Armed robbers steal Salvador Dali painting from Dutch museum (May first 2009)
from an Associated Press release and some more musings in Dutch below.
The museum is called Scheringa Museum, after the wealthy Dutch banker with the same name that founded it. Curious detail is that the former director of this museum, Ruud Spruit, commented in the press with this sentence:
“A robbery is quickly done nowadays, society did get so much harder. Today at supermarkets you can get nothing anymore, the same for banks, and then it is the turn of museums.”
How was it that banker Scheringa amassed his fortune? Almost certainly in a legal way as this man thrives for years by his public exposure as chairman of the North Holland football club AZ (now national champion) and founder of his own museum that is specialized in new realism forms of art. His name was mentioned last year in an academic conference of the University of Groningen on: “the Art Collector between philanthropy and self-glorification”, but also can be found on the web-site leugens.nl that claims to be searching for “the truth” (op zoek naar de waarheid). There we can read that the Dutch authorities have started (19/04/09) an inquiry into the practices of the DSB bank managed by Dick Scheringa, also known as “The-Quick-Promises-Bank” (De Snelle Belofte Bank). From several authoritative Dutch sources (NRC, TROS-Radar) can be understood that his bank was one of those too easy lenders involved in the creation of the financial bubble that somewhat has deflated in the last two years. All this generates associations like …
Museum-robber robs Credit-robber
and it was not me, but the American president Roosevelt who used another associted word: BANKSTERS, coined by Ferdinand Pecora, chief counsel to the US Senate Committee on Banking in 1929.

This seems to be the stolen gouache or painting by Dali, though the date mentioned in the press release (1941) does not match... Dit lijkt de gestolen gouache of het schilderij te zijn van Dali, alhoewel de datum niet klopt; het behoort tot een serie over de stadia van het leven
For a wide scope view on musems and looting see my 2005 visual scroll

Detail of visual scroll on the history of museums and looting for the ARCO conference in Madrid 2005 by Tjebbe van Tijen
In 2005
Volkskrant
kop: Overval op Scheringa Museum: 2 schilderijen weg
Van onze verslaggever Harmen Bockma gepubliceerd op 01 mei 2009 16:39, bijgewerkt op 1 mei 2009 17:50 AMSTERDAM – Bij een overval op het Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek hebben meerdere personen twee belangrijke kunstwerken buitgemaakt. Het gaat om een gouache van Salvador Dali uit 1941 en een groot olieverfschilderij van Tamara de Lempicka uit 1929. Enkele gewapende mannen drongen vrijdag rond het middaguur het museum binnen en bedreigden de receptioniste en een bewaker. Ze liepen door naar een van de zalen in het museum en haalden daar de twee werken van de muur. Na de overval vluchtten ze in een kleine zwarte auto, vermoedelijk een Volkswagen Golf.
Dit bericht genereerde een woedende reactie van de specialist in museum-beveiliging Tom Cremers die tevens een goed gedocumenteerde web-site and email verzendlijst onderhoudt: Museum Security Network.
Ruud Spruit, directeur van het West-Fries Museum wordt door Cremers geciteerd:
“Dit is wat ik al jaren zeg: je kunt tonnen uitgeven aan beveiliging, maar op een mooie dag lopen ze zo met een pistool naar binnen en plukken van de wand wat ze willen hebben” en “Een overval is tegenwoordig snel gepleegd, de samenleving is zoveel harder. Bij supermarkten is niets meer te halen, bij banken niet, dus dan komen de musea aan de beurt.”
Cremers reageert op zijn website en via de Museum Security mailinglist waar ik lid van ben met het o.m. volgende:
“Je moet maar durven als ex-directeur van een leeggeroofd museum. Dat museum, het Westfriesmuseum in Hoorn, kon worden leeggeroofd door wanbeleid van Ruud Spruit die stelselmatig verzaakte structurele aandacht te geven aan de beveiliging van zijn museum en daar zeker geen “tonnen” voor uit gaf. Had hij dat wel gedaan dan was die nachtelijke inbraak in zijn museum niet zo succesvol geweest ten koste van bruiklenen uit collega musea.”
Dit is vervolgens mijn reactie van wat meer afstand bezien:
Het is natuurlijk navrant dat musea die vaak een deel van hun collectie ontlenen aan roof en plundering – of hoe je ook vroege acquisitievormen van kunst- en natuurwerekn mag willen benoemen – daarna weer zelf object van beroving kunnen worden.
De Poolse kunsthistoricus Krzysztof Pomian (werkzaam in Frankrijk) gebruikt de term ‘semioforen’ over hoe door de collectie voorwerpen van hun gebruikswaarde ontdaan worden en hoe hun onzichtbare oorspronkelijke context een nieuwe waarde ruilwaarde op de kunstmarkt kan krijgen, waarbij dan nog de waarde van de materialen waaruit zo’n semiofoor gemaakt is een eigen marktwaarde toegekend kan worden, wat dan meestal de vernietiging van het voorwerp inhoud: omsmelting van edele metalen, losbreken van edelstenen en dergelijke.
[De oorsprong van het Museum: over het verzamelen; 1987]
Pomian spreekt ook over het aan de handel onttrekken van zulke semioforen doordat ze permanent in een museum of andere (meestal overheids) verzameling opgenomen worden. Hoe groot de aankoopwaarde ook, die verliest haar betekenis als er verder geen handel meer is.
Ik ben jarenlang verzamelaar in overheidsdienst geweest, dan wel niet van kunstvoorwerpen, maar van documenten betreffende sociale bewegingen en daarbij was het beleid dat wat de conservator eenmaal binnenbracht had van dat moment af aan altijd in de collectie diende te blijven. Zelfs ontdubbeling werd in mijn tijd nog als babaarse daad gezien aangezien dubbele exemplaren op de lange duur de collectie tegen vermissing door gebruik konden beschermen.
Dit laatste mag dan bij unica niet mogelijk zijn, maar het adagium “eenmaal over de drempel en er dan niet meer uit” geeft een grote rust en verminderd de handel in kunstvoorwerpen en daarmee ook de mogelijkheden voor handelaren die hun goederen middels roof verwerven.
Ik weet wel zeker dat op deze stellingname weer af te dingen valt want de werkelijkheid is oneindig meer gecompliceerd dan onze schemata waarmee wij haar proberen te controleren. Zeker is wel dat overheidsbeleid waarbij voorwerpen uit publieke collecties afgestoten en op de markt gebracht mogen worden gunstig zijn voor de niet-legale kunsthandel.
Vermindering van handel kan dan gezien worden als een diep liggende vorm van beveiliging.
Tjebbe van Tijen/Imaginary Museum projects 6/5/2009