond van de toestemming der Kerk onveranderlijk (irreformabiles).” (Wikipedia)

– ex-politicus = Bolkestein was volksvertegenwoordiger tot 1998. In het jaar 2006 stond hij nog wel (als lijstduwer) op de VVD lijst voor Amsterdam, maar ondanks voorkeursstemmen zag hij af van deze lokale parlementaire rol. Hij zei in het jaar 1998 nog publiekelijk de ambitie te hebben minister-president te worden. Dat is hem nooit gelukt, cq overkomen.
————-
(*) zie mijn prent “ÉÉNMANSKABINET niet gekozen maar zelfgekroond WIEGEL II”
flic.kr/p/dsnqZW

Read Full Post »

iHitNew27_Beatrix_80_Drakensteyn2

BEA HOUD JE GEHEIME FEESTJES PRIVÉ en niet op gemeenschapskosten midden in de stad in het genaaste Stadhuis op de Dam, waarbij het eigen dagelijkse leven van de stad ondergeschikt gemaakt wordt aan een afgetreden Koningin die publieklijk blijft herhalen hoezeer zij zih bevrijd voelt na afstand van het koningschap en hoezeer zij de privésfeer opzoekt en haar verjaardag in besloten kring wenst te vieren: zie hier het resultaat zoals altijd het tegenovergestelde van wat zij en haar entourage beweren….

Het stadhuis staat nog steeds op de Dam … en in Amsterdam is nooit een koninklijk paleis gebouwd (dat wat zo genoemd wordt is jatwerk uit de tijd van de Napoleontische bezetting)… de Oranjes (prinsen met een bijbaantje als stadhouder) logeerden in Het Princenhof, een voormalig klooster genaast door de protestanten van de katholieken, aan de Oudezijds Achterburgwal… Omdat de Oranjes gewoon het jatwerk van de Fransen overnamen werd het stadsbestuur verbannen naar waar vroeger de Prinsen van Oranje sliepen, Het Princenhof… dat gebouw over een eeuw steeds aangevuld en veranderd, ondermeer een deel in de stijl van de Amsterdamse School, werd eind vorige eeuw weer door de het toenmalige stadsbestuur verpatst aan een Chinese hotelketen…
~
en ja wie betaald de rekening voor dit en andere feestjes, waarvoor de stadsburger om moet lopen, wachten… zelfs als het privé is nog de arrogantie hebben om je feestje midden in de stad te bouwen… ik ben al lang Oranje Beu (moest als kind nog deelnemen aan jaarlijkse aubades ter ere van de koningin en met een oranje vlaggetje zwaaien).

Ref: “De trams in de binnenstad rijden om of zijn ingekort vanwege een feestje van prinses Beatrix. De voormalige koningin viert vanavond haar tachtigste verjaardag in het voormalige stadhuis op de Dam. Hoewel het geheim is wie daar allemaal voor uitgenodigd zijn, is het in ieder geval wel behoorlijk druk.

Lees ook: Beatrix viert verjaardagsfeestje in Koninklijk Paleis

Trams die de Dam passeren op hun vaste route lopen vertraging op, moeten omrijden of zijn ingekort. Ook het overige verkeer op de Nieuwezijds Voorburgwal heeft last van het feestje.”
http://www.at5.nl/artikelen/178140/prinses-beatrix-legt-verkeer-rond-de-dam-plat

Read Full Post »

Op dit moment… (31/1/2016 12:00 uur) zie ik vanuit mijn raam een zeer kleine stoet komt uit het stadhuisgedeelte van de Stopera, wel is de hele rijweg afgezet (veiligheid denk ik). Nog steeds hebben wij geen herdenking van hoe het kwam dat de Nazi-Duitse vernietigingscampagne van degenen die door hen als ‘joden’ geclassificeerd werden zo succesvol was in Nederland (we zitten in de top tien van landen waar de meeste als joden geclassificeerden niet levend uit WWII gekomen zijn, samen met Polen en Hongarije….).

Verleden jaar hing de beruchte “iedere stip = 10 joden” kaart van het Amsterdamse gemeentelijke Bureau voor de Statistiek in het Memorial Holocaust Museum in Washington. Geen enkele Nederlandse krant wist daar over te berichten, aangezien het thema ‘collaboratie’ van de plaatselijke autoriteiten met de Duitse Nazi’s was. Dat past niet in het na-oorlogse geconstrueerde zelfbeeld van de HuichelHollander.

Tekst bij de stippenkaart in het Holocaust Memorial Museum te Washington, verleden jaar in de tentoonstelling over collaboratie bij de Holocaust in bezette laden: “Some where neighbors”: “COLLABORATION OF CIVIL SERVANTS AMSTERDAM, THE NETHERLANDS, MAY 1941 Map of Jewish households in Amsterdam (each dot represents 10), created on German instructions by a Dutch civil servant in the city’s Statistics Office. Was the unidentified official merely obeying orders or did he actively support anti-Jewish measures? This map convinced German authorities that the Jewish population was too dispersed to confine to a ghetto. Credit: NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies, Amsterdam.”
http://somewereneighbors.ushmm.org/#/exhibitions/workers/un1386/description

Tekst bij de stippenkaart in het Holocaust Memorial Museum te Washington, verleden jaar:

AMSnote6651.01

Tekst bij de stippenkaart in het Holocaust Memorial Museum te Washington, verleden jaar: “COLLABORATION OF CIVIL SERVANTS AMSTERDAM, THE NETHERLANDS, MAY 1941 Map of Jewish households in Amsterdam (each dot represents 10), created on German instructions by a Dutch civil servant in the city’s Statistics Office. Was the unidentified official merely obeying orders or did he actively support anti-Jewish measures? This map convinced German authorities that the Jewish population was too dispersed to confine to a ghetto. Credit: NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies, Amsterdam.”

In 1987 publiceerde ik deze kaart opnieuw als mijn bijdrage aan het Joods Historisch Museum dat toen geopend werd. De’stippenkaart’ heeft NOOIT in het Joods Historisch Museum gehangen. Tot dát moment kan je dus de letter H gevoegelijk uit de naam van het JHM weglaten.

tt44_Eeen-bijdrage-aan-het-Joods-Historisch_Museum_1987-04-28.jpg

Ik zag van de week ook op de Muiderstraat, pal naast de Portugese Synagoge, één van die gemeentelijke straat-tentoonstellingsborden staan met een foto en een verhaal over verzetsstrijder Gerrit van der Veen. Keurig wordt hier ook vermeld dat hij betrokken was bij de aanslag op het Gemeentelijk Bevolkingsregister, dat toen in een gebouw grenzend aan Artis aan de Plantage Middenlaan gevestigd was. Wat ontbrak was het gegeven dat de ‘ruitertje’ op de persoonskaarten in de bakken die verwezen naar “Joden”  keurig door Amsterdamse gemeenteambtenaren geplaats waren. Dat ook de registratie behorende bij de constructie van het half-open joodse=ghetto in Amsterdam (de concentratie in bepaalde buurten) iets was dat snel en efficiënt van gemeentewege uitgevoerd werd.

stippenkaart_1633

Hier in Amsterdam, bij het bevoegd gezag, zijn ze nog nooit toegekomen aan een diepgaand terugblikken op die ‘collaboratie’… Ja zeker dat was afgedwongen, maar collaboratie blijft het.

In dezelfde reeks historie-borden op de Muiderstraat is er ook een van Mr. Visser… de jurist die openlijk dorst te protesteren. Of het naar hem genoemde onhandige verkeersplein dat ontstaan is door het wegmeppen van wat ooit (in positieve zin) de Jodenbuurt heette (Markenplein, Markensteeg,enz.) recht doet aan de de protesten van deze President van de Hoge Raad der Nederlanden tot zijn schorsing en ontslag als ‘jood’ zonder protesten van zijn collega’s in 1940-1941? Hij probeerde tevergeefs zijn collega’s op regeringsniveau tot meer verzet tegen de anti-joodse maatregeken van de Duitse Nazi bezetters te bewegen. Tevergeefs.

Laten wij mensen als Lodewijk Visser (1871-1942, hem bleef de gang naar het concentratiekamp bespaart doordat hij aan een hersenbloeding thuis overleed) blijven eren, maar tegelijk ook de namen weten te noemen van hen die ‘gewoon’ hun werk deden en daarmee tot collaborateurs werden.

De burgermeester zal nu wel bij de kapotgeslagen glazenplaten van Jan Wolkers (het Auschwitz-monument), met een keppeltje op, een redevoering houden. En ik ontzeg Van der Laan – die moreel wel een nette man is – dat publiek lijden niet, maar de historisch wijzende vinger naar anderen  moet ooit ook in eigen boezem gestoken worden….

————
Zie ook mijn uitgave van 29 april 1987, destijds verspreid als een bijlage bij het Weekblad BLUF. De Universiteitsbibliotheek Amsterdam heeft een exemplaar van het origineel.

Manifest 1987 “EEN BIJDRAGE AAN HET JOODS HISTORISCH MUSEUM” de “ieder stip = 10 Joden” kaart van het Amsterdams Gemeentelijk Bureau voor de Statistiek gemaakt in 1941. Gepubliceerd als bijlage van het actieweekblad Bluf nr. 267 op 29/4/1987 door “tj.” dat was mijn paraaf/pseudoniem in die tijd als ik het niet zo nodig vond dat mijn naam ergens onder stond, maar ook niet helemaal anoniem wilde blijven. Het is een A2 formaat met aan de ene kant de kaart en de andere een manifest tekst. De Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Kaartenzaal heeft een exemplaar en in de beschrijving wordt mijn ‘pseudo’ opgelost:

 Tijen, Tjebbe van. 1987. Verspreiding van de joden over de gemeente (mei 1941). Amsterdam: s.n.].

www.worldcat.org/oclc/71517530

 De kern van het betoog staat in deze passage (het is in het jaar 1987):

 “Ook In het zojuist geopende Joods Historisch Museum heeft deze kaart geen plaats gekregen. Wel zijn er, in het verhoudingsgewijs zeer beperkte deel dat aan de vervolging In de tweede wereldoorlog is gewijd, de hiervoor genoemde verordening tot registratie van de joden en gemeentelijke formulieren tot uitvoering ervan te zien.

 Nu zijn er honderdduizenden documenten, die hetzelfde lot van In vergetelheid rusten In storfige archieven beschoren Is. Waarom nu juist dit document gereproduceerd?

 – Omdat het in al zijn koele nauwkeurigheid vrijwel in een oogopslag de werking van de vernietigingsmachinerie toont.

 – Omdat de huidige Informatiemaatschappij oneindig veel verdergaande mogelijkheden tot registratie, selectie en de daar op votgende uitschakeling en vernietiging heeft en deze kaarten je dat met een schok duidelijk maken.

 – Omdat het hier een product van gewone keurige gemeenteambtenaren betreft, waardoor je des te meer beseft hoe diep de mogelijkheden tot onderdrukking en vernietiging besloten zijn in de ‘eigen samenleving’; hoe bedriegelijk het is al het kwaad aan herkenbare ‘gemeen ogende bruten’ toe te schrijven; hoezeer je zelf deel uitmaakt van zo’n ‘stelsel’.”

[Tijen, Tjebbe van. 1987. “Een bijdrage aan het Joods Historisch Museum: (oproep tot het opnemen van de kaart) “Verspreiding van de joden over de gemeente (mei 1941)”. Gepubliceerd als een bijlage bij het weekblad Bluf no.267 d.d. 29/4/1987.

Download publicatie in PDF formaat: imaginarymuseum.org/downloads/tt44EenBijdrageAanHetJoodsH….

Read Full Post »



Kop van Het Parool vandaag: “Amsterdam Museum, zonder Historisch.”

Dat beweer ik nu al weer geruime tijd: “die ‘H’ in de naam van het ‘Amsterdams Historisch Museum’ is een letter en een woord teveel. Een museum dat niet langer in staat is het verleden steeds weer kritisch te hereiken (*), mag zich geen ‘Historisch’ Museum noemen, maar verwordt tot een uitstalkast van oude voorwerpen die als enig doel hebben om genoeg pannenkoeken en prentbriefkaarten te verkopen middels de museumkantine en -winkel, om de ‘oudheidkamers’ tussen Kalverstraat en Nieuwe Zijds draaiende te houden.

Vanaf januari wordt het ‘AHM’ dus kortweg ‘AM’ en dat past perfect in de looproute van ‘de toeristische trekpleisters op het zere verleden’, van Anne Frankhuis en Madame Tussaud, tot Rembrandthuis en een ander museum – dat gezien haar tentoonstellingsbeleid van de afgelopen decennia – wellicht ook het recht op die letter ‘H’ dreigt te verliezen, Het Joods Historisch Museum aan het Jonas Daniel Meijerplein (**).  Als we de trekpleisterroute vervolgen en de brug bij de Weesperstraat oversteken en langs het voormalig ouden van dagen huis het Amstelhof lopen is er nog een museum dat de letter ‘H’ al bij haar openingstentoonstelling heeft moeten inleveren: de ‘Ermitage aan de Amstel’, met haar kritiekloos etaleren van de pronkstukken van het door lijfeigenen rijk geworden geslacht van de  Romanovs met vermijding van het historisch verband tussen het autocratisch tsarisme en het daaruit voortgekomen Sovjetbewind. Niet voor niets was zowel Koningin Beatrix als President Dmitry Medvedev bij de opening (met in het gevolg ook nog de toenmalige CEO van de Koninklijke Shell Jeroen van der Veer die de gelegenheid aangreep om een nieuwe deal over olievelden in Siberië aan te kaarten).

Ook het  bijna doodgeboren ‘Nationaal Historisch Museum’ dat zich  vanaf  januari 2011 – eveneens in Amsterdam – schuil gaat houden in een kerk aan de Sint Anthoniesbreestraat dreigt het zonder ‘H’ te moeten stellen, omdat het bij decreet vastgestelde aantal vensters op de nationale geschiedeniscanon, nauwelijks binnen de eerdere genoemde definitie  van het bijvoeglijke naamwoord ‘historisch’  te vatten is: ‘het verleden steeds weer kritisch hereiken’. ‘Nationaal Museum; is korter en dekt ook beter de door voormalig SP kamerlid Jan Marijnissen geformuleerde taakstelling van het bevorderen van een ‘neo-nationaalbewustzijn’ (***).

Duidt dit jongste gebeuren  op een ware trend van onthistorisering van musea, zeker nu er van regeringswege verklaard is dat musea met onvoldoende bezoekersaantallen niet langer op rijkssteun mogen rekenen? Hebben ‘de succesvolle managers’ het niet al lang overgenomen van ‘de studieuze wetenschappers’ in de directiekamers van onze lokale en nationale erfgoedinstellingen? Een tentoonstellingsbeleid gericht op ‘kassakrakers’ ligt in het verschiet, waarbij de ‘de historie’ zeker overleven zal, zij het uit het zicht, in goed verborgen ‘schuilmusea’.


(*) …zoals met de éénzijdig royalistische Oranjetentoonstelling van scheidend directrice Pauline Kruseman (nu nog Vicevoorzitter Raad van Toezicht Nationaal Historisch Museum);  ‘Theater na Tomaat’ een buitenshuis samengestelde, slordige tentoonstelling, waarbij zelfs het jongste verleden onvoldoende bestudeerd was en onbestaande verbanden als historische feiten gepresenteerd werden (zie een meer feitelijke beschrijving op mijn web site); de viering van “Vier eeuwen vriendschap” tussen Amsterdam en New York met totale verwaarlozing van zowel het weinig succesvolle en ook gewelddadige kortstondige Hollandse bewind aldaar en met een algeheel negeren van de revolutionaire ideeën van de 17e eeuwse Amsterdammer Franciscus van den Enden en zijn utopische visie voor een nieuwe volksplanting op de plek die later New York is gaan heten: “Kort Verhael van Nieuw-Nederlant” (1662). Dit laatste is wel de allergrootste gemiste kans van een museum in jaren, om zo’n hinderlijk ‘zoveel eeuwen’  jubileum niet aan te grijpen om een onderbelicht deel van de geschiedenis onder de aandacht te brengen. [n.b. Wim Klever heeft verschillende teksten van Francsicus van den Enden opnieuw bezorgd en van commentaar voorzien]

(**) …het Joods Historisch Museum ziet het niet als haar taak om de lokaal pijnlijke geschiedenis van de efficiënt georganiseerde deportatie van Joden vanuit Amsterdam pregnant in beeld te brengen (de beruchte Gemeentelijke planningskaart voor het Joodse Ghetto van Amsterdam hangt wonderlijk genoeg verderop in Het Verzetsmuseum). Museumprojecten die jonge generaties Amsterdammers kunnen helpen om een ander inzicht te geven in de geschiedenis van het Jodendom en hun vervolging worden node gemist. Wat steeds ontbreekt bij het vormen van een eigen inzicht is de onaangename geschiedenis van de medewerking – van zowel Nederlandse autoriteiten als vertegenwoordigers van de Amsterdamse Joodse gemeenschap – aan de deportaties. Zo’n  zelfkritische historische benadering is een voorwaarde om een beter debat over het huidige door oppervlakkige argumenten gestuurde anti-semitisme mogelijk te maken.

(***) Jan Marijnissen: “Een volk zonder geschiedenis bestaat niet. Elk volk, ook het Nederlandse volk, heeft dus een geschiedenis. De hedendaagse verwarring over onze morele, culturele en politieke identiteit vindt voor een deel haar verklaring in het ontbreken van historisch besef in brede lagen van de bevolking.” Voor eerder commentaar op het 19e eeuwse idee van een ‘Nationaal Historisch Museum’ aan het begin van de 21e eeuw zie mijn post “Good news: plan for new National Historical Museum of the Netherlands cancelled” op dit blog.

Read Full Post »

Just saw a history television program (VPRO Andere Tijden/Other Times) on the rise of the new type of elderly home in the Netherlands in the seventies of last century and remembered a reportage I wrote for our radical weekly newspaper (Amsterdams Weekblad) must have been 1972 on a sad old man who had been transported to the new pre-graveyard high rise structure, from the inner town to the outskirts of the city…. He was looking from his high rise coffin onto a high road serpentining to a grey horizon… Just checked the municipal archive for a photograph of that particular elderly home (Flevohuis) and found it. The picture illustrates the atmosphere perfectly… the Public Works photographer gave a visual clue by the black frame ribbon that goes with this historical document of Old age Apartheid in the Netherlands; the Welfare Home Lands for the elderly…. freeing young and productive families from the burden of having parents….

'TEHUISLAND FLEVO' (Elderly Home Country) at the border of the city, at the edge of a former cemetery. Fotoarchief van de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting; eldery home Kramatweg, Indische Buurt (Indian neighbourhood pointing to the old Dutch East Indies) Amsterdam.

Read Full Post »

Amsterdamse raad ‘in geheim’ bijeen” (over de nieuw te benoemen burgermeester) lees ik net in Het Parool, zo gaat dat bij ons in democratisch Nederland en terecht! Een regent die kun je niet kiezen… zulk een benoeming gaat alleen maar als het binnenskamers ‘bekokstoofd’ wordt. Onze democratisch verkozen vertegenwoordigers komen vanavond in het geheim bij elkaar en volvoeren dan een ceremonieel dat niet zou misstaan in de congregatie van geheimzinnig doende  organisaties als de Vrijmetselaars. Coöptatie democratie dus, de kiezer stemt alleen in een stemhokje en de verkozenen gaan vervolgens binnenskamers, om belangrijke beslissingen gaar te stomen voor het daarop volgend ceremonieel van het ‘publieke debat’. Er is een term voor dit bijkans universele verschijnsel: ‘publieke samenzwering’. Wij zijn er aan gewend, wij weten niet beter, wij accepteren bij voorbaat dat het er zo aan toegaat. Onze volksvertegenwoordigers zweren – door ons gemandateerd – samen. Zo is nu eenmaal ‘het politiek bedrijf’. In het geval van een “door de kroon benoemde” burgermeester is er inmiddels een ‘vertrouwensspel’ in zwang gekomen, dat heel ‘publiek’ in het dagblad Het Parool beschreven staat (*). De burgers van deze stad komen er niet aan te pas, hoe kan het ook anders? Welk kind kiest zijn of haar eigen vader of moeder? Wij stadsburgers zijn immers niet anders dan onmondige kinderen?

Gisteren kwam ik bij een onderzoek bij het IISG, teruggravend tot in de zestiger jaren, een pamfletje tegen over hetzelfde Amsterdam in andere tijden waar het ging over het ontberen van ‘demonstratievrijheid’ en op datzelfde pamfletje stond ook de eis voor een “gekozen burgermeester”. Dat was in de tijd dat iedereen nog onverbloemd wist te spreken over ‘regentenmentaliteit’, waar vandaag een waas van overmatige communicatie ons vrijwel blind heeft gemaakt voor de grote mate van continuïteit van het systeem van macht.


De keerzijde van dit pamflet met de ondertekenaars, is interessant, omdat een deel van de genoemde socialistisch georiënteerde organisaties (ANJV, OPSJ gelieerd aan de Communistische Partij; FJG aan de PvdA) waarvan meerdere leden later tot in hoge regionen van diverse politieke partijen gestegen zijn, het in bijna een halve eeuw toch niet voor elkaar hebben kunnen krijgen om dat van de “gekozen burgermeester” ook echt voor elkaar te boksen.


Ik heb hier nog een schets voor een verkiezingsaffiche liggen die laat zien hoe het er in de Regentenstaat der Nederlanden aan toe gaat, een ontwerp dat  jammer genoeg altijd actueel blijft…

=====
(*) Dit is de beschrijving van ‘democratie ten voete uit’ in het Parool van 23 juni 2010 11:23 uur

“AMSTERDAM – Amsterdamse gemeenteraadsleden hebben per sms een oproep gekregen om woensdagavond naar de Stopera te komen. Het moest geheim blijven, maar daar vindt om half acht een raadsvergadering plaats. Enig agendapunt: de voordracht van een nieuwe burgemeester.

Bij aanvang van de vergadering krijgen de raadsleden de voordracht onder ogen van de ‘vertrouwenscommissie’, waarin alle fracties met één lid zijn vertegenwoordigd.

Tot nog toe bekende kandidaten zijn Eberhardt van der Laan, Roger van Boxtel en Annemarie Jorritsma. De voordracht bevat in principe twee namen, waarbij als het aan de commissie ligt de nummer één Job Cohen opvolgt. Vervolgens volgt een schorsing van onbepaalde tijd, waarin de fracties apart vergaderen over de voordracht: steunen ze die of proberen ze de nummer twee naar voren te schuiven?

De raadsvergadering wordt hervat met een geheime, schriftelijke stemming. De uitslag wordt gemeld aan de commissaris van de koningin en de twee kandidaten. Daarna maakt de gemeente officieel bekend wie kandidaat nummer één is.

Die kandidaat wordt bij het kabinet voorgedragen voor benoeming. De hoop is dat het kabinet volgende week de voordracht bekrachtigt. Dan kan de nieuwe burgemeester 7 juli in de raad geïnstalleerd worden.? (HET PAROOL)

23-06-10 11:2″

Read Full Post »

Lokjoden, lokhomo’s, als jood of als homo verklede politie-agent-provocateurs die hierdoor aangetrokken joden- en potenrammers in de kraag gaan grijpen. Recente  voorstellen (*) voor Amsterdam met positieve discriminatie als doel, maar in mijn visie zijn het middelen die het doel in de verkeerde richting voorbijstreven. Ook zwaardere straffen voor geweld tegen homo’s behoren mijns inziens tot de categorie van middelen die niet in overeenstemming zijn met het uiteindelijke doel: gelijkwaardigheid van alle mensen. Dat gaat ook op als er gestraft moet worden.

Marcouch wil dat de politie daadkrachtig optreedt tegen daders van antisemitisch geweld. "Ik vind dat je alles moet doen om die etters, die kwelgeesten, die criminelen te pakken." De PvdA'er reageert hiermee op berichten dat joden in sommige Amsterdamse stadsdelen zich niet meer veilig voelen op straat met een keppeltje op. Klik beeld voor link naar artikel op de web site van Amsterdamse lokale televisie AT5.

Ooit waren uiterlijke kenmerken van het tot een maatschappelijke groep behoren van overheidswege opgelegd. Het koloniale bewind van de Hollanders hield – bijvoorbeeld – middels strenge kledingvoorschriften controle over miljoenen onderdanen in Oost-Indië. Inlander, Chinees, Indo en raszuivere Hollanders konden zo keurig op geruime afstand onderscheiden worden door hun kleding en daarmee gemakkelijker in het gelid gehouden worden. Apartheid is niet voor niets een Hollands woord en ergens dringt dit  uiterlijk en ruimtelijk gescheiden houden van religies, rassen, klassen  en standen, voortdurend in de ‘vaderlandsche’ geschiedenis door: van half verborgen schuilkerken voor niet staats-protestante christenen, tot stegen en sloppen voor de armen net even apart van de grachtenhuizen voor de rijken, van bewaakte asociale dorpen in Amsterdam-Noord tot burgerwijken in oud-Zuid. Segregatie ook in het huidige Amsterdam van Buitenveldert tot Bijlmer, van Grachtegordel tot De Baarsjes.

De relatieve onzichtbaarheid – op straat – van het tot een gemeenschap behoren, in de moderne verstedelijkte samenleving wens ik als een emancipatie te zien. De tegenbeweging met haarbedekking voor vrouwen en geloofsduidende hoedjes en petjes voor mannen lijkt gelijke tred te houden met ander uniformgedrag van neo-punkers tot oranjefans. Als de lokale politie hier zich nu opzichtig als homoachtige homo of  joodachtige jood gaat verkleden om, met deze stereotypen een stereotype reactie uit te lokken, bij een doelgroep die door de vele bestraffend wijzende Hollandse vingers in hun ghetto gehouden worden (de Marokkaanse jongeren), dan vind ik dat een handelen dat van een onbeschrijfelijk gebrek aan inzicht getuigt. Uitlokking genereert en bevestigt geweld. Dat dit soort onbezonnen voorstellen ook nog eens een functie van populariteit bevorderende maatregelen voor bepaalde politici hebben maakt het nog eens te meer kwalijk.

Verbetering van hoe wij met elkaar omgaan is niet met dit soort ‘stereotype hypes’ gediend. We kennen de overgeleverde slogans: ‘ze moeten wel met hun poten van onze rot-joden afblijven’ en een enigszins positief bedoeld ‘onze rot-marokkanen’ bestaat ook al enige jaren (uitspraak toebedeeld aan Pim Fortuyn, die er – anders dan Wilders – bij zei dat het daarom ook “ons probleem” was); zo dient een ieder ook met zijn poten van onze ‘rot-poten’ af te blijven. Maar zulke op een gespleten karakter wijzende half-goedbedoelde-leuzen waren en zijn onvoldoende.

Het zijn ‘onze rot-Hollanders’ die maar niet in het reine wensen te komen met hun eigen ‘rot-geschiedenis’ die deel van het probleem zijn, maar het niet van zichzelf willen weten. Als nu eens in plaats van de oranje gekleurde ‘fata morgana’s’ van nationalistische geschiedenis interpretaties en het “Nederland kan het weer! Die VOC mentaliteit…” (Balkenende, 2006), een omslag in het begrijpen van het verleden van dit land zou plaats vinden, dan was daarmee tevens een basis gelegd voor een andere opvoeding en scholing van ‘onze jeugd’, ongeacht hun af- en herkomst. Als de ‘huichelhollander’ het onaangenaam verleden gemaakt door vorige generaties – waarvoor hij/zij zelf niet verantwoordelijk gehouden kan worden – gewoon onder ogen zou zien en dit onverbloemd voor zichzelf en aan de jeugd duidelijk zou weten te maken, dan komt er ruimte voor een mentaliteitsomslag. Leren, uitleggen, begrijpen, hoe joden en homo’s hier in de loop van de geschiedenis in de de verdrukking zijn gekomen, tot aan de onaangename details van registratie, concentratie en deportatie van de meeste Nederlandse joden met medewerking van Nederlandse autoriteiten en joodse notabelen die dachten het onheil te kunnen keren, tijdens de Duitse bezetting. Onder ogen zien hoe de eerste generatie na-oorlogse gastarbeiders hier binnengehaald werden op vrijwel gelijk wijze als de Chinese, Javaanse en Hindoestaanse ‘koelies’ in de nadagen van het Nederlands koloniaal stelsel naar Suriname werden gehaald. Arbeiders die hier decennialang bijgedragen hebben aan de groeiende welvaart en waarvan werkgevers en autoriteiten dachten dat ze even onopvallend als ze binnengehaald werden wel weer zouden verdwijnen. Ik zie nog voor mijn ogen de spandoeken van gastarbeiders-demonstraties op het einde van de zeventiger jaren toen de conjunctuur langzamerhand terug begon te lopen met leuzen als “Wij willen werken”, iets wat Geert Wilders (1963-) geweten had kunnen hebben als hij als tiener zijn ogen had opengehouden.

"Hoe het begon, de vele gezichten van Marokkaans Nederland", een reeks documentaires van de NOS waarin een onthullende oude Polygoon reportage uit 1969 over het ronselen van arbeiders op contract door de Nederlandse regering in Marokko is te zien... de hele serie zou vast onderdeel dienen te zijn van de geschiedenisles op Nederlandse middelbare scholen. Klik plaat om naar de on-line versie van deze videos te gaan.

Als ook de vensters van de ‘national geschiedenis canon‘ vermeerderd worden en de versluierende vitrages weggetrokken worden, opdat massamoord, slavenhandel en tal van vormen van koloniale exploitatie en lokale uitbuiting in zijn volle omvang begrepen kunnen worden, dan is dat de voedingsbodem waarop het zaad van een minder gewelddadige samenleving gezaaid kan worden, waarmee jonge generaties Marokkanen en wie er nog meer behoefte aan hebben tot andere gedachten gebracht kunnen worden. Daarmee en daardoor wordt een leraar – van lagere school tot MBO – in staat gesteld om de Holocaust in een begrijpelijk geheel van gebeurtenissen te plaatsen; dan kan ook de complexe geschiedenis van de Maghreb, de Arabische veroveringstochten, het Ottomaanse rijk, het Franse en Spaanse kolonialisme, de regionale tegenstellingen en het ontstaan van het conflict in het huidige Midden Oosten, begrijpbaar en bespreekbaar gemaakt worden. Ook hier is veel onverkwikkelijks te melden niet enkel ov er de vestiging van de staat Israel en onteigening en ontheemding van de Palestijnen, maar eveneens de tumulteuse Noord-Afrikaanse geschiedenis. Ook daar ligt er een verhullende sluier over het verleden.

Wie de tentoonstellingsagenda van de laatste vier decennia van het Amsterdamse Joods Historisch museum en het Amsterdams Historisch Museum (AHM) kent, weet dat deze door de gemeente gesteunde culturele en educatieve instellingen niet of nauwelijks bij machte geweest zijn om  bovengeschetste onderwerpen tot het centrum van een kritisch debat te maken (buiten de uitzondering die gemaakt kan worden voor het onderwerp van homoseksualiteit in het AHM). Met name het Joods Historisch Museum is de grote afwezige als het gaat om deelname aan een bestaand maatschappelijk debat bij de keuze van haar tentoonstellingen. Waarom niet het anti-joodse sentiment  bij (een deel van) de Marokkaanse jeugd tot een museum-presentatie of project gemaakt?  Waarom is de tragedie van Amsterdam, de constructie van het joodse ghetto, de bureaucratie van de Joodse Raad en het falen van het verzet ertegen niet ter lering en als waarschuwing, in een permanente opstelling in meerdere talen, te zien in dit museum, een verhaal dat dieper graaft en verder durft te gaan dan dat wat nu in het toeristisch lokkertje van het Anne Frankhuis aan verhullen verhaal te zien is?

Een tastbaar monument voor eigen historisch onvermogen zou deze stad sieren. Dat is pas dapper. Daarmee en daardoor valt uit het verleden te leren. Niet het sprookje over ‘Amsterdam die tolerante stad’ die nooit bestaan heeft. Zulk een zelfkritische presentatie zal iedereen zo ver uit de eigen tent weten te lokken dat we elkaar weer recht in de ogen kunnen kijken en op voet van gelijkheid met elkaar over heden en verleden kunnen spreken. Dat is geen politie en justitie taak, dat is een culturele taak, het wordt tijd voor  voor LOKHOLLANDERS TEGEN GEWELD met acties  ter verlokking van de Marokkaanse en alle andere jeugd.

Een reeks iconen met stereotypen, waarvan ik de precieze bron nog niet heb kunnen vinden, maar waarbij het vrijwel zeker gaat om 'teenagers stereotypen'. Het zou goed zijn als een jong talent eens in dergelijke reeks van stereo-typen voor Nederland/Amsterdam zou maken. Vereenvoudigde, schematische beelden zoals die nu bij teenagers bestaan. De benoeming van Marokkaanse jongeren en dan met name Marokkaanse jongens als 'straat-terroristen' (Wilders, 2009/210) is op zich net zo'n stereotype.

====
(*) Recente voorstellen lokhomo’s en lokjoden  info & links:

http://www.parool.nl/parool/nl/5/POLITIEK/article/detail/300523/2010/06/21/Asscher-voelt-voor-inzet-lok-Joden.dhtml

– Omdat dit artikel in de Elsevier van 19 juni2010 enkel gedeeltelijk on-line staat, citeer ik hier in extenso de formulering van René van Rijckevorsel (plaatsvervangend hoofdredacteur van Elsevier) “Is geweld tegen joden en homo’s soms normaal?.”  Voor mij getuigt de hieronder gevoerde redeneertrant van een te nauwe focus op een deelprobleem, waarbij dan weer een deeloplossing aangedragen wordt, die meer problemen zal veroorzaken dan oplossen. Dit terwijl de onderliggende fundamentele vraag onbeantwoord blijft, wat dan wel de Nederlandse samenleving is, waaraan als buitenstaanders voelende en behandelde groepen, aangepast dienen te worden. Mij bekruipt een huiver ook door het geciteerde taalgebruik van de heer Marcouch: “Deze jongens hebben een speciale behandeling nodig. Ze moeten geknipt en geschoren worden, voordat ze weer op straat staan.”

"Moffenhoer" behandeling van een vrouw met een Duits liefje op 8 mei 1945 in Amsterdam: kaalgeknipt en geschoren en met pek ingesmeerd en gedwongen voor de foto de Hitlergroet te brengen. Een voorbeeld van hoe snel bij een machts- en rolomdraaiing de strafhandeling verwordt tot een spiegelbeeld van wat verafschuwd werd..

“Geknipt en geschoren”, voor mij zijn dat een hele reeks beelden: ‘bijltjesdag’ waarbij een niet geheel koshere menigte de liefjes van Duitse soldaten op straat kaalscheren; militair geleide heropvoedingsgestichten voor straatbengels zoals beschreven in de jeugdromans van  ‘Pietje Bel’ tot ‘Willem Roorda’; dorpsgerichten op het Italiaanse platteland in de zestiger jaren waar hippies (cappelloni) de haren afgeknipt  werden… Zulke beelden vliegen zo snel door je hoofd en laten zich zo traag opschrijven en lezen, dat ik nu verder René van Rijckevorsel aan het woord laat:

“Verontwaardiging
Terwijl Geert Wilders door heel politiek correct Nederland wordt gekapitteld voor zijn generieke opvattingen en ongenuanceerde uitlatingen over moslims, is er relatief weinig publieke verontwaardiging over de wijze waarop jonge Marokkaanse Nederlanders in de publieke ruimte redelijk ongestoord hun antisemitisme kunnen botvieren.

Maar wat Marokkaanse Nederlanders denken en zeggen over joden, gaat nog een tandje verder dan wat Wilders beweert over moslims. Overigens heeft die nooit gezegd dat álle moslims Nederland uit moeten, zoals tegenstanders zijn woorden uitleggen, hij had het over criminele moslims en ‘straatterroristen’ met dubbele nationaliteit.

Vinexwijk
Niet alleen joodse Nederlanders hebben het steeds zwaarder te verduren. Het is met de dag onveiliger om ostentatief als homo over straat te gaan in wat ooit de ‘gay capital of the world’ was. Of om als homostel in vinexwijk de Leidsche Rijn in Utrecht te wonen. Twee mannen zijn er uit hun koophuis getreiterd door Marokkaanse jeugd. Er is nog niemand gearresteerd, omdat er niet genoeg bewijs is, aldus burgemeester Aleid Wolfsen (PvdA).

De onrust over het toenemende anti-homogeweld leidde afgelopen zondag tot een spontaan protest bij het homomonument in de schaduw van de Amsterdamse Westertoren. In aanwezigheid van het nieuwe PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch kwamen honderden demonstranten bijeen.

Behandeling
Marcouch wond er geen doekjes om: ‘Deze jongens hebben een speciale behandeling nodig. Ze moeten geknipt en geschoren worden, voordat ze weer op straat staan.’ Hij wees erop dat er geen hek om Nederland staat, daarbij degenen aansprekend die de vrijheid en tolerantie blijkbaar niet kunnen verdragen. Later in de week bepleitte hij zelfs het inzetten van ‘lokjoden’.”

bron = http://www.elsevier.nl/web/Opinie/Commentaren/268375/Is-geweld-tegen-joden-en-homos-soms-normaal.htm#

Read Full Post »

37e dag voorarrest 10 juni 2010:

De Damschreeuwer = VRIJ maar nog niet vrijgesproken.

416 mensen ondertekenden de petities gestart door Hen Krol, talloze commentaren en veroordelingen van zijn gijzeling/voorarrest waren in de eerste twee weken te horen, later verminderde de belangstelling, zoals fraai te zien is op de petities.nl web site. Voor het digitale nageslacht hierbij de belangstellingscurve… van de petitie-site.

De conference van Freek de Jonge aan de vooravond van de verkiezingen zal zeker aan de overwegingen van de rechters om hem niet langer in voorarrest te houden hebben bijgedragen. Toch nog de macht van het woord? Wel versterkt door geconcentreerde media-aanschat (1.6 miljoen kijkers) denk ik mij als getal te herinneren. De zaak zelf is nog niet afgedaan. Het is van belang om ook de nu intredende vertragingstactiek van het rechtssysteem bij te houden. De zaak begint nu overeenkomsten te vertonen met die van de wegens majesteitsschennis op de Dam in Amsterdam opgepakte Uruguayse demonstrant tegen “De Domme Prins” en zijn ontkenning van enige betrokkenheid van zijn schoonvader bij de Argentijnse genocide tijdens de vuile oorlog (in het jaar 2002). Waarmee we tevens in de toekomst kijken en luisteren en een schreeuw over de Dam denken te horen “Nunca Mas!” tijdens de kroning van Willem Alexander met Pa Zorreguieta op het bordes van het paleis. De lieden die dat mogelijk gaan roepen zijn waarschijnlijk meer nuchter dan de Damschreeuwer op de vroege avond van 4 mei 2010.

[Deze tekst werd geschreven voor de Facebook campagnepagina: DE DAMSCHREEUWER MOET VRIJ!]

Kort videofragment met verklaring advocaat van de Damschreeuwer voor lokale televisie AT5

Read Full Post »

Het was 37 jaar geleden dat wij in onze aktiekrant voor Amsterdam “Het Amsterdams Weekblad” een oproep plaatsten om het met ondergang bedreigde dorpje Ruigoord te kraken. Een lid van onze buurtaktiegroep in de Nieuwmarkt die wij “Willem de slooper” noemde en zoals je begrijpt met sloopwerk zijn brood verdiende, moest in opdracht van zijn baas leeggekomen huizen in Ruigoord slopen voor plannen die nog verre van zeker waren. Willem vond dat schandelijk, alarmeerde ons en zo gingen wij naar Ruigoord op de fiets en met een camera en werd een aantal korte stukjes met plaatjes en een kaartje geplaats. Artikelen die het dorpje mede hebben helpen redden. Aanstaande zondag wordt een kleine aan Ruigoord gewijde tentoonstelling in het Amsterdams Historisch Museum geopend en omdat je met dat museum nooit zeker ben of ze het wat betreft de recente geschiedenis historisch wel voldoende onderzocht en het bij het rechte eind hebben (de komende week heb ik een artikel gepland met kritiek op een gelijklopende tentoonstelling over de aktiegroep Tomaat in dat zelfde museum)  hierbij een stukje dat ik  begin dit jaar schreef voor Hans Plomp (Nieuwe Ruigoorder van het eerste uur) voor zijn verjaardag…

November 1972 wordt er een oproep gepubliceerd in het Amsterdams Weekblad ondertekent door H. de Jong uit Ruigoord om de met sloop bedreigde leeggekomen woningen in het dorpje Ruigoord te kraken en daarmee het dorp – al was het dan tijdelijk – nieuw leven in te blazen. De oproep heeft succes. Nu, iets meer dan 38 jaar later bestaat Ruigoord nog steeds omringd door een dijk die het afschermt van wat ooit een gebied met weilanden en sloten was en nu onder een dikke laag zand is verdwenen en deels tot industrie-terrein is omgevormd.

all in action news paper Het Amsterdam Weeekblad November 1972 to squat the threatened village of Ruigoord (at that time a new petro-chemical industry was planned in a new harbour area that would erase the village from the surface of the earth)

Call in action news paper Het Amsterdam Weeekblad (an activist weekly) November 1972 to squat the threatened village of Ruigoord (at that time a new petro-chemical industry was planned in a new harbour area that would erase the village from the surface of the earth) Drawing on the cover by Bert Griepink.

Het Amsterdams Weekblad was een collectief door vrijwilligers uitgegeven weekkrant, begin 1972 opgericht door een groep jonge mensen sinds meerdere jaren betrokken bij sociale acties in Amsterdam: Provo (1965-1967), Woningburo de Kraker (1967-1969), aktiegroep De Lastige Amsterdammer (1966-1979), Aktiegroep Nieuwmarkt (1970-1976), het ‘underground’ blad OM en andere losse samenwerkingsverbanden. Hoofdkwartier was gevestigd in het pand Keizersstraat 2A waar de eigen kleine drukpers stond die bediend werd door Rob Stolk en Lou van Nimwegen, beiden nauw betrokken bij de eerdere Provobeweging. Die drukpers was enkele jaren daarvoor gekocht van geld dat de Universieits Bibliotheek Amsterdam betaalde voor de overname van het archief van de Provobeweging (13.000 gulden iets wat sommigen een fabelachtig bedrag voor zo’n verwerpelijke beweging vonden). Dat bedrag was ondergebracht in de Stichting voor een Goed en Goedkoop Leven die het geld deels geinvesteerd had in een drukpers, dit vanuit de wetenschap dat ‘vrijheid van drukpers’ enkel bestaat voor hen die er een hebben.

xxx

Ruigoord: the village will disappear under a layer of sand for a chemical industrial area. Already 20 houses have been demolished on order of the Amsterdam municipality. New houses, only 7 to 10 year old, boarded up. In the village there is insecurity, one asks if the plans will be realized at all. Come to Ruigoord!

De kraakbeweging die sinds de winter van 1967 in zijn moderne georganiseerde vorm, met lijsten van leegstaande panden en een juridische en praktische handleiding om zulke leegstaande ruimtes te bezetten, was eerst actief in de Amsterdamse Dapperbuurt en concentreerde zich vervolgens in de met sloop bedreige Nieuwmarktbuurt waar vele onklaar gemaakte woningen stonden. Aangezien een groot deel van deze buurt zou moeten wijken voor de aanleg van een ondergrondse metro (die de net gebouwde slaapwijk Bijlmermeer moest verbinden met de binnenstad) en boven op die metro weer een snelweg geflankeerd door kantoren gepland was, kwam een complex van maatschappelijke problemen in het vizier bij de aktievoerders die in de Nieuwmarktbuurt voor zichzelf een woning of werkruimte veroverd hadden: stedebouwkundige functiescheiding in wonen, werken, verkeer en receëren; schaalvergroting; onroerendgoed speculatie; verkeerslawaai en luchtverontreiniging; teloorgang van landelijke gebieden en versjieking van historische volksbuurten. Deze thema’s, die aanvakelijk enkel op buurtniveau aandacht kregen in actiebladen als Geillustreerd Bethaniennieuws, Lastage en Nieuwsmarkt, werden met de oprichting van het Amsterdams Weekblad verbreed en naar het grootstedelijk niveau gebracht. Directe actie werd gecombineerd met onderzoek en eigen weergave van het gebeurde. Schrijven, tekenen, fotograferen, de opmaak, het drukken, het gezamenlijk vergaren van de losse pagina’s, alsook het verzenden van de abonnementen en de distributie van het blad naar boekhandels en het toen nog bestaande dichte netwerk van lokale ‘sigarenboeren’, dat alles was een colectief gebeuren. De intentie was meer activistisch dan literair, de benadering van onderwerpen en schrijfstijl nauwelijks intellectualistisch, eerder populistisch. Woon- en werkomstandigheden van kleine lieden vormden de hoofdmoot met reportages over de stress van tram- en busbestuurders, manipulatie van arbeiders in een autofabriek, slechte huisvesting van gastarbeiders, triestheid van wat ‘kinderspeelplaatsen’ genoemd werden … Ook eigen ervaringen in tijdelijke baantjes van de medewerkenden aan het Amsterdams Weekblad werden omgevormd tot reportages en onthullingen, zoals uitzendburoos = uitzuigburoos; opjagen van kantinepersoneel bij de RAI.

xxx

Small map published in the weekly Amsterdams Weekblad showing how to get to the village of Ruigoord.

Begin zeventiger jaren was ook de periode in de gemeentelijke politiek waar burgers niet langer braaf al de beslissingen van bovenaf slikten, een periode waar naarstig gezocht wordt naar beteugeling van deze onvrede die zich vaak in burgerlijke ongehoorzaamheid en directe actie uit. Het instituut ‘ombudsman’ wordt uit Zweden overgenomen (met gemeenteambtenaar Jo Boetje als eerste exponent van dit nieuwe beroep) en het toverwoord ‘inspraak’ is tijdens de vele bijeenkomsten waar zwetende bestuurders zich moeten verantwoorden niet meer dan een eufemisme: er wordt geschreeuwd, men ‘pikt het niet langer’.

xxx

An advertisement of the municipality of Amsterdam to attract customers for their new harbor plans found in 1972 in The Holland Herald, a free tourist magazine distributed by KLM and other airway companies flying to the Netherlands, it is commented in an issue of the Amsterdams Weekblad (comments are in Dutch)

Deze trend ook vult in het anderhalfjarige bestaan van het Amsterdamse Weekblad vele bladzijden, waarbij er een nieuwe vorm van participerende verslaggeving ontstaat die betrokkenen bewoners vaak tot steun dient, of het nu boze volkstuinders, roerige Betondorpers in Watergraafsmeer die zich ingesloten zien door verkeersklaverbladen, of strijders tegen de overwoekering door universiteitsbouw op het Roeterseiland zijn. De enkele pagina’s die hierna volgen (in externe link) tonen aan dat oproepen en initiatieven door dit blaadje, dat in een oplage van zo’n duizend exemplaren verscheen, toch verstrekkende en langdurige gevolgen konden hebben.

Tjebbe van Tijen 10/1/2009

Read Full Post »

Two KLM posters from the fifties combined (*) with a Google Earth view of Amsterdam and 7 examples of cut-out, non montaged real street photographs of oversized Dutch wooden shoes (klompen) that can be found in all tourists areas of the town outside the shops that sell tourist gadgets; tourist like to pose for their family  or friends in these disproportioned footwear; an uncountable number of such photographs can be found in personal collection all over the world as a reminder of a visit to the city of Amsterdam

Two KLM airway posters from the fifties combined (*) with a Google Earth view of Amsterdam and seven examples of cut-out, non montaged real street photographs of oversized Dutch wooden shoes (klompen) that can be found in all tourists areas of the town, outside the shops that sell tourist gadgets. Tourist like to pose standing in them for a picture – by their family or friends. An uncountable number of such photographs of people in disproportioned Dutch footwear must be around in personal collection all over the world as a reminder of a visit to the city of Amsterdam. It keeps me wondering, was it really fun? Did they have any association wearing these big clogs, like the word ‘sabot’ for wooden feetwear of workers in French, from which comes the word ‘sabotage’? The Dutch wooden shoes, ‘klompen’, have mostly disappeared from daily  life in the Low Countries, though some farmers and workers in the fields may still use them. The footwear was meant only for outside and would be left at the porch, so one was walking inside on ‘socks-feet’ (op kousenvoeten). ‘Klompen’ for the Dutch themselves associates strongly with no-fuss, sometimes even rough behavior, something fragile being trodden by a sabot. The most frequently used Dutch expression referring to ‘klompen’ is “dat kun je op je klompen aanvoelen” (you can sense that with your wooden-shoes on). Click picture for full size view of the collage.

Splendid weather yesterday,  a late September saturday afternoon, it made my friend and me decide to walk to the Lindengracht market at the other side of the town center. So, the Red Light district, the major shopping streets and one of  the soft-drug tourism arteries, the Haarlemmerstraat had to be crossed. These are areas which I always try to avoid when going by bicycle, but now we were on a social-geographic survey of these parts of town, which I had not seen for quite a while.The streets were bustling with tourists and their non-directional pace of walking: halting to study their maps without concern for the other pedestrians and cyclists – often in the middle of the road; whimsically crossing as if the streets were empty; framing their camera pictures while forgetting about the world outside their viewer – causing frequent near accidents; being absorbed in consuming their walk-about-lunch; trying to keep group cohesion despite the fragmented Amsterdam public sidewalks with their thresholds and anti-car parking poles. A mixed aroma of exhausting fumes, hashish and the smell of cheap pizza touches our nostrils as we manage to proceed slowly in the direction of our evening meal shopping market in the Jordaan neighborhood.

I montaged two modernistic tourist photographs in this illustration, found on Flickr made by what seems to be amn under the alias 'Urbandiscount' who has a talent for catching the scenery beyond the regular flat tourist pictures (*). Click Picture for full size view.

I montaged two modernistic tourist photographs in this illustration, photographs I found on Flickr, made by a man posting under the alias ‘Urbandiscount’; a photographer with a talent for catching the atmosphere, better than most regular flat tourist photographs (**). Click picture for full size view.

Two views in one of the yourist crowds in the Warmoesstraat

Amsterdam, Warmoesstraat, at two different moments montaged in one view, showing the regular tourist crowds. Click picture to study the text and images on the sign posts.

As this walk was meant a survey as well, I scan the street fronts of the houses and shops for apparent changes, and there were many. The main trend is not typical for the inner town of Amsterdam, but maybe more outspoken and dramatic than elsewhere. Most of the surviving shops that had some direct function for the life of the locals are gone: grocery and green grocers, the traditional coffee-burning and grinding shops, tobacconists, hardware shops, dry cleaning and the like, with one exception, the bakery shops, the last ones seem to survive all modern massification and monopolization and are thriving with new tourist customers. Venues like the open front walk in ‘coffeeshops’ are examples of replacements. Coffeeshops (the Dutch way of spelling it) whose business is in fact selling hashish and offering smoking facilities for those who claim to smoke it pure… (so the anti-smoke law for public spaces does not apply). Waves of  loud music pour from these establishments and there seem to be no more local residents left at the floors above who could rightfully protest against the reproduced sound levels. Shops specializing in ‘recreational drugs’ paraphernalia pop up with regular intervals along our trajectory, also tattoo and piercing studios, male and female lingerie boutiques  and sex cinemas. The condom shop is still there (called ‘Condomerie’) it exists already for twenty years in the Warmoesstraat, once started as a fun idea in  one of the groundfloor shops of the then squatted housing block ‘Blauwlakenblok’, developing into a regular business enterprise soon after. A bit further on, in the direction of the train station, many gay bars, hotels and ‘darkrooms’ (mainly male) have settled in the last two decades. A historical function one may say, as the Warmoeststraat has done the sexual catering for both the sailors and local inhabitants for centuries. What is different though – compared to the past – is the density of such facilities now, and the fact that homosexual services are openly promoted. House after house in the Warmoesstraat and surroundings have been taken over by a ‘troika’ of the recreational sex and drug industry combined with what we Dutch call ‘horeca’ (snackbars, restaurants, cafés). The ‘horeca’ is there mainly to supply the armies of ‘lurkers’ – those who are just watching – with an alibi to have a drink and snack, wander around and stare. Step by step this troika has pushed out services providing for the daily needs of local residents. I still remember the area as a mixture of cafés, restaurants, sex business, small workshops and family living. I have not seen statistics yet on the dwindling number of normal resident houses or apartments in the Red Light district and adjacent areas, but that it is strongly diminishing is something anyone “can feel with their wooden-shoes on.”

"The pink margin of dark Amsterdam,  rise of the homosexual bar-culture in Amsterdam 1930-1970" a publication from 1992 by Gert Hekma and his wide circle of informants. With a map showing the location of bars over 60 years.

“The pink margin of dark Amsterdam, rise of the homosexual bar-culture in Amsterdam 1930-1970” a 1992 publication by Gert Hekma (University of Amsterdam) and his wide circle of informants, with a map showing the location of bars over 60 years. Each dark triangle in the rosettes on the map represents a decade. At the left a facade drawing I found in the municipal archive of Warmoesstraat 20, where from 1955 to 1971 Hotel Tiemersma with its pre-darkroom facilities had its abode. I have slightly colored the facade drawing because it would otherwise hardly be visible. To be able to see the details you have to click the picture..

What was – only forty years ago – a very much needed sexual emancipation of suppressed gay people, has grown into an industry concentrating to such a level in certain areas of town, that other social and economical functions are marginalized by it, or cease to exist. In a very instructive little book “De roze rand van donker Amsterdam” (the pink margin of dark Amsterdam) delivered by Gert Hekma of the University of Amsterdam in 1992, one can read about the very slow rise of “a homosexual bar-culture” in the period 1930-1970 and the inventive ways of gay people  to congregate in times that homosexuality was a thing not even mentioned. It is only in the fifties that the worse forms of police prosecution are over and several membership clubs start to offer some sort of safe heaven for (mostly male) homosexuals to meet, like the drab DOK cellar at the Singel (in ‘gebouw Odeon’) seen – once forty years ago – as the biggest gay dancing in Europe. The Warmoesstraat and its surroundings do have over half a century of history  in supplying gay entertainment. A pioneering place was Hotel Tiemersma, once a tobacco shop at number 20 of the Warmoestraat, started by a sailor man Sako Jan Tiemersma. From the early fifties the hotel also had a tiny bar (without a permit at first) with a permissive barkeeper that allowed some forms of intimacy. The hotel rooms had no lock and the clientèle also behaved with little restrictions and a kind of ‘darkrooms’ avant-la-lettre existed there. The hotel was a meeting point for the early leather scene (‘leerwereld’ in Dutch, which is a funny word as it also means ‘world of learning’), a scene that heralded the shift from the feminine tot the macho-type of homosexual behavior. The Amsterdam homo community before WWII had its  division in active penetrating males (called ‘tules’) and passive receiving feminine males (called ‘nichten’). It was a community in which sexual partners from the twilight zone of heterosexuality also participated as ‘tules’. With the advent of the leather scene this attitude changed, as  Hekma puts it “The ‘homos’ now could fornicate each other and horniness, to be satisfied, needed the outside world much less.” [my free rendering of his sentence on page 73; tj.] Any nowadays sex tourist can find the new gay-meeting points by a quick search on the internet, zooming in at leisure to specialized areas like the Warmoesstraat and reads about: – Argos at number 95 “The oldest and possibly most famous leather bar in Amsterdam. Sexy, cruisey and heavy. S.O.S. (Sex on Sundays)”; – Dirty Dicks at number 86 “A late night leather bar. This place really lives up to it’s name”; – Stable Master at number 23 “Bar and Hotel famous for it’s jack off / wanking / masturbation parties in the downstairs bar held regularly.”

Indirect depiction of the dark room phenomenon a sling and smeared walls exposed by  a flash light from a camera.

Indirect depiction of the dark room phenomenon without real action: a sling and smeared walls exposed by a flash light from a camera. In the middle a reflection in a puddle of a Warmoestraat gay bar by a talented photographer I found on Flickr using the long alias name “AmsterS@m – The Wicked Reflectah’s photostream” (***)

When emancipation of homosexuals ends up in a commercialized segregation of leisure and pleasure with expanding specialized zones clustering around Amstel-Rembrandtplein-Utrechtsestraat-Reguliersdwarsstraat, Warmoestraat-Zeedijk, and Kerkstraat-Leidesplein,  I am tempted to ask what about “equality” as one of the important substances of my own idea of what emancipation is about? Why not have fun all together, beyond the tender and gender divide? Why this self-imposed social Apartheid? Also, what about the level of, say ‘homosexual’ emancipation and ‘tolerance’ of drugs in all the countries of origin of the hordes of sex and drugs tourists filling the Amsterdam inner town? Did they vote Berlusconi, Sarkozy, Merkel, Putin and thus can’t they smoke a joint at home or in a pub in peace? Is it the Pope, an imman, a rural evangelic fundamentalist that keeps them from doing or at least inquiring about unknown sensual territories at home? And … most important for us locals, is the blunt commercial exploitation through which the tourists are paraded in Amsterdam, – with some side-tripping to Anne Frank and Vincent van Gogh – something we should be proud of? Is that what we want to present to the world? Or is it this, what is most typical Dutch after all, only about making a good buck… on anybody using any opportunity?

Recent Indonesian history depiction of the arrival of Cornelis Houtman at Bantam in 1596

Recent Indonesian history depiction of the arrival of the brothers Cornelis and Frederik de Houtman at the Bantam (west coast of Java) in 1596, the picture does not show the firing of ship canons at the native settlements  as a result of animosity between the locals, the Portugese and the Dutch. The middle picture is a drawing of the pepper plant from the VOC archives, at the right Robert Jasper Grootveld (1977) while talking about the origin of Dutch drug-trade and the importance to keep everything ‘droog’ (dry),  the origin of the word ‘drugs’.

“DROOG, here in the Netherlands, is the most important word.” All the coffeeshop signs with cannabis leaves, in the streets we passed through – this saturday afternoon  September 2009-  made me think back at that sentence which starts a brilliant and humorous discourse by Amsterdam’s city shaman Robert Jasper Grootveld back in 1977.  Grootveld (1932 – 2009) spoke about Amsterdam’s historical role as a market for spices, dried plants and herbs – from far away places like the East Indies – in a documentary movie by filmmaker Louis van Gasteren: “Allemaal Rebellen” (all of them rebels) about Amsterdam radicals of the fifties and sixties. Droog in Dutch is ‘dry’ in English and most lexicographers point to the possible origin of the the word ‘drugs’ in English, ‘drogue’ in French, ‘droga’ in Italian, ‘Drogen’ in German and so on, from the Dutch word ‘droog’.  “Dry,  here in the Netherlands, is the most important word, a land that had to be drained from a swamp (…) that did send its sailors to the other part of the world – whereby half the crew did not make it back- which was a human offering! … why all that? What you could find there, was something extra, to give some spicy jolt to life: pepper, mace, nutmeg and other plantlike products … and there was only one way to get that from there to here, namely by keeping it: dry (droog).” In this lively interview Grootveld reminds us of the staple-market economy of Amsterdam in the 17th century and the importance within that constellation of – what he properly calls – the “drug-trade” (drugshandel). Grootveld is not an academic, his associations and actions do have a strong persistency nevertheless. The Dutch involvement in opium trade from 1613 up to 1942, during the 19th century even a monopoly of the state from the beginning of the 19th century onward, is something Grootveld certainly knew, but does not mention during this interview. In 1928 the law curtailing the use of  opium and other narcotic drugs is proclaimed in the Netherlands, though at the same time keeping the opium trade in the colonies of the Dutch East Indies outside of these regulations. Ewald Vanvugt has written an extensive book on this matter “Wettig Opium” (Lawful opium) in 1985, no translations exists in English, but there is a short interesting online English reference by Dirk Teeuwen (2007), about Dutch state opium trade.

Natives smoking opium in Batavia (Djakarta) 1925 and a view of the Jl. Salemba opium factory in Batavia, 1925 with machines for mechanical filling of tubes with opium.

Natives smoking opium in Batavia (Djakarta) 1925 and a view of the Dutch Jl. Salemba opium factory in Batavia, 1925 with machines for mechanical filling of tubes with opium. The opium production and trade was a Dutch state monopoly starting in 1827 in the East Indies and lasting till 1942.

Back from sidestepping and continuing our trip.. As we walked the streets and struggled through the tourist crowd, I had a short fantasy of my own, being a telepathic guide, able to impress my views of the town and its history on each of the leisurely wandering tourists that catched my eye:

“What you see is the product of Double Dutch standards, moral sermons at home, covering up far away exploitive practices. Like our prime-minister Jan Peter Balkenende who does not get tired to preach about the Golden Age and the ‘spirit of enterprise’ of the Dutch East Indian Company (VOC) which we should try to regain today, forgetting to mention the black pages of history of the trading and maltreatment of black slaves, let alone the life of the 17th century poor in the Low Countrries. The historical ‘freedom of trade’, which found once in the city of Amsterdam one of its important bases,  was nothing more than the freedoms one can allow oneself when making bad deals – for the natives – backed up by warships with canons. Half the number of poor souls that were crimped into VOC service as sailors died on their voyage to the east. Recruitment officers would round up bums in taverns and on the street, even imprison them, till the moment their ship sailed away. The Dutch that nowadays like to praise themselves for their development aid to poor countries, still fail to recognize that they were fighting colonial wars up to 1961, officially called – to this very day – pacifying ‘police actions’ (“politionele acties” in Indonesia 1945 – 1949 against the Indonesian War of Independence)… “

Dutch Prime Minister Jan Peter Balkenende opening the exhibition "Power and Glory" shipping in the Golden Age, in March 2008 in the Maritime Museum of Rotterdam

At the left a (not montaged) photograph of  Dutch Prime Minister Jan Peter Balkenende opening the exhibition “Power and Glory: shipping in the Golden Age”,  March 2008 in the Maritime Museum of Rotterdam; overlayed at the right with an allegoric painting commemorating a century (1602 – 1702) of VOC (United East Indies Company) business in Amsterdam  by the painter Nicolaas Verkolje (who made  in the same period a painting depicting Ovidius’s “The theft of Europe”, the ‘theft of Asia’ was a theme far beyond the imagination of any European artist of that time). The painting is part of the Rijksmuseum collection. Click picture for a full size view. Note at the right hand side of the painting two cherubs with a cornucopia from which spices pour: cinnamon and nutmeg, the last is even a tiny bit hallucinatory when used in big quantities.

As it is just a fantasy, I do not get out of breath and my audience does not walk away from the historical hootch their guide is offering,  I even manage – for myself – to make a desperate link between things of the past and the present, between the historical void in the brains of the oversized tourist crowds and my own agitated feelings of having lost something, the town I knew, the town I liked… and I explain to my imaginary audience once more, before taking a side street out of the Red Light district:

“The 17th century Dutch trade mentality still lingers on in the veins of the city,  sips through the pavement,  leaks into the cellars, pollutes the drinking water, but its object has changed. It is is not any more wealth gathered in faraway countries brought back to the Netherlands, instead, there is a progressively developing reversal: tourists flying en masse to Amsterdam and trading the city  away. The wooden shoes, once the trademark of this country, its firmness, its endurance in the fight  against wind, rain and sea, have grown to an absurd size and – as in a fairy tale – they fit only the tourists, who have great fun banging around in them, not on purpose, just unconscious of the fragility of the city’s civil structures they encounter.”

Crossing the main streets to the Central Station, The Damrak and Nieuwe Zijds Voorburgwal, brings us out of the Red Light district and the number of sex facilities decreases, though the occurrence of coffeeshops only diminishes when we reach the more classy areas of what is called ‘de grachtengordel’ (the girdle of canals). This has a historical reason as the old city ordinances prohibited the construction of alleys and houses of the poor in this area. Also here something has fundamentally changed lately: terraces have sprang up at the most odd and unhandy places, leaving even less space to walk as in the traditional sidewalk layout of this part of town. Where from the fifties onward cars had invaded the inner city and lined all the canals to supply the needed parking space, a new and more profitable development can be noticed: tiny terraces scattered on the sidewalks, along the waterfront and at the sides of bridges. As it was a very warm and sunny September afternoon, all terraces were filled to the brink and so the glasses of the customers, making what was once a quiet zone into yet another bustling boulevard, a scenery even further enlivened by a parade of private pleasure boats in the canals with their ostensibly wealthy and joyful drinking passengers and the traditional big tourist boats maneuvering in between them…

Canal side frenzy with neo-colonial rickshaw services, rentable canalbikes and terraces filling each empty corner.

It can not be helped, describing the scenery of  the overcrowded inner town of Amsterdam, ends up in a discouraging and irritating litany  …  we did arrive in the end at the Lindengracht market and that was not a happy ending. I could have known it, the gentrification of the Jordaan neighborhood have downgraded the variety of foodstuff and upgraded the prices. It did not compete in any way with our regular trip to the Albert Cuyp Market in the 19th century neighborhood of  De Pijp. “It looks like a market, but it is only a visual suggestion of it” was my friend’s comment.

On our way back – this time evading the Red Light district – I pondered over the question whether there is any limit to which extend a town can be consumed? What it is that needs to be done to alert people about the negative effects of oversized tourism. A comparative study of mass tourism might be an idea. Paris, Rome and London certainly are not a model because they are much bigger in size and city layout than Amsterdam.  Venezia, Firenze  are smaller but have a much more cultural oriented clientèle. The Amsterdam city authorities are far from even envisaging such a studious exercise, they may try and shift away the focus from sex and drugs to culture (there are many reports about that), but whatever their fancy, growth of the number of tourists is their uncontested prime policy. Debating tourist policy is anyhow a very unpopular subject with many of my fellow citizens. There are those who do not care because they do not live in the city center or are fortunate enough to find themselves in some of the non-tourists corners. Next comes the economic argument, that it brings a lot of necessary income for the town.  As I do not sell beer or drugs and do not own a hotel or restaurant I can see very little direct profit coming my way and indirectly I only notice the rising of municipal taxes over the years as I am supposed to live on what is called a  A-locations and taxes are determined by real-estate market value. Nobody has seen it fit yet to study the nuisance of the tourist and party-industry in the inner town and translated that in a tax reduction equal to the level of suffering inflicted on the inhabitants. Is it unacceptable egoism that makes me wish to exclude all those suburbia prisoners that are craving for a real city experience and buy a temporal escape ticket to Amsterdam?

"Hands of my town" (blijf van mijn stad af) somewhere near the Jordaan on our walk I saw a poster with this text

“Hands of my town” (blijf van mijn stad af) somewhere near the Jordaan during our walk I saw a poster with this slogan and I thought at first “Ah! these are people which are fed up also with the down side of the leisure industry.” WRONG! At home I searched for their web site and soon discovered that this is a local pressure group that wants less limitations on terraces, red light district, and other rules regulating inner city life. They are the organizers of a recent ‘drink inn’ to protest against a new local rule that forbids people on terraces to gather and drink while standing (an odd rule that has some rationale in exceptional cases where a whole street will be filled with a drinking crowd). They plan to hold a city referendum turning back all kind of regulations they see as limiting their freedom. Little can be read in their manifesto about neighbors who need some sort of rest, some sort of subdued city silence and one wonders where all the signatories of their petition are living. Certainly not straight above a popular terrace frequented by a “freedom loving” crowd, is my guess. When you read Dutch you may enjoy their argumentation that sounds similar to the good old VOC time rethoric of our prime-minister: “Amsterdam, once the center of the world. Where Rembrandt harvested his fame, Michiel de Ruyter (a Dutch admiral) began his voyages, the great philosophers Descartes and Spinoza wrote their most important works…” Well let me stop here, enough nonsense as De Ruyter was mainly fighting wars and was not a discoverer, which is suggested, Descartes was traveling a lot and only spent two years in Amsterdam, and Spinoza had to flee Amsterdam after conflict with religious and city authorities, doing his writing in Rijnsburg, Voorburg and The Hague. What to think about the concluding paragraph on the city of Amsterdam: “A fantastic place where especially freedom of the way of life and enterprise is signed on its banner for centuries” (Een fantastische plek waar juist vrijheid in leven en ondernemen al eeuwen lang hoog in het vaandel staat). The relativity of the notion of freedom must have escaped this bunch of happy hour drinkers, who direct most of their person oriented anger at the head of the inner city council. Click the picture to have a look at their web site.

Is there some hope in recent developments of  Dutch cities next to the Belgian border, that have closed all coffeeshops and organized even a kind of razzias against cross-border drug tourism? No, in spite of all my observations and negative appreciation of the Amsterdam drug tourist scene, I dislike this abrupt and oppressive option. Like the homosexual emancipation there has also been an emancipation of the drug user, from a persecuted criminal to a tolerated recreational consumer. The liberating mind expanding aspects of soft drugs as formulated by idealists of the sixties may have long faded away and turned into hard core business, but the basic assumptions remains valid: to be master of one’s own mind and body and decide by one’s own reasoning instead of external coercion.

There are many options and levels of steering, controlling, and arguing which could bring the transborder soft drug users and the international leisure industry back to acceptable proportions and some sort of balance with the social environment they share with others. When only those who are profiting have a say, when authorities are deaf for the complaints of their citizens and turn a blind eye on the degrading effects of mass tourism, one has to wait for the occurence of some sort of tragic incident before the extravaganza of oversized tourism, of Klompenmania, will be countered.

 

Maybe we should replicate Amsterdam a few times and post it on each continent in the appropriate theme park. A pioneering exercise has already be done in Japan, Nagasaki with the Dutch Theme Park Huis ten Bosch, which has its canals, cosy European alleys and a detailed replica of the Central Station in Amsterdam (this by the way is the second time that this building has been replicated in Japan, Tokyo Central Station

Maybe we should replicate Amsterdam a few times and post it on each continent in an appropriate theme park. A pioneering exercise has already be done in Japan, Nagasaki with the Dutch Theme Park Huis ten Bosch, which has its canals, cosy European alleys and a detailed replica of the Central Station in Amsterdam (*****)

Maybe it is time for the ’emancipation’ of  city dwellers, recognizing their  “equal rights” on the use of the city, not treating them anymore as Disney actors in their own town, appreciating them for their living knowledge of their house, their street, their neighborhood, their city. The first step toward a city dwellers emancipation is the recognition that injustice has been done, that it is time for measuring tourism, to fit it to the existing scale of a city and not the other way around.

Epilogue

The association in the article with Robert Jasper Grootveld and his discourse on ‘droog’ and ‘drugs’ may seem somehow beside the point  for those who have not witnessed the rise of  the recreational drug tourism in Amsterdam from the early sixties onward. So I feel a need to explain why it is essential for me. Grootveld has played an important dual role in the history of Amsterdam as a soft drug tourist center, both as one of the first street campaigner against the smoking of tobacco and the dangers of cancer, and as a propagator of the smoking of marihuana, instead. Tobacco was for him not only a health danger, but also an example of of consumer manipulation. He aimed his playful actions at first against the big tobacco industries and their psychological tricks – their “hidden persuaders” – that lured people into satisfying needs constructed by the advertisement industry. His utmost primitive duplicated magazine “De Hippe Zweter” was pointing to the book “Hidden persuaders” By Vance Packard (1957). His actions – an odd mix of dadaism and ‘urban shamanism’ – were aimed at “the liberation of the addicted consumer of tomorrow.”  Grootveld’s actions fell in fertile ground. The Amsterdam scene of the sixties was a constant turmoil in which dissidents from the artistic, political and esoteric realms mixed. The people involved came from different backgrounds but still had something strongly in common: egalitarian and communal principles. This  has laid the basis for all kinds of social movements that – over the years – freed Dutch society from its authoritarian straightjacket.  It is unfortunate  that by now this heritage  has been spoiled and the  former liberating principles only remain as an “imago”. Grootveld’s vision of  1962, a “Magic Amsterdam” as a center of the “Western asphalt jungle”, was already taken over by KLM and the Dutch Tourist Agency (VVV) in the mid sixties and started the influx of beatniks and hippies and  other ‘sleeping-bag-tourists’. Only an echo of it rings in the 21st century advertisement agency slogan “I Am Amsterdam” commissioned by the municipality, a faked tourist industry imago that is eagerly consumed by a new generation of  ‘addicted city hopping  consumers’.

xxx

This photograph by Cor Jaring (****) is from 1971 and shows the boat ‘De Witte Raaf’ (the White Raven) moored straight opposite the local Amsterdam police station of Kattenburg, selling marihuana plants, for one guilder each. We see Kees Hoekert at the left and on the right (with a spade and ‘klompen’) Robert Jasper Grootveld. It is a playful subversive enterprise under the name “Lowland Weed Company.” At that time someone had studied the Dutch anti-opium law and had discovered that it banned only explicitly the dried leaves of this plant. Growing plants were not subject to this law and it is through this loophole in the jurisdiction that the wide  use of  this soft-drug and the soft drug tolerance policy of Dutch authorities came into existence. Grootveld who had been active as an anti-smoke-magician fighting the big Tobacco industry in his own unique ways (because of cancer danger of regular cigarets) had been using and propagating marihuana (instead) from early on. It is at the end of the sixties and the very beginning of the seventies, with the influx of hippies and other young people traveling around cheaply by hitchhiking, that a new form of tourism started to develop in Amsterdam. At first the young people often slept outdoors on the steps of the National Monument at the Dam Square and in the Vondelpark. Outdoor sleeping was soon regulated by limiting the permitted areas and providing cheap accommodation called ‘sleep-inns’, a kind of hip youth hostels, that often provide some cultural program at the side. Youth clubs came into existence, some of them squatted at first but soon legalized, others initiated by the city government who tried to get the youngsters of the street by offering them music and dancing halls. Local cannabis production (nederwiet) was sold in small quantities in these venues. The whole multi-million  recreational drug industry originates in this chain of sub-cultural events.

Almost four decades lay between the “Lowland Weed Comapny” of Kees Hoekert, Robert Jasper Grootveld and others, run from a crummy houseboat, a little bit offside the town center,  and new cannabis businessmen like Arjan Roskam and Olaf van Tulder. The businessmen own  a chain of  enterprises with different outlets: coffeeshops, a clothing and accessory line and luxurious rental apartments in the town center (several coffeeshop owners have started to diversify their businesses, in case the tolerance policy will change). There is a Youtube movie of the opening ceremony of their sumptuous coffeeshop at the Haarlemmerstraat (opposite the historical building of the Dutch West Indian Company). First speaker is August  de Loor, a former street-corner worker helping hard-drug-addicts for decades, now presented in the movie as a “Drugsexpert”, his speech is about the legal front door for the customers, the half legal shady back door where the drugs come in and the threat of a possible change in the liberal soft drug policy of the government. The proud owners explain the decorations in the different rooms of their new establishment, including their own depiction in Delft Blue tiles, dressed up  as “King of Cannabis” and “Lieutenant Admiral of  Greenhouse.”

In january this year a new coffeeshop (from the Greenhouse chain) has opened in the Haarlemmerstraat, where the owners have chosen to display themselves on the walls in colonial settings in newly made ’Delft Blue’ tile tableaus. The shop owners and managers can be seen on deck of a 17th century sailing ships. A banner text is partly visible and seems to read: “…those who have the history … will shape … the future.” In a Youtube video owner Arjan Gorter speaks about “the inspirational history of Amsterdam in the Golden Age” which has been brought back in the interior. It is as if I hear Prime Minister Balkenende speak similar words, about a national past that never existed.

———–

(*) The two KLM posters that have been fused in the left hand part of the Klompenmania collage can be found on the web site of  the “Urban Nebula” study group. The site has some flash animation installed which does not allow me to make a precise link, you have to search the checkerboard of poster details to find your way.
(**) Warmoesstraat pictures by “urbandiscount” posted on
Flickr.
(***) “Some guys and a Sexshop on the Warmoesstraat, reflected in a puddle in Amsterdam”, artistic photographs of Amsterdam reflexions in rain puddles  by “AmsterS@m – The Wicked Reflectah’s photostream” posted on
Flickr
(****)
Web site of photographer of Cor Jaring, a must for anyone interested in Amsterdam history  as seen form the margin.
(*****) The
website of Huis ten Bosch Nagasaki can be found here.
This by the way is the second time that this building (Amsterdam central Station) has been replicated in Japan, Tokyo Central Station, dating from 1914 is somewhat freely modeled by the Japanese architect Tatsuno Kingo after the creation of P.J.H. Cuypers from 1889, though ther are archiecture historians who deny it; I personally know both station well and must say that I was struck by their ananlogies from the first moment I entered the Tokyo version.

Read Full Post »

How to do a poll on the level of appreciation of animals of human loud music festivals in public parks and if needed to take appropriate measures? As policy change can be slow, I just designed a set of earmuffs for the rabbits of the Amsterdam Oosterpark (as they have an extreme sensitive hearing apparatus)

When human city culture gets in the red level the park rabbits will be handed out specially adapted earmuffs.

When human city culture gets in the red decibel-zone the park rabbits will be handed out specially adapted earmuffs.

The ‘partying nation’ Holland will not fail to use any occasion to throw a public manifestation of leisurely fun which, since  ubiquitous cheap electronic sound amplifying devices have become available, means lots of noise enhanced by  lots of drinks. One of the favorite venues for these undertakings is the Amsterdam Oosterpark which recently hosted a festival called ‘Appelsap‘ (apple juice) organized by a bunch of  friends, all hip hop aficionados, which was certainly not non-alcoholic, with Heineken as one of the main sponsors. “THE best) Dutch hiphop-events. In the beautiful Oosterpark we take hiphop back to its roots”, reads their web site. Lots of fun for sure: out, proud & loud … but what about  … the roots of the park and what makes up its  innate beauty?


This a one of the many Youtube renderings of the recent Appelsap hiphop event in the Oosterpark, the sound must have been so loud and/or the recording equipment may have had no special dimming switch, because the sound track  is totally overmodulated, so rejoice the noise….

A triptiche of chance in original intend and actual usage of the musique kiosk/dome at the Amsterdam Oosterpark.

Change of original design intend and actual usage of the musique kiosk/dome at the Amsterdam Oosterpark; both options could coexist but when one takes in account the frequency of such loud events the question can be raised if animals and vegetation of our city parks can cope with the crowd and its noise. I also found some web-traces of a Christian evangelic organization that used the same music temple for their 2009 Pentecost praise-the-lord meeting... so who knows what paradisal scenes could have been observed at that other instant of park life.

This spring a local city councilman Martin Verbeet (of the social-democrat party/PvdA) made an attempt at restoring the park to its “historic function” by banning all alcohol usage within the park confines. This measure was aimed primary at full-time  alcoholics, a species that traditionally congregrates in public parks (can be seen all over the world). In fact the alcohol-habit people disturb not too much and even give a certain security by their daylong presence on the park benches  withholding  more badly inclined park visitors from trespassing upon non-assertive park dwellers. Side effect of this zealous municipal policy was that local inhabitants who like to have a nice drink with their picnic  would also fall under the new alcohol ban. Apart from the feared diaspora of debased alcoholics onto the doorsteps of the neighboring streets, the new regulation had a surprising exception paragraph for major events like Queens-day (the 30th of April, a Dionysian national bacchanal in the Netherlands). Who knows if  beer-multinational Heineken has been lobbying, or it could have been the feared loss of votes from the partying minded masses,  within a few weeks the zero-alcohol-in-the-park campaign was withdrawn by the local council. Some park visitors regret this sudden retreat and signal that the group of drinkers can get so big that certain people feel menaced and do not dare to pass the drinkers benches….

The official Amsterdam city sign that makes many people, not just tourists, wonder what this could mean and next to it a make shift bar during the Appelsap (apple juice) festival which had more than just soft drinks.

The official Amsterdam city sign that makes many people, not just tourists, wonder what this could mean and next to it a make shift bar during the Appelsap (apple juice) festival which had more than just soft drinks.

Fellow councillors of other parties have been mocking the zero-alcohol measures of their colleague Verbeet (chairman of the local council), some (D66 party members) even have held an illegal demonstrative drinking party, the local daily newspaper Het Parool wrote negatively about the alcohol ban, and members of  Verbeet his own party choose  not to support him on this topic. A personal démasqué for Martin Verbeet, but maybe some of the good intentions of the councillor may have been overlooked.  In november last year the local party fraction of the social democrats made a research on the functioning of the Oosterpark (102 respondents, 81 on-line inquiry, 21 written reactions/ street interviews) and it must have been upon the outcome of this small research that the zero-alcohol measures have been decided.

-Alcoholics -Drug addicts -Children -Adolescents -Sporters -Picnicers -Other
-Alcoholics -Drug addicts -Children -Adolescents -Sporters -Picnickers -Other issues

There is a lot of moaning in the bare 13 pages of this report from gays that frequent the bushes for back to nature outdoor sex, to the obligatory complaints about dog shit, befouling humans, public toilets, unleashed dogs and dog fights, mopeds and bicycles on pedestrian ways … Surprising is that – apart from dogs – animals are hardly mentioned in the report, or it must be the escaped or freed green parakeets that some  people hold to be a nuisance and of course the arch enemies of any human: the rats who criss cross the park at will. Geese, moor-hens, swans and herons are taken for granted, rabbits remain unnoticed and I am sure that a tiny corner of the arch of Noah should be reserved for other more discrete park inhabitants that have managed to escape our attention.

Noise nuisance, sound pollution if you want, is mentioned by several interviewees, especially late night drumming, screaming and  other forms of  rambunctious behavior. There is also a positive approach to the park, an attempt to formulate what it can or should be, as shown in the following statistic.

-Green lung for the town -Play=area for children -Sporting area - Oasis of tranquility -Hang-out spot for youngsters -Art stage -Other

-Green lung for the town -Play area for children -Sporting area - Oasis of tranquility -Hang-out spot for youngsters -Art stage -Other functions: tai chi spot; picnic and party; garden architecture; café, terrace environment (...)

Again animals are only implicitly represented in the report as part of the “green lung of the town” or the “oasis of tranquility”, though tranquility may for some people exclude even the communication of birds. There are known instances of deportations – organized by a team of city-biologists – of whole troops of geese whose claxoning was found to be unbearable by human city dwellers. Which tempts me to deviate to the somewhat reversed subject of birds dialoguing with the city sounds of ambulances and car alarms (I do have at times whistling conversations with birds that reside in the tree across my kitchen window). This to emphasis that an insight in the animal experience of human sound production and its cornucopia of amplifying devices is very much needed. What are they doing when there is an influx of a rock, hiphop or jembee drums? Are they fleeing? Hiding? Creeping deep in a hole safely below the roots of a tree? Do they leave the park forever after yet another blast-out?  Just play the Appelsap Youtube video once again and let your imagination work. When the hiphoppers speak about roots, let me do so so as well:

What then,was the idea of having a city park? Bringing nature -in an organized human format – into the city? Giving the experience of a garden to those who did not have one? Breathing fresh air? A practicing ground for civic behavior? A place to show yourself and  your family if you were wealthy enough? A way to get some understanding of nature – for alienated city dwellers? Or is all that totally out of fashion and should we better think about  a dropping-ground for children, a jogging parcours,  a skaters circuit, a music esplanade, a juvenile hang-out, a cruising area,  a chill-out spot? Is there any possibility to fuse modern city culture with its apparent need for loud sounds and mass audiences with an ecological attitude that can be branded ‘modern’ as well?  Can these two practices  be reconciled at all? Might it be an idea to get as aware of people’s “noise habits” as we are of  people’s “drinking habits?”

ForbiddenSigns

Read Full Post »

See also first post about this subject on ...

See also first post about this subject on May 25 on this blog...

On May 23 a bicycle bar serving eleven ladies  went down a slope in the northern part of town miscalculating the height of the mobile bar and an underpass that laid ahead. The impact of the cycle bar (bierfiets) on the roof of the traffic tunnel was such that three ladies landed in the hospital, two with neck fractures one lady lost a finger bone. This kind of absurd incident put the phenomenon of the combined sport of cycling, beer drinking and shouting once again in in unfavorable light. Today I had the pleasure of getting an answer of one of the members of the local city council for the Green Left party, on my request to stop the bicycle beer bars in Amsterdam. The city councillor had asked the alderman (local minister) for traffic affairs if this accident combined with a ban in several areas of the inner town on the bicycle bar because of of complaints about shouting, would not necessitate more stringent measures against this display of public drunkenness. The city authorities may want to wait  till a foreseeable future accident with a whole cycle café plunging in a canal after attempting to take one of the sharp and steep corners typical of the Amsterdam inner city bridges and I can assure you our ‘grachten’ are not yet filled with beer . It could be the cycle café will survive after all, with swimming vests and safety helmets…

Read Full Post »

A recent municipal flyer with the text: "prevent nuisance on the water" with a second text line added by me: "Prevent nuisance on the land"
A recent municipal flyer with the text: “prevent nuisance on the water” introducing more strict rules for pleasure boats on the Amsterdam canals, with a second text line added by me: “Prevent nuisance on the land”, as lately a new vehicle appeared in the streets of Amsterdam, the fietscafé (bicycle café) a contraption on four or more wheels with a beer bar with ten or more seats  fitted with a set of pedals connected to a central conveyer system that makes the thing move with all its noisy clients peddling, drinking, sweating and shouting!

Maybe Amsterdam has always been “A-Party-City” even in the old days for the sailors who managed to get back alive after a trip to the East or West Indies (under the most appalling conditions), having their jenever (Dutch kind of gin) in quantities beyond our imagination and roaming the streets in a drunken state;  also the merry-making during special markets, the ‘kermesse’ (originally a fair to celebrate the church patron of a town) with intoxicated and bawdy public behavior, transposed to the football fan celebrations, the Queens-Day and Gay Parade extravaganza of now-a-days. With its Red Light district and ‘coffeeshops’, ‘paddoshops’ and other places and opportunities to consume recreational drugs, a major part of the tourists choosing this town, choose it to go partying, to get stoned and drunk, whereby  sex – if  it can be performed at all in such a state  – will often be more in the tourist’s imagination than for real.

One man’s pleasure easily turns into the other man’s burden and in certain tourist hot spots of town the negative effects of this kind of tourism are felt on a daily basis by the inhabitants. The cheap package deals of Easy Jet and the like have introduced plain-loads of partying-tourists who congregate in the Red Light District, around the Nieuwmarkt, Rembrandtplein and Leidseplein. The Britons have carved out their niche in the area with the highest number of whores, bars and pot-sellers and are known for roaming around in flocks and – as herd animals – tend to be more noisy, than the more individual Latin and Teutonic city roamers. This may all sound like some form of calvinist abhorrence of  (public) pleasure display, coupled with a tourist-phobia, but, as can be expected, it is the Dutch themselves who tend to make most of the noise and nuisance. Forgone are the days that popular outbursts of gaiety and pleasure where happening only on the aforementioned ‘patrons days’, as a kind of social safety valve in the tradition of the Roman maxim “give the people bread and games.” Partying has become the central core of Dutch society as has been recently researched and visualized in a splendid way by the Algerian/Belgian photographer Morad Bouchakour in his book “PARTY! in the Netherlands”, published in 2002.

xxx
Click image for a link to a library description of this book by worldcat.org

Let me quote just a few lines from the introduction of this book by Bas Heijne: “if there is so much concern in the Netherlands about how traditions are allegedly no longer being honored, then why are the Dutch throwing so many parties? If there’s one thing this country has, it’s a party culture. No occasion escapes unnoticed. There is isn’t a day without an excuse to celebrate.” The book depicts “almost every conceivable type of party, at every level of society” in the Netherlands and, however amazing the book maybe in its visuals, we are spared the noise on which most of the parties shown are thriving.

Noise – loud and unappreciated sound if you wish – is a spatial thing. It invades, often far beyond what can directly be seen, it may bounce on water, from walls, come back under unexpected angles, it may creep in through resonating floors or ceilings, it may be high pitched or subsonic, it may be continuous or bursting in with a sudden shock. A loud party of the neighbors is something one may need to tolerate once in a while, but it always is an intrusive act upon one’s personal living environment, lest one chooses to join the neighbors party or flee one’s house.

The inner city of Amsterdam is a network of canals, a product of  its original watery and muddy environment and the needs for local transport and its initial function as a European staple market with traders houses and warehouses along what the Dutch call ‘grachten’. Most of the inner city is situated on, or nearby these waterways. As the original transport functions were lost, modern forms of tourism took over the canals with rather big motor boats equipped with panoramic windows and sound systems used by a guide explaining all the views. This last thing has – over the years – been modernized and most tourist boats are now fitted with localized small speakers at the individual seats, so the people living or working along the canals have been freed from the echoing simplistic explanations with each passing of yet another tourist boat. Another considerate measure toward people living in the museum-like inner town, have been a municipal policy to supplant the polluting diesel motors of the tourists boats with electrical motors, a slow process of enforcing that has taken many years, but has really improved the ‘soundscape’ of the city.

Nothing but good news one would say, till the moment that the growing affluence of certain layers of Dutch society – who have a liking of showing off their wealth – combined with the miniaturization of electrical equipment, especially amplifiers and loudspeakers. The phenomenon of the party-boat parade was born. Luxury boats with drinks, loud chatter to cross over even louder amplified music. The nuisance of a party at your neighbors was exported to the canals of the inner city of Amsterdam. So ghetto-blasters changed their function and became yuppie-blasters, the crumbling walls of the ghetto were supplanted by the facades of  lordly houses and the acoustic properties of  the water surface combined with the bricks of the historic buildings worked together to give an optimum impact.

Some sample pictures taken by tourists visiting Amsterdam of local part-boats of the better situated classes parading during summer through the canals of Amsterdam. Beer and wine coolers, sound systems and comfortable deck seats characterize these boats. It is a phenomenon that only developed in the last two decades with the new rich enjoying the parade of their success.
Some sample pictures taken by tourists visiting Amsterdam of local party-boats of the better situated classes parading during summer through the canals of Amsterdam. Beer and wine coolers, sound systems and comfortable deck seats characterize these boats. It is a phenomenon that only developed in the last two decades with the new rich enjoying the parade of their success. Click the picture for a full size view.
xx
People living on house boats in the same canals, and also the inhabitants of some of the smaller canals or next to a lock and the like have been complaining for many years now about these pleasure outtings with no consideration at all of the discomfort for the inhabitants on or next to the water ways of the inner city of Amsterdam. Click the picture for a full size view of this happy crowd.

It is also in this period that smaller and smaller, and cheaper and cheaper sound-systems, were capable of producing more and more volume and so next to poor man’s ghetto-blaster, came the low class car sound system, that can turn a tiny car into a mobile discotheque. Once this mobility had been discovered, the separation of the private and the public came to a sudden end. Any fool may nowadays becomes a broadcaster of their own favorite music without any need for a radio license. One takes one’s car drives into the city, pushes up the volume knob and the capacity of the newest equipment is such that the car owner does not even need to open the window to let the passerby and even the inhabitant of adjacent buildings join into someone’s car-casts. At first something derived at by using bigger and bigger speaker boxes, and recently a even more bodily experience of loudness has been made possible whereby any part of the car’s body can be vibrated and becomes a sounding device. It was but a tiny step to transfer these systems to any kind of boat and go on a pleasure water tour.

The municipal flyer has this arguing texts to convince the party-boat people that they should behave in a more considerate way: "Sound over water reaches much further than over land. It is a nuisance for the inhabitant. We are not speaking about 'cozy' chatting on little boats. But purposeless shouting and much too loud music. Think abot the children that try and to sleep."
The municipal flyer has this arguing texts to convince the party-boat people that they should behave in a more considerate way: “Sound over water reaches much further than over land. It is a nuisance for the inhabitant. We are not speaking about ‘cozy’ chatting on little boats. But purposeless shouting and much too loud music. Think about the children that try to sleep.”
The less fortunate classes enjoying their boat party during Queens-Day in the canals of Amsterdam; notice the big sound system packed in the small boat in the left hand picture element
The somewhat less fortunate classes enjoying their boat party during Queens-Day in the canals of Amsterdam; notice the big sound system packed in the small boat in the left hand picture element; the wooden shoe boat has once be made as an advertisement boat for Heineken beer, probably recycled later as a pleasure boat, I remember seeing it for years parked in the Prinsengracht near the bridge of the Vijzelstraat. Click the picture for a full size view.

These sound systems have become also an integrated party of partying on the water in Amsterdam, especially during the two yearly grand parades of Queens Day in April and the Gay Parade through the canals of Amsterdam in August. No environmental and lest health rules seemed to apply to these pleasure boating events, which on the other hand do force many inhabitants out of the city during these days, especially people living on one of the hundreds of housing boats along the cities canals.

After many complaints and petitions the local authorities have started to limit some of the loudness excesses, but the tolerated massive sound pollution on Queens Day and the Gay Parade, have made public loudness somehow socially acceptable. A person – like me – complaining about it would get a standard reaction from police and other authorities, like “well then you should not live in the inner town” and I remember some organizers of the Gay Parade responding on my complaint posted at their web site with “what is your age? maybe you better move to the countryside” (so much for the gay emancipation movement  recursing to age-discrimination). 

It was a most happy moment when last week I spotted several big size A0 posters on public billboards next to the river close to my house with the new municipal campaign: “prevent nuisance on the water.”  The graphic language in rebus format did catch the eye immediately . Finally some officials caring about ‘ the sound of the city’, also attempting to argue instead of  menacing with punishments or fines.

The municpal flyer reads: "Too much alcohol by a boatsman is as bad as driving with too much alcohol.."
The municpal flyer reads: “Too much alcohol by a helmsman is as bad as behind a steering wheel of a car.

It must have been the same day, that a sudden  moving sound of a whole group of drunks cut through the relative tranquility of our double glassed home… it could not be the usual football fans that load themselves with beer across the river at the Rembrandtplein before diving en masse into the subway that brings them to the big Ajax football stadium in the outskirts… the sound differed from this dispersed unstable crowds crossing the bridge … so I looked out of the window and saw and heard a vehicle – a Beer-Bar-Cycle passing (as depicted and described below). “What a shame”, these were my first words and of course I knew this kind of vehicle that until that day hardly choose to move through my part of town. 

An example of a what is called a Fietscafé (Bicycle Cafe) in the inner town of Amsterdam; one can hear them coming, passing and disappearing on a long distance as bouts of drunken shouts accompany the pedalling exercise

An example of a what is called a Fietscafé (Bicycle Cafe) in the inner town of Amsterdam; one can hear them coming, passing and disappearing from a long distance as bouts of drunken shouts accompany the pedalling exercise. On the one hand professional alcoholics are constantly moved from the streets, especially in the inner town, while this display of public drunkenness is allowed as long as the main “driver” has signed a contract that she/he will stay sober during the rental trip.

The municipal slogan was still fresh in my mind: “Prevent nuisance on the water” and so I thought “but what about nuisance on the land?”  Which drove me to produce another rebus-banner to be posted soon on the streets of Amsterdam. 

My rendering of a new rebus to stop the Bicycle-Beer-Bar or Fietscafé pestering the inner town neighborhoods with public display of drunkeness.
My rendering of a new rebus to stop the Bicycle-Beer-Bar or Fietscafé pestering the inner town neighborhoods with public display of noisy drunkenness.

 

t_FietsCafe02

Three impressions taken of the Bike-O-Beer, Fietscafé, Party Bike, or whatever other name this device has been given, taken from Flickr.

“Fietscafe, aka bike-bar -only in Amsterdam says lludovic’s photostream; “weekend in amsterdam (yes, it’s a mobile bar powered by pedals under their feet and a barman in the middle keeping them hydrated)” says M Baskett;  “Ubriacarsi pedalando. Si sale, si ordina una birra, si pedala in libertà, tra schiamazzi e risate… una cosa così la trovi solo ad Amsterdam” (Getting drunk while peddling. You go out, you order a beer, you pedal in liberty, from shrieks to bouts of (hysterical) laughter… such a thing one only finds in Amsterdam”  says Tioma

The official municipal folder nuisance on the water can be found at the web site of the department of inner waters of the town: BBA.

Read Full Post »