Feeds:
Posts
Comments

Posts Tagged ‘2009 April 30 incident Apeldoorn’

Vodpod videos no longer available.

Bovenstaande  video met een reconstrcutie van de politie van de dodelijke rit van Karsten T. in Apeldoorn tijdens Koninginnendag 2009 wordt op dit moment door de Nederlandse nieuwsmedia verspreid (onder meer door De Volkskrant op haar web site)

Het mag kenmerkend heten dat op het moment dat de politie overgaat tot gebruik van moderne visualisatie-technieken er maar één enkele representatie gemaakt wordt, of  althans aan het algemene publiek getoond wordt. De mogelijkheden van moderne visualisatie technieken om meerdere interpretaties te tonen en die inzichtelijk en vergelijkbaar te maken worden niet gebruikt. Ik zie hier enkel een op zich redelijk geslaagde dramatisering van wat dan de meest waarschijnlijke vorm van waarheid in de ogen van de politie-autoriteiten is. Dit past geheel in de traditie van het opsporingsapparaat, maar doet geen recht aan het tot op de dag van vandaag ongewisse karakter van de aanslag van Karsten T.

In de cinematische traditie is er het begrip van meervoudige waarheid zoals meesterlijk toegepast wordt in de film Rashomon van de Japanse filmer Akira Kurasawa. Daar gaat het om vijf verschillende interpretaties van een verkrachting van een vrouw en de moord op haar man. Zelfs de gedode man komt aan het woord via een medium dat contact weet te leggen met het hiernamaals. De overeenkomsten met de zaak Karsten T. zijn evident. Ook hier komen verschillende getuigen, die het gebeuren vanuit verschillende gezichtspunten en invalshoeken hebben meegemaakt, aan het woord en ook hier wordt via een ‘medium’ (Het Pieter Baan Centrum in Utrecht) geprobeerd contact met de ziel van de overledene (Karsten T.) te krijgen.

Deze computer-visualisatie was onderdeel van de persconferentie bij het presenteren van de resultaten van vier maanden onderzoek. Zoals te verwachten werd de (mogelijke) anti-koningsgezindheid van Karsten T. breed uitgemeten op basis van wat een nauwe bewijsvoering genoemd kan worden. Heel die exercitie van getuigendeskundigen die post-mortem het zieleleven van Karsten T. weten te duiden, had dan ook wel – om het onderzoek enigszins in balans te houden – begeleid kunnen worden door het aanstellen van een advocaat voor de overleden Karsten T. die zijn zaak van zijn kant had kunnen bezien en bepleiten. In het Amerikaans als ook in het internationaal recht (zoals bij het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag aan de orde kwam toen de beklaagde Milosovic aanvankelijk zich niet wenste te verdedigen omdat hij het hof niet wilde erkennen) is er het instituut van de Amicus Curiae, de vriend van het gerechtshof die als onafhankelijke derde in een zaak door het hof gehoord kan worden. Welliswaar kent het Nederlands recht deze figuur van ‘amicus curiae’ niet, maar aangezien er – met de uitgebreide langdurige onderzoeken – in schijn wel ‘post mortem’ vervolgd is, is het niet meer dan logisch dat het principe van ‘hoor en wederhoor’ van de reguliere rechtsgang, en de ‘rechten van de mens’, ook  hier toegepast had moeten worden.(*)

Waar is de stem van ‘de onafhankelijke derde’ in dit showproces van de Nederlandse staat? Waar staat er iets vermeld over ‘de inmenging van de uitvoerende macht’ in de procesgang door minister president Jan-Peter Balkenende die al op 5 mei 2009 op de nationale televisie publiekelijk wist te verklaren dat  de daad van Karsten T.  het koningshuis als doelwit had: “de aanslag was op hen gericht” ? Daar waar een ieder in de affaire Karsten T. zich zo vastbijt in ‘de Nederlandse rechtsorde’, had toch op zijn minst een berisping, vanuit de onafhankelijk geacht zijnde ‘rechterlijke macht’, of één van de onderzoekscommissies, van van voor hun beurt sprekende autoriteiten – vlak na het Apeldoornse drama – gegeven moeten worden.  Het is best te begrijpen dat een koningsgezind man als Balkenende zich in eerste instantie emotioneel uitlaat als hij door de pers om een reactie gevraagd wordt, dat is hem nog te vergeven. Maar de door mij aangehaalde uitspraak (zie een link naar de video in mijn bericht van 7 mei 2009) werd vijf dagen later, in alle kalmte,  gedaan in een officieel van tevoren bedacht toespraakje. Geen enkel lid van de Nederlandse volksvertegenwoordiging heeft de minister-president op dit punt berispt. En nu vier maanden later zien wij het resultaat: het concept van een aanslag op het het konklijk huis krijgt in de presentatie (dat wil nog niet zeggen in de rapporten zelf) het meeste profiel.

Wat zal blijven hangen en zich als een nationale mythe zal gaan ontwikkelen is de verdwaasde man Karsten T. die Prins Willem Alexander een “fascist” heeft genoemd, die het koningshuis haatte en die het op de koningin en haar familie had gemunt. Wie kan echter bewijzen, dat een andere mogelijke verklaring van het gebeuren, waarbij Karsten T. op spectaculaire wijze in het gezicht van de koninklijke stoet zelfmoord heeft willen plegen, niet even valabel is? Ikzelf weet niet te kiezen uit deze, de nu in de officieële rapporten gegeven conclusie en mogelijk andere scenario’s. Wat mij tot de slotsom brengt dat wat ongewis is, ook ongewis moet blijven, dat wat nu via de publieksmedia georchestreerd tot ons komt, meer ‘gewenste duiding’ is, dan ‘bewezen feiten’.

———
(
*) Het Nederlands recht kent wel een bijzondere positie toe aan de Procureur Generaal bij de Hoge Raad, die volgens sommige specialisten enigszins lijkt op die van de ‘amicus curiae’, maar dan toch in veel beperktere zin. Als het gaat om een geinstitutionaliseerde vorm van voeging in een rechtszaak van een onafhankelijke derde, dan slaat het Nederlands recht een zwak figuur. Een voorbeeld hiervan is de wijze van afhandeling van het vreemdelingenzaken en asielrecht hier ten lande en mogelijke gedwongen aanpasssingen in het Nederlands recht om te gaan voldoen aan de minimum standaards van het Europese recht.

Read Full Post »

At a most public moment, the opening of the Freedom-Day festival on 5 of May 2009 in Zwolle , Dutch prime-minister Balkenende claimed that the attack on April 30 in Apeldoorn was a an assault on the royal family. These are the words of Balkenende  broadcasted on Dutch television news on that day:

“This moment also we think back at last week thursday, at our queen and the members of the  royal family, because the assault was directed at them.”

This is said while several independent official investigations into the incident have been announced with the results to be made public in June this year. How is it possible that in a constitutional state, like the Netherlands, which claims to have independent courts and juridical procedures,  a prime minister gives his personal opinion on a criminal act (The Karsten T. incident)  at such a public ceremonial moment? He has created a situation whereby investigators and judges will be hampered in their tasks, because they may be forced to either contradict or approve the minister-president of the country on this case. The regular behavior in such case by members of the parliament  is that they say “I will not” or “I can not comment on something that is still in the hands of the court.” What we observe here is in fact unconstitutional behavior of the highest ranking politician of our country in a clumsy attempt to strengthen the constitutional monarchy. As the incident with Karsten T. can be explained in several ways and where doubts exist if it really was an assault on the royal family or not, such a statement may in the end weaken the position of the royal house and the victimhood which has for political reasons been imposed on them.

The broadcasted text spoken by Balkenende in Dutch was:

“Ook nu denken wij terug aan vorige week donderdag aan onze koningin en de leden van de koninklijke familie, want de aanslag was op hen gericht.”

Read Full Post »

Rifka Weehuizen, a researcher at the University of Maastricht of the joint realm of  economy and psychology, published an article today in one of the main dailies of the Netherlands De Volkskrant on the assault on Queens-day 30 of April 2009 in Apeldoorn, The Netherlands, by Karsten T. under the headline: “Of [the like of] Karst T. there are hundreds” (Van Karst T. zijn er vele honderden).  The author describes the common psychic features of people who do get unemployed and points to the fact that suicide of the unemployed is twice as high as with regular employed people. “The aim of a suicide mostly is to put an end to what is experienced as unbearable emotional suffering without a way out in sight.”  Weehuizen then sums up several common known factors in personal life, possibly in combination with personality dysfunctions, and rates them against the profile of Karsten T.. She also puts this in a wider perspective mentioning the effects of economic recession as expressed in an increase of unemployment, on mental health and a resulting increase of suicide, especially among men. She also points to the secularized society of the Netherlands where social contacts – especially of single persons – are derived primarily from the job circle. When a person loses income and has no job anymore it may result in a personal social and psychological disaster. Resulting loss of identity and meaning in life may lead to anger, aggression, being victimized, urge to revenge and loss of self-control. Weehuizen continues to argue  that such a dissatisfaction with the economical situation or society in general is too abstract for directing strong feelings against,  that under such circumstances the royal family  may have appeared to Karsten as a symbol, not only of  Dutch society, but also of people who appear to be rich, happy and loved; having everything the perpetrator was lacking. The focus of Weehuizen gets back now at the trajectory of the car of Karsten T. that ultimately crashed into an iron fence around a stone monument just after the moment the royal cortege in their special bus had passed a road with joyful bystanders awaiting an historical parade in honnor of the queeen. She proposes two interpretations of Karsten’s violent act: 1) the victims among the bystanders where just collateral damage standing in the way of his royal target; 2) they were part of his plan. Weehuizen comes to her end conclusion by stating that it is probable that the attack on this royal parade was nothing less and nothing more than [what in military terms are called ‘targets of opportunity’ (this is term is added by me here to clarify)] , that the objective could as well have been his former school, or former workplace.

Small picture of article by Rifka Weehuizen in De Volkskrant 6 of April 2009

Small picture of article by Rifka Weehuizen in De Volkskrant 6 of April 2009

You can also download the article in the orginal lay-out of the newspaper article (in Dutch) in pdf format via this link below (may take a while) d_vkkarttweeshuizen

Read Full Post »