CECIL TAYLOR 1929 – 2018
1960 was het en mijn oren waren al een beetje gewassen door het grijs draaien van bebop platen: snelle riedels, dwarse akkoorden, huppelende tempi wisselingen; Charlie Parker, Art Tatum, Thelonius Monk… daarna kwam Ornette Coleman die “The shape of Jazz to come” verkondigde met het snerpende geluid van zijn plastic saxofoon. Het was in dezelfde tijd dat “The world of Cecil Taylor” de onze binnendrong met razendsnel kruiselings gehamerde motiefjes, nu eens hoog de lucht ingeslingerd, dan weer met voetpedaal de grond in gestampt… Cecil Taylor, mijn nieuwe held die ik nooit in echt heb horen spelen, maar des te meer gedraaid heb op mijn draagbare pick-up in de jaren dat ik als jonge kunststudent steeds maar van woning en woonplaats verwisselde….
Het deed me terugzoeken naar wanneer hij dan wel voor het eerst in Nederland optrad en dat was zo te zien in 1967… mijn vriend Pieter Boersma was erbij toen in een Hilversumse radiostudio Taylor een soort master-class gaf, georganiseerd door onze eigen radio-hoogpriester van de jazz Michiel de Ruyter… [niemand heeft die sessie destijds opgenomen, zo blijft er enkel beeldmateriaal in het archief van Pieter Boersma] Hij stuurde mij zojuist een aantal foto’s van de workshop in de AVRO studio in augustus 1967 waarvan ik er hier twee plaats…
Vond drie interessante krantenstukjes (op delpher.nl staan er meet, aak enkel aankondigingen) van dat jaar en een ieder die zijn muziek herinnerd en een halve eeuw terug in de tijd wil gaan, mag ik deze aardige documentatie niet onthouden (ik laat de door de computer gelezen (OCR) krantenversie ongewijzigd):
Het Parool 28/06/1967:
Cecil Taylors avapt-garde GEBROKEN PIANOSNAREN IN WORKSHOP
(Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM, woensdag. — Jk gooi het hele programma om”, roept Boy Edgar.-„Je kunt na Cecil Taylor niemand anders meer laten spelen. Hij moet maar als laatste voor de pauze’ optreden.” In AVRO Studio 1 heeft pianist Cecil Taylor zojuist bijna een uur achter de vleugel gezeten. De resultaten zijn velerlei: er zijn twee snaren gebroken, Cees Slinger (pianist van Boy’s Big Band) is weggelopen, de rest van het publiek zit verwezen voor zich uit te staren, totaal ondersteboven van het muzikale krachtsvertoon van de 34-jarige Amerikaanse jazz avant-gardist.
Taylor zelf zet zijn donkere bril weer op. reageert met een korte hoofdknik op het aarzelende applaus en loopt onbewogen terug naar de stoel op de achterste rij. waar hij de hele avond, roerloos heeft zitten luisteren naar de prestaties van de beste Nederlandse avant-garde-combo’s (Misja Mengelberg met Willem Rreuker, Nedlv Elstak, Dick van der Capellen). De eerste dag van de workshop, bedoeld als voorbereiding op de jazz-concerten van donderdag in het Amsterdamse Concertgebouw en zaterdag in de Rotterdamse Doelen, is met een overdonderende climax besloten. Later op de avond zullen Misja Mengelberg en Cecil Taylor nog een lang gesprek voeren, maar pianiste-vocaliste Judy Roberts — een 22-jarig meisje, dat in Chicago door Boy Edgar is ontdekt — is na een half uur nog niet bekomen van d<> schokwerking, die Taylors muziek op haar heeft gehad. Met het hoofd voorover en haar handen bij de oren zit ze verbijsterd aan een tafeltje in een Hilversums muzikantencafé.
CECIL TAYLOR blijkt een welbespraakt en uiterst intelligent man; alleen op vragen over zijn eigen muziek reageert hij terughoudend. ~Heb ik al die pianisten de stuipen op het lijf gejaagd? Nou. dat spijt me dan”, verklaart hij met een malicieuze glimlach. „Wat kan ik eraan doen? Het is htin probleem”. Anders dan veel andere Amerikaanse jazz-musici, die naar Europa komen, heeft Taylor weinig illusies over de mogelijkheden in ons werelddeel. „In Europa krijg je makkelijker de beschikking over goede instrumenten en faciliteiten van radiostations:, maar verder zijn de problemen dezelfde als in Amerika”, zegt hij, „alleen zijn de tegenwerking en de discriminatie, die je in New Vork ondervindt, veel sterker, veel slimmer ook, dan hier. Maar je hebt daar dan ook de mogelijkheid om er meer tegen te doen, om er kracht en inspiratie uit te putten”.
~
Martin Schouten in het Algemeen Handelsblad 30/6/1967:
Cecil Taylor: Pianist van uitzonderlijk niveau
%OALS alle grote jazzmusici is de Amerikaanse pianist Cecil Taylor iemand die uit veel uiteenlopende invloeden een onmiskenbare eigen stijl heeft opgebouwd. Maar in Taylors spel klinkt, in tegenstelling tot dat van veel van zijn voorgangers en tijdgenoten, niet alleen de hele jazztraditie mee, maar ook een groot deel van de Europese traditie (grofweg: van Chopin tot Stockhausen). Gisteravond, in de grote zaal van /iet concertgebouw, waren het vooral Liszt en Ravel die Taylor duidelijk ravitailleerden: virtuose oktaven- en tertsenpassages, fel ratelend vingerspel, terwijl het ontbreken van een duidelijk melodisch verloop èn Taylors harmonische en ritmische stoutmoedigheid associaties op riepen met Scriabinetudes
HET jazzmatige aan Taylors spel was minder manifest, althans niet in die zin dat even duidelijk uit het werk van bepaalde jazzmusici of uit bepaalde genres was geput. Maar het improvisatorische karakter van zijn spel en vooral de enorme emotionele inzet waarmee hij musiceerde stempelden Taylor’s drie kwartier durend recital tot een onmiskenbare Jazzsolo. Een solo, het enkelvoud is geen vergissing, want het hele recital was gewijd aan de uitvoering van één werk: Carmen with rings. Een stuk dat gebaseerd is op twee motiefjes en dat bestaat uit een min of meer vastgelegde doorwerking, die in dezelfde gedaante voortdurend weer opduikt, en een serie geïmproviseerde variaties; de opbouw is zo ongeveer die van Moussorgky’s Schilderijententoonstelling. Werd die doorwerking op den duur wat monotoon, de in grote spanningsbogen verlopende variaties zaten
voortdurend vol verrassende vondsten. Zelfs het metalige getinkel van de in de eerste minuten gebroken piano-snaar (Taylor is een typisch Amerikaanse virtuoos van het type Van Cliburn) werd ogenblikkelijk op een logische manier in de improvisaties geïntegreerd. VEEL meer valt er na twee maal horen — de besloten uitvoering van hetzelfde werk, maandag in Hilversum, viel trouwens totaal ‘anders uit: Bartökachtig en met veel boogieen blues-ingrediënten — niet over te te zeggen. Het werk is zo rijk dat het eenvoudig nog niet te overzien is. Taylors unieke positie in de jazz (de grootste pianivirtuoos uit de hele geschiedenis van de muziekvorm, de belangrijkste animator van de huidige avant-garde, de meest meeslepende improvisator sinds Parker en Monk) werd overigens ondubbelzinnig bevestigd
door dit optreden, het eerste in Nederland. Voor een zeer slecht bezette zaal, merkwaardig genoeg, die na afloop van het recital een zeldzame combinatie van vermoeidheidsverschijnselen, uitbundig enthousiasme en verbijstering vertoonde. , Dat de rest van het programma wat bleek afstak naast deze gebeurtenis spreekt haast vanzelf. De pinao-solo van Taylor werd omlijst door een optreden van Boys Big Band, in vertrouwde repertoire-stukken en een nieuwe Loevendie-compositie, van de pianiste Judy Roberts — erg vrijblijvend, technisch heel zwak — een gelegenheidscombinatie met een aantal bekende Nederlandse musici en de sax-sectie uit de Big band. Bij de solisten blonk vooral altsaxofonist Piet Noordijk uit; als vanouds. De nieuwe Loevendie-compositie, Taburuh geheten, verdient meer dan alleen maar gesignaleerd te worden; hopelijk is er
binnenkort gelegenheid uitvoeriger op dit werk in te gaan. Zaterdagavond wordt dit programma in de Rotterdamse Doelen herhaald, althans het niet geïmproviseerde gedeelte. M. SCHOUTEN
Ref: gebruikte beeldelementen:
– Foto Cecil Taylor in het Amsterdamse Concertgebouw in 1987 (Pieter Boersma).
– Screenshot van video op Youtube ter gelegenheid van een een manifestatie ter ere van Cecil Taylor in het Whitney Museum in New York, 2016.
– Score (een transcriptie bij benadering, want Taylor behoeft een eigen methode van notatie om de complexiteit weer te geven) van een piano-concert door Cecil Taylor in de zeer technische, en even interessante studie ‘Cecil Taylor: Life As . . .Structure within a free improvisation’ van Kaja Draksler, Trboje, Slovenia, june 2013, p.63.
Hier te downloaden: http://www.kajadraksler.com/Taylor.pdf
– Record sleeve (oktober 1960) “The world of Cecil Taylor” (dimmed in background)… a public version of that record can be listened to via Youtube…
Tot slot nog een toegift over de receptie van Cecil Taylor in Nederland in de vroege zestiger jaren… een interview uit 1962 in het Vrije Volk met Misja Mengelberg door Ben Bunders.
De vernieuwingen die zich in de jazz aan ‘t voltrekken zijn, volgt hij op de voet. ‘Er is wat betreft de piano een lijn in de jazz te ontdekken-die loopt van Duke Ellington over Thelonirus Monk naar Cecil Taylor. Ellingtons muziek, die aanvankelijk keurig de harmonieleer volgde, begon de opeenvolging van het geluid aan te tasten: klanken of klankgroepen kwamen, geïsoleerd te staan, omringd door stilten.
Bij Monk, met John Coltrane (tenorsax) en Ornette Coleman (altsax), de bekendste vernieuwers van de jazz in deze tijd, is deze ontwikkeling veel duidelijker hoorbaar. Schrille met emotie geladen klanken. verscheuren als kreten de stilte.
Cecil Taylor ten slotte, hier weinig bekend, gaat nog. verder dan Monk in het afbreken van de melodie, zijn aanslag is kort en fel, klanken en klankgroepen staan asymmetrisch ten opzichte van elkaar. (mijn benadrukking tj.)
Zijn gedachten’ aarzelend formulerend, moeilijk pratend, naar. woorden zoekend, probeert hij duidelijk te maken hoe de jazz zich naar zijn mening ontwikkelt.
http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010953679:mpeg21:a0347
Leave a Reply