voor & achter de hand tussenwerpsels als instrument bij zelfgenoegzaam redeneren…
‘wiebes’ is de persoonlijke variant van ‘wiedes’ en het Genootschap Onze Taal weet daar onder meer dit over te zeggen:
“Wiedes is voor het eerst in 1897 op schrift aangetroffen, maar vormvarianten als wiebes [mijn benadrukking tj.], widas, wiedensch, widus en wieties zijn ouder. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) is het mogelijk ontleend aan het Duits-Bargoense woord witsch, wittisch (‘eenvoudig, dom’). Het WNT zegt verder dat de betekenis ‘dom’ in de loop van de tijd veranderd kan zijn in ‘voor de hand liggend’. Het WNT oppert daarnaast dat het Duitse tussenwerpsel witsch (dat een snelle beweging aanduidde, zoals we nu ‘woep!’, ‘hup!’ of ‘floep!’ gebruiken) van invloed is geweest. Dit tussenwerpsel zou dan zelfstandiger gebruikt zijn, en zo de betekenis ‘iets wat meteen te snappen is’, ‘iets wat vanzelfsprekend is’ hebben gekregen.”
Bij ‘wiebes’ gaat het dus naar alle waarschijnlijkheid om ‘voor’ de hand liggende ‘domheid’, met andere woorden iets dat zo evident is dat toch een ieder het zou moeten ‘snappen’… sommigen denken dat er bij Wiebes ook steeds iets ‘achter’ de hand gehouden wordt… dat hij het achterste van zijn tong niet laat zien… maar wellicht is het zo dat het bij Wiebes achter op zijn tong volstrekt leeg is… dat hij enkel heel bedreven al gesticulerend weet te suggereren dat er meer is dan dat hij zegt, terwijl er daar een enkel een ideologische holte is… dat is dan dezelfde leegte die hij steeds met zijn beide handen pleegt te omvatten, die van de ‘holle frase’.
Wie het gemist heeft afgelopen zondag bij de VPRO, de ‘nogal wiebes’ methode waarmee uitgelegd wordt dat – nogal wiedes – “vooruitgang ons verder brengt”, kan dat met enig geduld en doorzettingsvermogen verder bestuderen via deze link: https://www.vpro.nl/programmas/zomergasten/kijk/afleveringen/2018/eric-wiebes.html
Leave a Reply