Feeds:
Posts
Comments

Posts Tagged ‘strafbaarstelling illegaliteit’

Discriminatie begint in de taal met het benoemen van mensen en hun handelingen. Het jongste wetsvoorstel van ‘de Staatssecretaris van Immigratie en Asiel’ Fred Teeven (VVD) voor “strafbaarstelling illegaliteit” is daar een voorbeeld van. Dit wetsvoorstel is een erfenis van het Kabinet Rutte I dat onder druk van de PVV in het regerinsgprogramma opgenomen was. (1) Juridische verfijning van een begrip uit de taal leidt – in dit geval – uiteindelijk tot gevangennemening en opsluiting.

TeevenIllegaalIsStrafbaar

Een lesje taal en logica voor Staatsecretais Fred Teeven:

“Wat niet mag is illegaal” ~ “Wat illegaal is mag niet”

“Wat wel mag is niet illegaal” ~ “Wat niet illegaal is mag wel”

Hoe je de reneertrant ook draait, het ene woord zit vast aan het andere als waren zij door een ketting onverbreekbaar aan elkaar geklonken.

Als nu een – naar wij mogen aannemen – gestudeerde man als Teeven komt met een wetsvoorstel om ‘illegalen’ en de door hen bedreven ‘illegaliteit’ strafbaar te stellen, wat was dan de betekenis van het woord ‘illegaal’ voordat die mogelijk nog aan te nemen wet bestond ?

Was -en is tot nog toe – ‘illegaal’ zijn in Nederland ‘onwettig’, maar toch niet strafbaar? Dat moet wel zo zijn, anders had de staatsecretaris zich al die moeite van het opstellen van een nieuwe wet wel bespaart.

Is het wellicht zoiets als het verschil tussen ‘een overtreding’ van het burgerlijk recht en het plegen van een delict dat behoort tot ‘het strafrecht’?

Lijkt het nu voorgestelde strafbaar stellen van illegaliteit, op de verschuiving van de beoordeling van een handeling, van ‘overtreding’ naar ‘misdaad’, zoals kort geleden ook het geval was bij de aangenomen ‘anti-kraakwet’? Hierbij werd het oude grondrecht (op wonen, zoals na te lezen valt in het proefschift van Professor Tak uit 1973) buiten werking gesteld. De mogelijk om zich te beroepen op het ‘huisrecht’ en zich zo te vrijwaren tegen binnentreding door wetsdienaren van een woning, ongeacht de eigendoms- of huur-status van een bewoner van een in gebruik zijnde/genomen woning, was immers de juridische basis die het ‘kraken van woningen’ mogelijk maakte? (2)

Is dat de tendens in Nederland om grondrechten stapje voor stapje te ondergraven door bij het niet voldoen aan gestelde regels (aantoonbare vergunning, bezit- of gebruik-status, enzovoort) de status van een persoon niet te zien als die van een ‘overtreding’, maar als ‘strafrechtelijk vergrijp’. 

De ‘overtreder’ wordt daarmee opgewaardeerd tot ‘misdadiger’.

Het voorbeeld in het woordenboek dat bovenstaande plaat laat zien, van hoe je het woord “strafbaar” kunt gebruiken, is tekenend: 

“de meeste vormen van discriminatie zijn strafbaar.”

Discriminatie is dus soms wel en soms niet strafbaar.

Discriminatie – op grond van huidskleur, geloof, gedrag, seksuele geaardheid, ga zo maar door – is niet toegestaan. Dat is bij wet geregeld. Discriminatie is dus onwettig. De ‘strafbaarstelling van discriminatie’ is door de staat vastgelegd. Toch zijn de woorden ‘discriminatie’ en ‘strafbaar’ niet onverbrekelijk aan elkaar geketend, zoals nu in het voorstel voor het ‘strafbaarstellen’ van ‘illegaal zijn’ dreigt te gebeuren.

Er zijn kennelijk vormen van discriminatie die op de één of andere manier weliswaar niet mogen, maar toch – al dan niet oogluikend – toegelaten worden.
Al te strakke regelgeving creëert immers meer problemen dan er door opgelost worden.

Zo is het ook met iemand of iets dat ‘illegaal’ genoemd wordt. Ook daar kan een al te ver gaande regelgeving een nog enigszins aanvaardbare situatie in haar tegendeel doen omslaan.

Het ‘pleonasme, de dubbelop-redenering-wet van Teeven is een wangedrocht. Het is ook een drogreden, in de orde van een stelling als “alle raven zijn zwart.” Dat zijn ze meestal, maar wie durft categorisch te beweren dat er helemaal nooit witte raven zijn, waren of kunnen bestaan?

AMSnote3555.08

Hongerstaking in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam door merendeels Marokkaanse gastarbeiders, die lange tijd in Nederland gewerkt hadden, maar onvoldoende papieren hadden om dat te bewijzen, of door seizoensarbeid niet aan de al te strakke regels konden voldoen.  Affiche voor Platform van demokratische organisaties van buitenlandse arbeiders (Amsterdam) gemaakt door de kunstenaarsgroep TSTORT (Amsterdam)  1979 – 1980. Ten tijde van een krappe arbeidsmarkt werd er door de Vreemdelingen Politie en andere diensten bewust weinig opgetreden tegen buitenlandse arbeiders en hun bazen. Toen de economie echter veranderde en er minder ‘goedkope/buitenlandse’ arbeidskrachten nodig waren, werden er nieuwe regelingen en scherpe handhaving ingevoerd.

Het dichtstoppen van de kieren van de rechtstaat met iedere keer weer nieuwe regels, verpest de luchtkwaliteit van het huis waarin wij samenleven en leidt uiteindelijk tot verstikking, als er geen frisse lucht meer is om in te ademen. 

Is het vaak niet ‘de uitzondering’ die de regel bevestigd?

De wet is geen doel maar middel. Daar zijn de mazen in dat netwerk van voorschriften en regels voor. De veelvuldigheid van omstandigheden van zoiets ingewikkelds als een samenleving in een land met een overheidsapparaat en grenzen, binnen- en buitenland, andere landen met andere regels en andere situaties, ga zo maar door, is iets dat nooit geheel in wetten, regels en protocollen is vast te leggen. 

AMSnote3557.01

Een spotprent uit het jaar 1994 gepubliceerd in een blad van het CDA die toen deel uitmaakte van het Kabinet Lubbers III. De politieagent is de Staatssecretaris voor Asielzaken en Vreemdelingenbeleid Kosto (PvdA) die iet enkel illegale arbeiders wilde aanpakken, maar ook de werkgevers die hen in dienst namen, Het is curieus hoe in deze prent waar de sympathie ligt bij de benadeelde ondernemer eerder dan bij een illegale gastarbeider, hoe inconsequente dwaasheden van het overheidsbeleid met betrekking tot arbeidsmigratie hier mooi opgesomd worden. Het toont aan dat welke gezichtshoek je ook neemt, er steeds weer een andere mogelijk is op migratie en arbeid, legaal en illegaal. Dat geldt niet enkel voor hen die buitenlandse arbeiders willen steunen, maar ook voor een regeringspartij als het CDA.

Illegalen die terug willen maar dat niet kunnen is slechts één voorbeeld daarvan. Omstandigheden in een mensenleven zijn maar deels te vatten in regels en principes worden soms beter gediend met het toepassen van een uitzondering, dan dwaas, star en dom de letter van de wet te volgen.

Redelijkheid en wijsheid zijn waarlijk niet het monopolie van het justitieële apparaat. De vele voorbeelden van practische burger- en gemeentelijke initiatieven als het om ‘illegalen’ gaat, tonen dat aan.

Wat vroeger mocht is nu illegaal en omgekeerd. Hoeveel voorbeelden zijn er daar niet van en hoeveel leed werd, wordt en zal er niet aangedaan worden door het vastklinken van woorden tot wettelijke regels die maar al te vaak wat nog een beetje recht was, krom buigen?


—-
(1) “In het eerste kabinet-Rutte was het CDA-minister Gerd Leers die de strafbaarstelling van illegaliteit moest regelen. Het kabinet zou toen overwogen hebben om onrechtmatig verblijf als misdrijf te kwalificeren, onder druk van gedoogpartner PVV. Uiteindelijk beperkte Leers zich, onder druk van zijn eigen CDA, tot het opleggen van een boete.”
NRC/Handelsblad 6/12/2012
http://www.nrc.nl/nieuws/2012/11/06/teeven-houdt-optie-celstraf-illegalen-open-samsom-voorbarig/

(2) “Het karakter van het huisrecht als grondrecht moet worden gezocht in de sfeer van de persoonlijke vrijheid van het individu, een erkenning van de wezenlijke behoefte van de mens om een plaats te hebben waar hij ongestoord volkomen zichzelf kan zijn…” onder aanhaling van het Verdrag van Rome artikel 8 lid 1. [pagina 9]

“Het verlies vande ‘vrije mogelijkhei tot gebruik’van een pand zou bij redelijke afweging van de betrokken belangen in vele gevallen wel eens minder zwaar kunnen wegen dan een ‘sociaal grondrecht’ op een menswaardige woning. Het bestaan van de Woonruimtewet 1947 geeft in deze reeds een duidelijke vingerwijzing.” [pagina 41]

“Het huisrecht/the inviolability of the home – proefschrift”;1973 Rijksuniversiteit te Utrecht; p.280; Antonius Quirinus Cornelis Tak.
http://www.worldcat.org/oclc/781255580

Read Full Post »