Hier een prent die ik in 2013 maakte over censuur en zijn rotaprenten… anno 1964. De zinssnede komt van de voorpagina van het blad uit de vroege zestiger jaren ‘Ratio’ en is van professor Nagel… dit naar aanleiding van vervolgingen wegens tone van prenten waarop coïtus bedreven wordt, prenten “geschikt om de zinnelijkheid van de jeugd te prikkelen, welke prenten hij op een bakfiets door Amsterdam rijdende heeft willen tentoonstellen.”
Het rotaprent/print plan van Veldhoen maakte gebruik van een drukprocedé waarbij direct op een geprepareerde aluminiumplaat getekend werd en – middels een vorm van veredelde offset – fraaie prenten gedrukt kunnen worden, in groter oplage voor weinig geld. Dat plan was voor mij als jonge kunstenaar in 1964-65 een grote inspiratiebron… immers anders dan het tekenen op steen (litho) was de drager hier heel licht en heel goedkoop en ook het drukken vele malen sneller, met toch nog een behoorlijk kunstzinnig resultaat.
Nog voordat Provo bestond bracht Veldhoen zijn prenten in omloop, ze werden ook op straat verkocht zoals bij de Robert Jasper Grootveld happenings bij het Lieverdje, zaterdags na middernacht op het Spui… ik plaats nog wel op mijn blog die fraaie onscherpe foto van Paul Olivier bij, die Simon Vinkenoog toont die bij het Lieverdje één van de neukscéne rotaprinten van Veldhoen verkoopt…
De rotaprenten behoren naar mijn smaak tot het fraaiste deel van Aad Veldhoen zijn werk, zewel in de vorm als in de sociale context, waarbij hij zich zelf met bakfiets-tentoonstelling en straatverkoop tijdens happenings presenteerde…
Oorspronkelijk geplaatst op 30 juli 2013 op mijn Flickr New-tableau site (sinds jaren gecensureerd omdat ik ‘adult material’ zou plaatsen, dus moet je eerst Flickr lid worden en inloggen… hier dus een kopie van de prent en de tekst zonder beperkingen….
ZINNEPRIKKELING van rotaprent per BAKFIETS tot INTERNET 1964 – 2013
Met een drukpersje dat een kruizing was tussen goedkope offset en precieuze litho was Aat Veldhoen in de vroege jaren zestig begonnen met zijn prachtige tekeningen te vermenigvuldigen: Het Rotaprent Plan. Kunst voor de gewone man. Samen met Robert Jasper Grootveld trok hij in 1964 de binnenstad in naar het Spui om daar zijn rotaprenten publiekelijk voor een habbekrats te verkopen. Daar zaten ook een reeks tekeningen van neukende paren en blote mannen en vrouwen bij. Prompt werd hij gearresteerd en de prenten in beslag genomen: PORNOGRAFIE was het zeiden de autoriteiten.
Het was onder andere prof. mr. W.H. Nagel, die hem verdedigde met de beroemde woorden: ‘WAARTOE HEB IK MIJN ZINNEN, ALS ZE NIET GEPRIKKELD MOGEN WORDEN?’ (maandblad Ratio 1964…nummer ? voeg ik later toe)
De scheidslijn tussen ‘kunst’ en ‘pornografie’ is er een die een ieder persoonlijk trekt en met beiden kan iets mis zijn of hoeft niets mis te zijn.
Er is evenveel geweld verheerlijkende kunst als gewelddadige pornografie. Kilometers van bijbels geïnspireerde lustige slachtpartijen van kinderen en andere onschuldigen en door de klassieken geïnspireerde schendingen en aanrandingen bedekken de muren van onze kathedralen en musea. Dat alles is erfgoed en kunst, maar het kan het ook anders gezien worden.
Het internet is zowel publiek als privé domein en – zoals met ieder nieuw medium – moeten wij leren hoe daar mee om te gaan. Een algemeen porno verbod – via totaal verbod of een filter – is de klok een halve eeuw terugdraaien naar het paternalisme van een staat die destijds probeerde te bepalen wat wel en niet goed voor ons was.
Pornografie is een zeer algemene verzamelterm waaronder evenveel categorieën te vinden zijn als seksuele smaken van mensen. Beelden die vertederend, vernederend, opzwepend of onderrichtend kunnen zijn. Ik heb nergens nog een goed statistisch onderzoek kunnen vinden dat aantoont dat ‘gewelddadige seks’ meer voorkomt dan liefdevolle. Welke staatsbeambte, welke artificiële intelligentie kan het onderscheid maken tussen ‘geweld als spel’ en ‘geweld om het plezier in het pijnigen van een ander’?
Anders dan vijftig jaar geleden hebben wij nu directe interactieve filter middelen waarbij alle bezoekers van porno-sites hun gemotiveerde des-apreciatie kunnen uiten en waarbij providers daarmee rekening kunnen houden. Dat is een minder autoritaire weg, die zelf-opvoedend werkt en die sturing geeft, ook aan de commercie.
WAARTOE HEB IK MIJN ZINNEN ALS IK NIET KAN ZEGGEN DAT IK ERGENS GEEN ZIN IN HEB OF IETS MIJ NIET ZINT?

een slechte scan van een onscherpe foto van Paul Olivier… plaats ‘m toch maar, zal een beter scan maken… dat wordt later dan nu 8/1/22018 tj.
[…] Een nieuws-tableau prent die ik in 2013 maakte om het steeds weer opkomende thema van is het pornografie of kunst en hie zit het met het veronderstelde impliciete geweld als er sprake is van pornografie. De tekst stond in 1964 “Waartoe heb ik mijn zinnen… stond in 1964 op de voorpagina van het literaire maandblad Ratio en is van professor W.H. Nagel, de prent van het neukende paar is van Aat Veldhoen die zijn prenten op straat verkocht, soms ook als onderdeel van happenings bij het Lieverdje op het Spui, de foto is Veldhoen samen met anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld een exhibitie en expositie op het Spui, nog voordat provo bestond. Ikzelf was toen kunststudent en veldhoed was één van mijn helden, ik maakte ook prenten met copulerende paren, alhoewel vele malen abstracter en ook het direct tekenen op litho-achtige platen (rotaprent) heb ik des tijds geprobeerd. De bijbehorende tekst heb ik nu net geher-publiceerd op dit blog. […]
[…] In 1964 schreef Pof. dr. W.H. Nagel in het toenmalige blad Ratio: ‘Waartoe heb ik mijn zinnen als ze niet geprikkeld mogen worden?’ – over de erotische […]