~
(*) Het Parool 30/1/2019: “American Hotel wordt eerste Hard Rock Hotel in Nederland // Het American Hotel aan het Leidseplein, vanaf april 2020 een Hard Rock Hotel. Eden Hotels Amsterdam krijgt een vestiging van het Amerikaanse Hard Rock Hotels. Het American Hotel aan het Leidseplein, gevestigd in een 117 jaar oud Jugendstilmonument, wordt in april 2020 de eerste Nederlandse vestiging van de Amerikaanse keten. // Dat zegt hoteluitbater Léon Dijkstra. “Met de artiesten die wij hier in het verleden hebben ontvangen – en nog steeds ontvangen – is deze combinatie volstrekt logisch. En een luxehotel met muziekthema past precies in de driehoek DeLaMar, Melkweg en Paradiso.” Eén van de 100 kamers die inmiddels in de stijl van Hard Rock Hotels zijn verbouwd. Onderdeel van de formule is een manshoge spiegel © Eden Hotels Het hotel, in 2005 door het Amsterdamse Eden Hotels overgenomen van InterContinental, is al twee jaar bezig met de omslag. Zo zijn inmiddels 100 kamers en suites in de stijl van de Hard Rock Hotels gebracht. Binnenkort worden de resterende 75 kamers en de openbare ruimten, waaronder de lobby, onder handen genomen.”
Posts Tagged ‘stadsgeheugen’
‘Américain’ op ‘t Leidseplein wordt ‘Hard Rock Hotel’ in de toerismewoestijn
Posted in Amsterdam history, Amsterdam World Village, tagged Américain (Leidseplein - Amsterdam), Americain Leidseplein, American Hotel Amsterdam, cultureel geheugenverlies, Hard Rock Hotel Amsterdam, Hotelhouder Roderick Smith, massatoerisme, stadsgeheugen, volksmond namen gebouwen Amsterdam on January 30, 2019| 1 Comment »
Américain op het Leidseplein (formeel American Hotel) verliest haar naam en gaat ‘Hard Rock Hotel’ Amsterdam heten. (*)
–
hoe ‘merknamen’ tot ‘eigennamen’ worden in een stad met verloop van tijd en de minachting daarvoor van zakenlieden
–
Het culturele lange termijn geheugen van een stad verdampt mettertijd en ja ik weet heet, ‘Paradiso’ heette vroeger ‘de Vrije Gemeente’ en ‘De Melkweg’ heette vroeger wat het oorspronkelijk was: melkfabriek.
~
Waarom komt dat bericht van naamswijziging dan toch zo onaangenaam over? Is het wellicht de trend van toeristische globalisering en marketing, waarbij het ‘Gemeentemuseum Den Haag’, ‘Kunstmuseum Den Haag’ gaat heten, omdat de Engelse vertaling van die naam – volgens de reclamebureaus die in de hand genomen worden – meer duidelijk maakt wat daar te zien is?
~
What’s in a name? Nu de geschiedenis van de persoon, organisatie, het object, de plek, het gebouw door de tijd heen door velen gekend. Denken we nu aan bijeenkomsten van intellectuele in ‘Americain’ kringen met namen als Harry Mulisch, Jan Hein Donner, Peter Schat, dan is dat zo omdat er al vlak na het opleveren van het gebouw het door de situering en de vormgeving een geliefde plek van samenkomst was. Een kleine zoektocht in de indexen van de Digitale Bibliotheek van Nederland (dbnl.nl) leert dat, zoals:
~
Hij schreef namelijk op 26 mei 1907 aan Lodewijk van Deyssel: ‘Een vrouwelijke bekende van me, Mej. Gosschalk alhier, die zich op het voordragen van poëzie toelegt, zoude gaarne na Uwe jaarvergadering een enkel gedicht van mij zeggen. Bestaat daar mogelijkheid voor?’ Boutens doelde op de jaarlijkse algemene vergadering van de Vereeniging van Letterkundigen op 3 juni 1907 in Hotel Américain te Amsterdam. Uit het verslag van deze vergadering in de Mededeelingen. Officiëel Orgaan der Vereeniging van Letterkundigen (nr. 8, augustus 1907)
~
Curieus toch “Hotel Américain” iets Amerikaans op z’n Frans. Hoeveel verwijzingen zijn er niet te vinden in de geschiedenis van ‘onze stad’ naar die naam en dan met name met die spelling (niet wat het nu formeel heet ‘American Hotel Amsterdam’)? Ja eveneens formeel gesproken heet enkel het café-restaurant ‘Américain’, maar daar trekt de volksmond zich niks van aan. Sinds een eeuw zegt iedereen die daar iets wil afspreken ‘Américain’, niet meer niet minder. Ik laat even achterwege uit te zoeken wat de eventuele officiële naamswijzigingen door de tijd geweest zijn van Américain, de krantenzoekmachine van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher weet mij zo al te vertellen dat de zoeksleutel “Americain, Leidseplein” 818 maal voorkomt. Ik kies er lukraak eentje, uit zoiets ver-gelegens als het dagblad De West van 18 september 1950 waarin Bert Voeten schrijft over “Dichters in Amsterdam, buiten hun werkkamer”:
~
Maar er is ook nog zoiets als een Leidseplein in deze onvolprezen stad, van ouds het punt dat een wonderlijke aantrekkinkskracht bezit voor al les wat kunstenaar is of meent het te zijn- Amsterdam heeft in de loop der jaren vele artistencafé’s zien opkomen en zien verdwijnen. Bijna altijd bevonden zij zich in de omgeving van dit plein, in de onmiddellijke nabijheid van de Stadsschouwburg, een bouwsel zó foeilelijk, dat we het op de duur mooi zijn gaan vinden. Voor de oorlog kon men in Americain, links van de Schouwburg, rondom de leestafel, vele leden van het schrijversgilde aantreffen. Zij hadden daar hun vaste hoek en men zag het bitteruur en, voor wie de lust en de middelen bezit, ook daarna goed toeven is. Ik nodig U uit deze dichterlijke kroegentocht mee te maken, een luchtige odyssee, die ons belanden doet in gelegenheden waar dichters en schrijvers elkaar sinds jaar en dag plegen te ontmoeten, waar zij hun gemeenschappelijke belangen bespreken desnoods met de vuisten op dé wankele tafeltjes hun” literaire veten beslechten.
er naast de goedlachse Anton van Duinkerken, de altijd spitse Victor E. van Vriesland en de jurist-romancier François Pauwels, de avant-garde uit de dertiger jarenEd. Hornik, van Hattum, Hoekstra, Den Brabander en -Bertus Aafjes, – die, men de dichters van De Amsterdamse School pleegt te noemen.
~
Lees het zelf maar verder na hoeveel er in niet-meer–dan een-naam van een hotel aan een plein in een stad kan komen te kleven in de link naar Delpher met al die andere krantenstukjes over AMÉRICAIN van het Leidseplein.
–
Die naamswijziging is als het wegknippen van een stuk cultureel geheugen van de stad… waarbij voor mijn geestesoog de naam ‘HARD ROCK HOTEL’ opdoemt als een fata morgana in de dorre woestijn van Utah in Amerika…
–